Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar bedrijfstype, nationaal

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar bedrijfstype, nationaal

Bedrijfstype Perioden Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw, totaal (are)
Totaal alle bedrijfstype 2022 53.470.778
Totaal akkerbouwbedrijven 2022 37.887.585
Graan-, oliezaad- en eiwitgewasbedrijven 2022 1.522.186
Zetmeelaardappelbedrijven 2022 5.691.659
Akkerbouwgroentebedrijven 2022 4.840.047
Akkerbouwbedr. met vooral voedergewassen 2022 136.778
Overige akkerbouwbedrijven 2022 25.696.915
Totaal tuinbouwbedrijven 2022 1.969.177
Glasgroentebedrijven 2022 11.579
Snijbloemenbedrijven 2022 9.748
Pot- en perkplantenbedrijven 2022 2.736
Overige glastuinbouwbedrijven 2022 14.855
Opengrondsgroentenbedrijven 2022 509.203
Bloembollenbedrijven 2022 481.035
Paddenstoelbedrijven 2022 2.538
Boomkwekerijbedrijven 2022 284.834
Overige tuinbouwbedrijven 2022 652.649
Totaal blijvendeteeltbedrijven 2022 172.204
Wijngaardbedrijven 2022 1.766
Fruitbedrijven 2022 151.140
Overige blijvende teeltbedrijven 2022 19.298
Totaal graasdierbedrijven 2022 3.228.804
Melkveebedrijven 2022 2.252.704
Vleeskalverenbedrijven 2022 429.042
Overige rundveebedrijven 2022 351.167
Schapenbedrijven 2022 45.446
Geitenbedrijven 2022 85.363
Paard- en ponybedrijven 2022 .
Graasdierbedr. met vooral voedergewassen 2022 22.677
Overige graasdierbedrijven 2022 42.405
Totaal hokdierbedrijven 2022 2.631.137
Fokzeugenbedrijven 2022 304.922
Vleesvarkensbedrijven 2022 720.989
Overige varkensbedrijven 2022 710.220
Leghennenbedrijven tbv consumptie eieren 2022 231.254
Vleeskuikenbedrijven 2022 516.408
Overige pluimveebedrijven 2022 87.037
Overige hokdierbedrijven 2022 60.307
Gewascombinaties 2022 4.220.168
Totaal veeteeltcombinaties 2022 158.260
Veeteeltcombinatie, vooral graasdieren 2022 49.741
Veeteeltcombinatie, vooral hokdieren 2022 108.519
Gewas/veecombinaties 2022 3.203.443
Akkerbouw-graasdiercombinaties 2022 1.680.591
Overige gewas/veecombinaties 2022 1.522.852
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren, op nationaal niveau naar (hoofd)bedrijfstype. Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2020 geldt de SO2017, gebaseerd op de jaren 2015 tot en met 2019 (zie ook de toelichting bij SO: Standaard Opbrengst).

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.
De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: de cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 17 maart 2023: de definitieve cijfers van 2022 zijn toegevoegd. Daarnaast is de structuur van de tabel gewijzigd omdat er nieuwe categorieën voor zaaiuien zijn toegevoegd (gele – en rode zaaiuien).

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Oppervlakte
Akkerbouw, totaal