Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Regio's Perioden Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten, totaal (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling tot 2018) Melkgeiten Melkgeiten, totaal (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling tot 2018) Melkgeiten Melkgeiten, jonger dan 1 jaar (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling tot 2018) Melkgeiten Melkgeiten, 1 jaar of ouder (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling tot 2018) Overige geiten Overige geiten, totaal (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling tot 2018) Overige geiten Overige geiten, jonger dan 1 jaar (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling tot 2018) Overige geiten Overige geiten, 1 jaar of ouder (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling vanaf 2018) Geiten, 0-7 maanden (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten (indeling vanaf 2018) Melkgeiten, 7 mnd- 1 jaar (aantal)
Nederland 2023 646.569 . . . . . . 133.604 31.915
Noord-Nederland (LD) 2023 66.590 . . . . . . 12.981 3.667
Oost-Nederland (LD) 2023 259.642 . . . . . . 56.141 10.615
West-Nederland (LD) 2023 79.355 . . . . . . 15.779 3.206
Zuid-Nederland (LD) 2023 240.982 . . . . . . 48.703 14.427
Groningen (PV) 2023 12.021 . . . . . . 2.343 349
Fryslân (PV) 2023 29.201 . . . . . . 6.297 1.532
Drenthe (PV) 2023 25.368 . . . . . . 4.341 1.786
Overijssel (PV) 2023 98.347 . . . . . . 22.845 3.998
Flevoland (PV) 2023 8.501 . . . . . . 1.099 485
Gelderland (PV) 2023 152.794 . . . . . . 32.197 6.132
Utrecht (PV) 2023 33.627 . . . . . . 6.002 1.646
Noord-Holland (PV) 2023 20.776 . . . . . . 4.740 704
Zuid-Holland (PV) 2023 19.936 . . . . . . 3.791 603
Zeeland (PV) 2023 5.016 . . . . . . 1.246 253
Noord-Brabant (PV) 2023 185.251 . . . . . . 37.554 10.517
Limburg (PV) 2023 55.731 . . . . . . 11.149 3.910
Bouwhoek en Hogeland (LG) 2023 9.286 . . . . . . 2.142 394
Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2023 23.066 . . . . . . 4.354 1.382
Noordelijk Weidegebied (LG) 2023 55.607 . . . . . . 11.484 2.280
Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 129.750 . . . . . . 31.283 5.027
Centraal Veehouderijgebied (LG) 2023 66.214 . . . . . . 12.693 3.125
IJsselmeerpolders (LG) 2023 14.968 . . . . . . 2.576 835
Westelijk Holland (LG) 2023 7.945 . . . . . . 1.721 204
Waterland en Droogmakerijen (LG) 2023 8.820 . . . . . . 2.170 211
Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2023 27.786 . . . . . . 5.051 991
Rivierengebied (LG) 2023 61.036 . . . . . . 11.056 2.610
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2023 16.896 . . . . . . 4.093 668
Zuidwest-Brabant (LG) 2023 10.585 . . . . . . 2.636 441
Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 213.929 . . . . . . 42.243 13.698
Zuid-Limburg (LG) 2023 681 . . . . . . 102 49
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens op regioniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren.
Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens planning verschijnen eind juni de eerste voorlopige cijfers ('snelle cijfers'). Op dat moment zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt, en hebben alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden. Voor non-respons is bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar.
In september wordt de gegevensverzameling afgesloten, dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.
Eind september en in november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Graasdieren
Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten.
Aantal dieren
Geiten
Met ingang van 2018 worden de geiten afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor geiten. Hierdoor is de indeling gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren.
Geiten, totaal
Geiten (indeling tot 2018)
Melkgeiten
Melkgeiten, totaal
Melkgeiten, jonger dan 1 jaar
Melkgeiten, 1 jaar of ouder
Overige geiten
Overige geiten, totaal
Overige geiten, jonger dan 1 jaar
Dwerggeiten, bokken en dergelijke, jonger dan 1 jaar.
Overige geiten, 1 jaar of ouder
Dwerggeiten, bokken en dergelijke, 1 jaar of ouder.
Geiten (indeling vanaf 2018)
Geiten, 0-7 maanden
Melkgeiten, 7 mnd- 1 jaar