Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar gemeente

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar gemeente

Regio's Perioden Graasdieren Aantal dieren Rundvee Jongvee voor de melkveehouderij (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Jongvee voor de melkveehouderij (aantal)
Nederland 2023 992.080 15.977
Noord-Nederland (LD) 2023 319.272 4.229
Oost-Nederland (LD) 2023 332.159 5.931
West-Nederland (LD) 2023 171.490 3.334
Zuid-Nederland (LD) 2023 169.159 2.483
Groningen (PV) 2023 64.931 813
Fryslân (PV) 2023 184.019 2.494
Drenthe (PV) 2023 70.322 922
Overijssel (PV) 2023 160.594 2.988
Flevoland (PV) 2023 21.817 242
Gelderland (PV) 2023 149.748 2.701
Utrecht (PV) 2023 54.417 1.190
Noord-Holland (PV) 2023 51.290 897
Zuid-Holland (PV) 2023 50.414 1.047
Zeeland (PV) 2023 15.369 200
Noord-Brabant (PV) 2023 136.882 2.019
Limburg (PV) 2023 32.277 464
Oost-Groningen (CR) 2023 12.220 108
Delfzijl en omgeving (CR) 2023 9.040 115
Overig Groningen (CR) 2023 43.671 590
Noord-Friesland (CR) 2023 66.565 854
Zuidwest-Friesland (CR) 2023 61.850 877
Zuidoost-Friesland (CR) 2023 55.604 763
Noord-Drenthe (CR) 2023 24.044 310
Zuidoost-Drenthe (CR) 2023 20.544 243
Zuidwest-Drenthe (CR) 2023 25.734 369
Noord-Overijssel (CR) 2023 72.515 1.206
Zuidwest-Overijssel (CR) 2023 22.041 432
Twente (CR) 2023 66.038 1.350
Veluwe (CR) 2023 35.449 737
Achterhoek (CR) 2023 74.553 1.368
Arnhem/Nijmegen (CR) 2023 17.925 262
Zuidwest-Gelderland (CR) 2023 21.821 334
Utrecht (CR) 2023 54.417 1.190
Kop van Noord-Holland (CR) 2023 26.173 422
Alkmaar en omgeving (CR) 2023 6.267 115
IJmond (CR) 2023 2.175 35
Agglomeratie Haarlem (CR) 2023 121 5
Zaanstreek (CR) 2023 3.218 56
Groot-Amsterdam (CR) 2023 12.036 232
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2023 1.300 32
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2023 5.958 130
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2023 1.907 48
Delft en Westland (CR) 2023 2.323 56
Oost-Zuid-Holland (CR) 2023 17.903 385
Groot-Rijnmond (CR) 2023 7.392 129
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2023 14.931 299
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2023 5.972 66
Overig Zeeland (CR) 2023 9.397 134
West-Noord-Brabant (CR) 2023 22.346 337
Midden-Noord-Brabant (CR) 2023 25.123 396
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2023 48.573 697
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2023 40.840 589
Noord-Limburg (CR) 2023 12.376 165
Midden-Limburg (CR) 2023 10.426 147
Zuid-Limburg (CR) 2023 9.475 152
Flevoland (CR) 2023 21.817 242
Bouwhoek en Hogeland (LG) 2023 45.535 562
Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2023 56.040 618
Noordelijk Weidegebied (LG) 2023 253.809 3.698
Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 220.129 4.013
Centraal Veehouderijgebied (LG) 2023 35.479 784
IJsselmeerpolders (LG) 2023 29.409 347
Westelijk Holland (LG) 2023 42.637 836
Waterland en Droogmakerijen (LG) 2023 17.297 315
Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2023 66.612 1.438
Rivierengebied (LG) 2023 41.322 676
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2023 29.000 422
Zuidwest-Brabant (LG) 2023 14.239 214
Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 131.097 1.902
Zuid-Limburg (LG) 2023 9.475 152
De Marne (LB) 2023
Centraal Weidegebied in Groningen (LB) 2023 4.360 66
Oostelijke Bouwstreek in Groningen (LB) 2023 19.710 205
Westerwolde en Gron. Veenkoloniën (LB) 2023 8.307 75
Groninger zuidelijk Westerkwartier (LB) 2023 19.956 306
Oostelijk Hogeland (LB) 2023 12.598 161
Noordelijk Friesland (LB) 2023 32.937 401
Weidestreek in Friesland (LB) 2023 76.091 1.048
De Wouden (LB) 2023 73.178 1.012
Eilanden (LB) 2023 1.813 33
Weidegebied van het Noorderveld (LB) 2023 5.363 72
Smilde en Centr. Zandgebied in Dr. (LB) 2023 14.845 180
Zuidw. Weidegebied in Drenthe (LB) 2023 21.653 315
Zuidelijk Zandgebied in Drenthe (LB) 2023 15.283 197
Drentse Veenkoloniën en Hondsrug (LB) 2023 13.178 158
Weidegebied in Overijssel (LB) 2023 51.395 846
Noordoost-Overijssel (LB) 2023 21.120 360
Twente (LB) 2023 62.424 1.279
Salland (LB) 2023 25.655 503
Noordoostelijke Polder (LB) 2023 5.737 86
Zuidelijke IJsselmeerpolders (LB) 2023 16.080 156
Oostelijke Veluwe (LB) 2023 13.238 243
IJsselstreek (LB) 2023 10.665 167
Zuidelijk Gelderland (LB) 2023 13.122 184
Oostelijke Betuwe en Nijmegen (LB) 2023 775 13
Veluwezoom en Betuwe (LB) 2023 19.590 304
Bommelerwaard (LB) 2023 4.899 76
Westelijke Veluwe (LB) 2023 15.599 391
Achterhoek (LB) 2023 71.860 1.323
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens vanaf gemeenteniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren. Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Graasdieren
Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten.
Aantal dieren
Rundvee
Met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Vlees- en weidekoeien (>= 2 jaar)’ en ‘Zoogkoeien (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Overige koeien’.
Eveneens met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Stieren voor de fokkerij (>= 2 jaar)’ en ‘Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Stieren (>= 2 jaar)’.
Hierdoor zijn ook de totalen voor ‘melk- en fokvee’ en ‘vlees- en weidevee’ komen te vervallen.
Met ingang van 2017 worden de rundvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor runderen. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op de verdeling tussen de verschillende categorieën.
Jongvee voor de melkveehouderij
Jongvee dat voor melkproductie wordt aangehouden.
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Rundvee
Met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Vlees- en weidekoeien (>= 2 jaar)’ en ‘Zoogkoeien (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Overige koeien’.
Eveneens met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Stieren voor de fokkerij (>= 2 jaar)’ en ‘Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Stieren (>= 2 jaar)’.
Hierdoor zijn ook de totalen voor ‘melk- en fokvee’ en ‘vlees- en weidevee’ komen te vervallen.
Met ingang van 2017 worden de rundvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor runderen. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op de verdeling tussen de verschillende categorieën.
Jongvee voor de melkveehouderij
Jongvee dat voor melkproductie wordt aangehouden.