Overledenen naar med. beslissing rond levenseinde en bekorting levensduur

Overledenen naar med. beslissing rond levenseinde en bekorting levensduur

Bekorting levensduur Leeftijd Perioden Totaal overledenen (aantal) Zonder MBL-handelwijze Totaal zonder MBL-handelwijze (aantal) Zonder MBL-handelwijze Plotseling en onverwacht overleden (aantal) Zonder MBL-handelwijze Niet plotseling/onverwacht overleden (aantal) Met MBL-handelwijze Totaal met MBL-handelwijze (aantal) Met MBL-handelwijze NIS rekening houdend met overlijden (aantal) Met MBL-handelwijze PSB rekening houdend met overlijden (aantal) Met MBL-handelwijze PSB overlijden mede doel (aantal) Met MBL-handelwijze NIS overlijden uitdrukkelijk doel (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Totaal toedienen middel (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Euthanasie (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Hulp bij zelfdoding (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Levensbeëindigend hand. zonder verzoek (aantal)
Totaal bekorting Totaal 2001 140.377 79.354 46.784 32.570 61.024 10.610 25.793 2.055 17.902 4.664 3.444 283 938
Totaal bekorting Totaal 2005 136.402 78.391 45.928 32.463 58.011 11.056 32.229 1.504 10.261 2.960 2.297 113 551
Totaal bekorting Totaal 2010 136.058 57.331 27.234 30.096 78.727 10.713 47.957 1.606 14.092 4.360 3.859 192 310
Totaal bekorting Totaal 2015 147.134 61.607 24.542 37.066 85.527 7.437 50.911 1.712 18.213 7.254 6.672 150 431
Totaal bekorting Totaal 2021 170.972 79.268 22.195 57.073 91.608 9.931 48.580 2.657 20.640 9.799 9.038 245 517
Bekortingsvraag niet beantwoord Totaal 2001 8.157 8.157 2.100 5.066 39 908 44 0 0 44
Bekortingsvraag niet beantwoord Totaal 2005 8.497 8.497 2.249 5.217 35 598 398 382 0 16
Bekortingsvraag niet beantwoord Totaal 2010 7.240 7.240 1.050 5.627 47 445 71 54 0 17
Bekortingsvraag niet beantwoord Totaal 2015 7.535 7.535 2.502 4.530 35 276 192 159 0 33
Bekortingsvraag niet beantwoord Totaal 2021 1.737 1.737 30 1.382 0 56 269 187 0 82
Bekortingsvraag niet gesteld Totaal 2001 79.354 79.354 46.784 32.570
Bekortingsvraag niet gesteld Totaal 2005 78.391 78.391 45.928 32.463
Bekortingsvraag niet gesteld Totaal 2010 57.331 57.331 27.234 30.096
Bekortingsvraag niet gesteld Totaal 2015 61.607 61.607 24.542 37.066
Bekortingsvraag niet gesteld Totaal 2021 80.280 79.268 22.195 57.073
Bekorting meer dan een half jaar Totaal 2001 914 914 75 248 4 464 123 41 51 31
Bekorting meer dan een half jaar Totaal 2005 317 317 102 16 0 185 14 5 0 9
Bekorting meer dan een half jaar Totaal 2010 812 812 287 84 0 311 129 102 27 0
Bekorting meer dan een half jaar Totaal 2015 1.017 1.017 57 56 0 330 574 524 50 0
Bekorting meer dan een half jaar Totaal 2021 2.283 2.283 0 82 0 653 1.549 1.459 90 0
Bekorting één tot zes maanden Totaal 2001 2.702 2.702 648 260 46 1.226 522 409 60 53
Bekorting één tot zes maanden Totaal 2005 1.338 1.338 484 217 0 465 172 139 12 21
Bekorting één tot zes maanden Totaal 2010 2.580 2.580 562 316 33 962 707 685 22 0
Bekorting één tot zes maanden Totaal 2015 2.766 2.765 158 319 0 1.037 1.251 1.199 46 6
Bekorting één tot zes maanden Totaal 2021 5.377 5.377 793 354 216 2.360 1.654 1.597 58 0
Bekorting één tot vier weken Totaal 2001 5.791 5.791 569 894 117 2.677 1.534 1.403 46 85
Bekorting één tot vier weken Totaal 2005 3.445 3.445 825 761 35 849 975 866 74 35
Bekorting één tot vier weken Totaal 2010 4.755 4.755 769 1.026 25 1.385 1.549 1.466 55 28
Bekorting één tot vier weken Totaal 2015 5.662 5.662 420 1.105 93 1.608 2.436 2.359 47 30
Bekorting één tot vier weken Totaal 2021 6.952 6.952 1.102 913 159 2.188 2.589 2.531 52 6
Bekorting één tot zeven dagen Totaal 2001 13.089 13.089 1.604 3.760 631 5.429 1.665 1.221 107 337
Bekorting één tot zeven dagen Totaal 2005 9.273 9.273 1.535 3.342 534 3.009 853 696 21 136
Bekorting één tot zeven dagen Totaal 2010 13.719 13.719 1.818 5.330 489 4.549 1.533 1.274 50 208
Bekorting één tot zeven dagen Totaal 2015 12.851 12.851 749 5.030 619 4.583 1.870 1.726 7 137
Bekorting één tot zeven dagen Totaal 2021 14.430 14.430 1.468 4.658 676 5.440 2.187 1.889 21 277
Bekorting minder dan 24 uur Totaal 2001 10.682 10.682 1.437 4.025 843 3.719 658 274 18 366
Bekorting minder dan 24 uur Totaal 2005 9.616 9.616 973 4.634 633 2.950 426 179 7 240
Bekorting minder dan 24 uur Totaal 2010 12.299 12.299 1.482 6.909 645 2.935 328 264 37 27
Bekorting minder dan 24 uur Totaal 2015 11.994 11.993 771 6.329 529 3.895 469 419 0 50
Bekorting minder dan 24 uur Totaal 2021 13.371 13.371 1.950 6.202 388 4.484 347 224 0 123
Geen bekorting levensduur Totaal 2001 19.689 19.689 4.176 11.540 375 3.480 118 96 0 22
Geen bekorting levensduur Totaal 2005 25.526 25.526 4.888 18.042 267 2.205 124 29 0 95
Geen bekorting levensduur Totaal 2010 37.322 37.322 4.744 28.664 366 3.505 44 15 0 29
Geen bekorting levensduur Totaal 2015 43.702 43.702 2.780 33.541 435 6.484 462 287 0 175
Geen bekorting levensduur Totaal 2021 46.447 46.447 4.588 34.990 1.218 5.460 192 163 0 29
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het Sterfgevallenonderzoek geeft informatie over medische beslissingen die de behandelend arts rond het levenseinde heeft genomen. Voor het onderzoek is een steekproef getrokken uit de doodsoorzaakverklaringen van mensen die in de maanden augustus t/m november van het onderzoeksjaar zijn overleden en die op het moment van overlijden tot de bevolking van Nederland behoorden. De steekproefgegevens zijn omgerekend naar jaarcijfers.

Deze tabel betreft de overledenen naar medische beslissing rond het levenseinde per bekorting levensduur en leeftijd.

Gegevens beschikbaar: 2001, 2005, 2010, 2015 en 2021.

Status van de cijfers
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 26 mei 2023:
- Cijfers over 2021 zijn toegevoegd.
- In 2021 zijn er 96 overledenen met onbekende 'medische beslissing levenseinde'. Deze zijn enkel opgenomen in het totaal. Hierdoor tellen de onderliggende cijfers niet exact op tot het totaal.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Het onderzoek vindt vijfjaarlijks plaats.
In 2020 is het onderzoek met een jaar uitgesteld in verband met de hoge werkbelasting in de gezondheidszorg ten gevolge van covid-19. Er is daardoor eenmalig een interval van zes jaar tussen 2015 en 2021.

Toelichting onderwerpen

Totaal overledenen
In 2021 zijn er 96 overledenen met onbekende 'medische beslissing levenseinde'. Deze zijn niet opgenomen bij de onderliggende categorieën.
Zonder MBL-handelwijze
Overleden personen zonder MBL-handelwijze.
Medische beslissing rond het levenseinde (MBL-handelwijze): indien een
arts meerdere beslissingen heeft genomen, dan is het sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende beslissing. Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het levenseinde ofwel MBL-handelwijze.
Totaal zonder MBL-handelwijze
Plotseling en onverwacht overleden
Persoon die plotseling en onverwacht is overleden en van wie wordt aangenomen dat er geen medische beslissingen rond het levenseinde zijn genomen.
Niet plotseling/onverwacht overleden
Met MBL-handelwijze
Overleden personen met MBL-handelwijze.
Medische beslissing rond het levenseinde (MBL-handelwijze): indien een
arts meerdere beslissingen heeft genomen, dan is het sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende beslissing. Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het levenseinde, ofwel MBL-handelwijze.
De in de tabel gepresenteerde indeling is oplopend gegroepeerd naar meest ingrijpende handelwijze.
Totaal met MBL-handelwijze
NIS rekening houdend met overlijden
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts kiest voor het niet instellen of staken van een behandeling (NIS) rekening houdend met bespoediging van het levenseinde van de patiënt.
Bij het niet-instellen van een behandeling kan men denken aan het niet uitvoeren van een operatie of het afzien van het toedienen van zuurstof of het kunstmatig toedienen van voeding. Als een patiënt van de beademing wordt gehaald of men stopt met het toedienen van zuurstof, spreekt men van het staken van een behandeling.
Tot het niet-instellen of staken van een behandeling kan worden besloten als de behandeling geen zin (meer) heeft ('zinloos medisch handelen') of te belastend is voor een patiënt.
PSB rekening houdend met overlijden
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding (PSB) toepast d.m.v. één of meer medicamenten. Hierbij houdt de arts er rekening mee de dat het levenseinde van de patiënt wordt bespoedigd.
PSB overlijden mede doel
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding (PSB) toepast d.m.v. één of meer medicamenten. Hierbij heeft de arts mede het doel het levenseinde van de patiënt te bespoedigen.
NIS overlijden uitdrukkelijk doel
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts kiest voor het niet instellen of staken van een behandeling (NIS) met bespoediging van het levenseinde van de patiënt als uitdrukkelijk doel.
Bij het niet-instellen van een behandeling kan men denken aan het niet uitvoeren van een operatie of het afzien van het toedienen van zuurstof of het kunstmatig toedienen van voeding. Als een patiënt van de beademing wordt gehaald of men stopt met het toedienen van zuurstof, spreekt men van het staken van een behandeling.
Tot het niet-instellen of staken van een behandeling kan worden besloten als de behandeling geen zin (meer) heeft ('zinloos medisch handelen') of te belastend is voor een patiënt.

Toedienen middel overlijden uitdr. doel
Levensbeëindigend handelen door een arts door middel van het
voorschrijven, verstrekken of toedienen van een middel met het
uitdrukkelijke doel het levenseinde van de patiënt te bespoedigen.
Totaal toedienen middel
Euthanasie
Er is sprake van euthanasie indien de arts heeft aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven,
verstrekt of toegediend met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te
bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat de patiënt het middel niet uitsluitend
zelf heeft toegediend of tot zich heeft genomen én
- dat deze beslissing is genomen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.
Hulp bij zelfdoding
Het opzettelijk verlenen van hulp bij levensbeëindigend handelen door de
betrokkene op diens verzoek. Van hulp bij zelfdoding is sprake indien door
de arts is aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven of verstrekt met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat de patiënt dit middel uitsluitend zelf
heeft toegediend of zelf tot zich heeft genomen én
- de beslissing over deze laatstgenoemde handelwijze is genomen op
uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.
Levensbeëindigend hand. zonder verzoek
Er is sprake van levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk verzoek van de
patiënt indien de arts heeft aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven,
verstrekt of toegediend met uitdrukkelijk doel het levenseinde te
bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat deze beslissing niet is genomen op
uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.