Landbouw; gemeente, 1980 - 2000
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Gegevens over aantallen bedrijven, geteelde gewassen, veestapel,
arbeidskrachten en pacht; naar regio (vanaf gemeente).
1980 - 2000
Gewijzigd op 30 maart 2009.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
arbeidskrachten en pacht; naar regio (vanaf gemeente).
1980 - 2000
Gewijzigd op 30 maart 2009.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
Toelichting onderwerpen
- Aantal agrarische bedrijven
- Aantal agrarische bedrijven uitgesplitst naar diverse kenmerken,
namelijk de bedrijfsomvang, het hoofdbedrijfstype, de oppervlakte
akkerbouw, de oppervlakte tuinbouw (open grond en onder glas), de omvang
van de veestapel, en de leeftijd van het bedrijfshoofd. De
bedrijfsomvang kan de fysieke omvang zijn (de oppervlakte
cultuurgrond), of de economische omvang, uitgedrukt in Nederlandse
Grootte Eenheden (NGE).- Naar economische omvang (in NGE)
- Een Nederlandse Grootte-eenheid (NGE) is een economische maatstaf
waarmee de omvang van een agrarisch bedrijf en de afzonderlijke
productierichtingen binnen een bedrijf worden uitgedrukt. Een NGE is
gebaseerd op de saldi per dier of per hectare gewas. Daartoe worden
bruto standaard saldi (bss) berekend als het verschil tussen de
opbrengsten en bepaalde specifieke kosten, in een gemiddeld jaar
onder normale omstandigheden. De bss worden uitgedrukt in Euro.
Voor de landbouwtelling van 2003 komt een NGE overeen met een bss
van 1375 Euro.
- 1986 komt een NGE overeen met een bss van 975 Euro
- 1987 komt een NGE overeen met een bss van 1155 Euro
- 1988 komt een NGE overeen met een bss van 1155 Euro
- 1989 komt een NGE overeen met een bss van 1235 Euro
- 1990 komt een NGE overeen met een bss van 1235 Euro
- 1991 komt een NGE overeen met een bss van 1235 Euro
- 1992 komt een NGE overeen met een bss van 1290 Euro
- 1993 komt een NGE overeen met een bss van 1310 Euro
- 1994 komt een NGE overeen met een bss van 1310 Euro
- 1995 komt een NGE overeen met een bss van 1320 Euro
- 1996 komt een NGE overeen met een bss van 1320 Euro
- 1997 komt een NGE overeen met een bss van 1400 Euro
- 1998 komt een NGE overeen met een bss van 1400 Euro
- 1999 komt een NGE overeen met een bss van 1390 Euro
- 2000 komt een NGE overeen met een bss van 1390 Euro
- 2001 komt een NGE overeen met een bss van 1390 Euro
- 2002 komt een NGE overeen met een bss van 1390 Euro
- 2003 komt een NGE overeen met een bss van 1375 Euro
In de periode voor 1986 werd niet met bss gerekend maar met
standaardbedrijfseenheden (sbe). In deze publicatie is voor de
jaren 1980 - 1985 de bedrijfsomvang in sbe omgerekend naar
een omvang in NGE, als volgt 10 sbe = 3 NGE.- Aantal bedrijven, totaal
- 3 tot 8 NGE
- 8 tot 12 NGE
- 12 tot 16 NGE
- 16 tot 20 NGE
- 20 tot 24 NGE
- 24 tot 32 NGE
- 32 tot 40 NGE
- 40 tot 50 NGE
- 50 tot 70 NGE
- 70 tot 100 NGE
- 100 tot 150 NGE
- 150 NGE en meer
- Met verbrede landbouw
- Verbrede landbouw. Hierbij ligt de nadruk op activiteiten die niet binnen
de landbouw vallen, maar die wel aansluiten bij de landbouw en de
beschikbare productiemiddelen. Het accent ligt daarbij op de extra
mogelijkheden voor boeren om een inkomen te verwerven. Het gaat onder
meer om verkoop van streekeigen producten, minicampings, duurzame
energieproductie en sociale opvang.
.
Cijfers alleen van 1998 en 1999 aanwezig.
·
LET OP! De vragen voor dit onderdeel waren niet verplicht om
in te vullen. Daardoor zijn de cijfers in veel gevallen een
onderschatting.
.
In 2003 is het onderwerp verbrede landbouw ook aan de orde geweest.
De gegevens daarvan staan in de Statline publicatie land- en
tuinbouwbedrijven; verbrede landbouw.- Met ontvangstmogelijkheden
- Met bedrijven met ontvangstmogelijkheden voor bezoekers worden
bedoeld bedrijven met excursiemogelijkheden, open huis bij wandel-
en fietstochten, museumboerderijen, café's en restaurants.
- Naar mechanisatiegraad
- Ongeveer één keer per 5 jaar (1980, 1985, 1990, 1995 en 1999) wordt door
middel van de landbouwtelling de mechanisatie op landbouwbedrijven
geïnventariseerd.
In deze publicatie staan gegevens over maaidorsers en trekkers in de
jaren 1995 en 1999. In de elektronische publicatie 'Werktuigen en
machines' kunt u meer en gedetailleerdere informatie vinden.- Bedrijven met gebruik van maaidorsers
- Bedrijven met maaidorsers gedeeltelijk in eigendom of bedrijven die een
maaidorser hebben geleend of gehuurd.
- Oppervlakte tuinbouw open grond gewassen
- Oppervlakte van diverse soorten tuinbouwgewassen open grond. Ook
gewassen die aanvankelijk onder glas of plastic worden geteeld,
maar waarvan het glas of plastic is verwijderd ten tijde van de
landbouwtelling (april en mei), worden tot tuinbouw open grond
gerekend. Vanaf 1997 worden teelten onder plat glas tot de
tuinbouw open grond gerekend.- Oppervlakte bloem- en boomkwekerijen
- Oppervlakte van bloemkwekerijgewassen en boomkwekerijgewassen, vaste
planten en pot- en containerveld.- Oppervlakte Boomkwekerijgewassen
- Oppervlakte van boomkwekerijgewassen en vaste planten.
- Oppervlakte van pot- en containerveld
- De oppervlakte van boomkwekerijgewassen en vaste planten in potten en
containers. Containers zijn potten van meer dan 1 liter.
- Veestapel
- Rundveestapel
- Aantallen dieren van het rundvee: jongvee, melk- en kalfkoeien,
zoogkoeien en vlees- en weidekoeien, fokstieren en kalveren.
Vanwege de uitbraak van mond- en klauwzeer ziekte (MKZ) in maart 2001
en de daarop volgende ruimingen zijn de cijfers van de omvang van de
rundveestapel voor het jaar 2001 niet vergelijkbaar met voorgaande
en volgende jaren.- Melk- en fokvee
- Het melkvee, fokvee en het jongvee (geen mest- of weidevee) dat wordt
aangehouden als gebruiksvee, dwz. voor de instandhouding van de
melkveestapel (inclusief drachtige vaarzen).- Jongvee voor toekomstige melkproductie
- Vee van 1 tot 2 jaar
- Pinken en jonge stieren, vee van 1 tot 2 jaar.
- Vee van 1 tot 2 jaar, totaal
- Pinken en jonge stieren, vee van 1 tot 2 jaar.
- Pinken
- Vrouwelijk jongvee van 1 tot 2 jaar.
- Jonge stieren
- Mannelijk jongvee van 1 tot 2 jaar.
- Vlees- en weidevee
- Tot deze groep behoort rundvee dat uitsluitend voor de vleesproductie
wordt gehouden.- Jongvee voor vleesproductie
- Vee van 1 tot 2 jaar
- Pinken en jonge stieren voor de mesterij.
- Vee van 1 tot 2 jaar, totaal
- Pinken en jonge stieren voor de mesterij.
- Pinken
- Vrouwelijk jongvee van 1 tot 2 jaar, voor de mesterij.
- Jonge stieren
- Mannelijk jongvee van 1 tot 2 jaar, voor de mesterij.
- Vee van 2 jaar en ouder
- Vaarzen en stieren voor de mesterij.
- Vee van 2 jaar en ouder, totaal
- Vaarzen en stieren voor de mesterij.
- Ouder vrouwelijk mestvee
- Vrouwelijk vee van 2 jaar en ouder dat nog nooit gekalfd heeft en
voor de mesterij bestemd is.
- Ouder mannelijk mestvee
- Mannelijk vee van 2 jaar en ouder, voor de mesterij.