Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Regio's Perioden Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten Erwten (groen te oogsten) (are) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten Tuinbonen (groen te oogsten) (are) Akkerbouw Oppervlakte Peulvruchten Tuinbonen (droog te oogsten) (are) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten Erwten (groen te oogsten) (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten Tuinbonen (groen te oogsten) (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Peulvruchten Tuinbonen (droog te oogsten) (aantal) Tuinbouw overig Oppervlakte, hoeveelheid Paddenstoelenteelt Champignons Champignons handmatig geoogst (m2) Tuinbouw overig Oppervlakte, hoeveelheid Paddenstoelenteelt Champignons Champignons machinaal geoogst (m2) Tuinbouw overig Aantal bedrijven Paddenstoelenteelt Champignons Champignons handmatig geoogst (aantal) Tuinbouw overig Aantal bedrijven Paddenstoelenteelt Champignons Champignons machinaal geoogst (aantal)
Nederland 2024* 557.998 97.588 32.909 782 221 89 258.522 594.556 66 19
Noord-Nederland (LD) 2024* 91.623 5.674 4.798 121 12 9 14.150 0 3 0
Oost-Nederland (LD) 2024* 113.458 12.763 1.313 145 29 7 57.976 85.676 19 4
West-Nederland (LD) 2024* 147.073 27.069 19.911 204 49 52 12.772 0 4 0
Zuid-Nederland (LD) 2024* 203.111 51.132 6.140 303 124 20 173.624 508.880 40 15
Groningen (PV) 2024* 64.998 5.647 1.257 76 9 2 4.725 0 1 0
Fryslân (PV) 2024* 19.188 2 3.541 29 2 7 0 0 0 0
Drenthe (PV) 2024* 7.437 25 0 16 1 0 9.425 0 2 0
Overijssel (PV) 2024* 2.733 950 747 9 7 1 0 0 0 0
Flevoland (PV) 2024* 96.577 10.620 801 105 18 3 80 0 1 0
Gelderland (PV) 2024* 16.881 2.143 512 40 11 4 57.896 85.676 18 4
Utrecht (PV) 2024* 3.023 16 0 14 2 0 0 0 0 0
Noord-Holland (PV) 2024* 9.509 41 146 24 4 1 4.292 0 3 0
Zuid-Holland (PV) 2024* 106.892 22.534 2.224 121 37 4 0 0 0 0
Zeeland (PV) 2024* 27.649 4.478 17.541 45 6 47 8.480 0 1 0
Noord-Brabant (PV) 2024* 116.116 43.518 5.546 180 100 15 136.537 165.336 31 9
Limburg (PV) 2024* 86.995 7.614 594 123 24 5 37.087 343.544 9 6
Bouwhoek en Hogeland (LG) 2024* 18.253 724 3.776 21 2 7 0 0 0 0
Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2024* 58.955 4.537 669 71 8 1 0 0 0 0
Noordelijk Weidegebied (LG) 2024* 14.656 413 353 31 2 1 4.725 0 1 0
Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2024* 8.639 2.955 1.014 21 13 3 9.425 0 2 0
Centraal Veehouderijgebied (LG) 2024* 6.954 6 0 20 2 0 0 0 0 0
IJsselmeerpolders (LG) 2024* 100.460 10.620 801 112 18 3 4.172 0 2 0
Westelijk Holland (LG) 2024* 3.526 886 1.540 12 6 3 150 0 1 0
Waterland en Droogmakerijen (LG) 2024* 2.129 32 0 6 2 0 50 0 1 0
Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2024* 1.214 920 0 5 4 0 0 0 0 0
Rivierengebied (LG) 2024* 6.459 503 245 17 9 2 57.896 85.676 18 4
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2024* 156.970 39.016 20.787 201 55 54 21.480 0 3 0
Zuidwest-Brabant (LG) 2024* 16.827 5.833 924 26 26 3 19.092 0 2 0
Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2024* 157.972 31.139 2.800 228 73 12 141.532 508.880 36 15
Zuid-Limburg (LG) 2024* 4.984 4 0 11 1 0 0 0 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens op regioniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren.
Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers van 2024 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 1 juli 2024: de voorlopige cijfers van 2024 zijn toegevoegd. De cijfers voor bollenbroei, pluimvee en arbeidskrachten zijn nog niet beschikbaar.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens planning verschijnen eind juni de eerste voorlopige cijfers ('snelle cijfers'). Op dat moment zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt, en hebben alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden. Voor non-respons is bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar.
In september wordt de gegevensverzameling afgesloten, dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.
Eind september en in november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Oppervlakte
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Erwten (groen te oogsten)
Tuinbonen (groen te oogsten)
Tot en met 2001 inclusief tuinbonen (droog te oogsten).
Peulvruchten
Peulvruchten zijn planten waaraan de eetbare zaden in peulen groeien.
Tuinbonen (droog te oogsten)
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Erwten (groen te oogsten)
Tuinbonen (groen te oogsten)
Tot en met 2001 inclusief tuinbonen (droog te oogsten).
Peulvruchten
Peulvruchten zijn planten waaraan de eetbare zaden in peulen groeien.
Tuinbonen (droog te oogsten)
Tuinbouw overig
Tuinbouw overig omvat de teelten waarvoor geen grond wordt gebruikt (paddenstoelenteelt, bollenbroei, witloftrek).
Oppervlakte, hoeveelheid
Paddenstoelenteelt
Champignons
Gegeven is de oppervlakte van de geoogste cellen (= oppervlakte van de cellen na aftrek van de paden, vermenigvuldigd met het aantal lagen van de teeltbakken).
Champignons handmatig geoogst
Champignons machinaal geoogst
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Paddenstoelenteelt
Champignons
Champignons handmatig geoogst
Champignons machinaal geoogst