Overledenen naar medische beslissing rond levenseinde; behandelaar,leeftijd

Overledenen naar medische beslissing rond levenseinde; behandelaar,leeftijd

Behandelaar Leeftijd Perioden Totaal overledenen (aantal) Zonder MBL-handelwijze Totaal zonder MBL-handelwijze (aantal) Zonder MBL-handelwijze Plotseling en onverwacht overleden (aantal) Zonder MBL-handelwijze Niet plotseling/onverwacht overleden (aantal) Met MBL-handelwijze Totaal met MBL-handelwijze (aantal) Met MBL-handelwijze NIS rekening houdend met overlijden (aantal) Met MBL-handelwijze PSB rekening houdend met overlijden (aantal) Met MBL-handelwijze PSB overlijden mede doel (aantal) Met MBL-handelwijze NIS overlijden uitdrukkelijk doel (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Totaal toedienen middel (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Euthanasie (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Hulp bij zelfdoding (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Levensbeëindigend hand. zonder verzoek (aantal)
Behandeld door huisarts Totaal 2021 80.266 40.067 11.900 28.167 40.199 2.440 22.096 1.789 5.138 8.735 8.276 221 239
Behandeld door huisarts 0 jaar 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Behandeld door huisarts 1 tot 17 jaar 2021 130 91 73 19 39 0 15 0 24 0 0 0 0
Behandeld door huisarts 17 tot 65 jaar 2021 13.365 7.521 3.469 4.052 5.844 150 3.574 203 425 1.493 1.459 0 33
Behandeld door huisarts 65 tot 80 jaar 2021 28.699 14.395 4.704 9.691 14.304 576 6.969 728 1.434 4.597 4.327 176 94
Behandeld door huisarts 80 jaar of ouder 2021 38.072 18.060 3.654 14.405 20.012 1.714 11.539 859 3.255 2.645 2.489 45 111
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het Sterfgevallenonderzoek geeft informatie over medische beslissingen die de behandelend arts rond het levenseinde heeft genomen. Voor het onderzoek is een steekproef getrokken uit de doodsoorzaakverklaringen van mensen die in de maanden augustus t/m november van het onderzoeksjaar zijn overleden en die op het moment van overlijden tot de bevolking van Nederland behoorden. De steekproefgegevens zijn omgerekend naar jaarcijfers.

Deze tabel betreft de overledenen naar medische beslissing rond het levenseinde per behandelaar en leeftijd.

Gegevens beschikbaar: 2001, 2005, 2010, 2015 en 2021

Status van de cijfers
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 26 mei 2023:
- Cijfers over 2021 zijn toegevoegd.
- In 2021 zijn er 96 overledenen met onbekende 'medische beslissing levenseinde'. Deze zijn enkel opgenomen in het totaal. Hierdoor tellen de onderliggende cijfers niet exact op tot het totaal.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Het onderzoek vindt vijfjaarlijks plaats. In 2020 is het onderzoek met een jaar uitgesteld in verband met de hoge werkbelasting in de gezondheidszorg ten gevolge van covid-19. Er is daardoor eenmalig een interval van zes jaar tussen 2015 en 2021.

Toelichting onderwerpen

Totaal overledenen
Het totaal aantal overleden personen. In 2021 zijn er 96 overledenen met onbekende ‘medische beslissing levenseinde’. Deze zijn niet opgenomen bij de onderliggende cijfers.
Zonder MBL-handelwijze
Overleden personen zonder MBL-handelwijze
Medische beslissing rond het levenseinde (MBL-handelwijze): indien een arts meerdere beslissingen heeft genomen, dan is het sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende beslissing. Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het levenseinde ofwel MBL-handelwijze.
Totaal zonder MBL-handelwijze
Plotseling en onverwacht overleden
Persoon die plotseling en onverwacht is overleden en van wie wordt aangenomen dat er geen medische beslissingen rond het levenseinde zijn genomen.
Niet plotseling/onverwacht overleden
Met MBL-handelwijze
Overleden personen met MBL-handelwijze
Medische beslissing rond het levenseinde (MBL-handelwijze): indien een arts meerdere beslissingen heeft genomen, dan is het sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende beslissing. Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het levenseinde, ofwel MBL-handelwijze.
De in de tabel gepresenteerde indeling is oplopend gegroepeerd naar meest ingrijpende handelwijze.
Totaal met MBL-handelwijze
NIS rekening houdend met overlijden
Niet Instellen en/of Staken van een behandeling (NIS) rekening houdend met overlijden
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts kiest voor het niet instellen of staken van een behandeling (NIS) rekening houdend met bespoediging van het levenseinde van de patiënt.
PSB rekening houdend met overlijden
Pijn- en symptoombestrijding (PSB) rekening houdend met overlijden
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding (PSB) toepast d.m.v. één of meer medicamenten. Hierbij houdt de arts er rekening mee de dat het levenseinde van de patiënt wordt bespoedigd.
PSB overlijden mede doel
Pijn- en symptoombestrijding (PSB) met overlijden mede als doel
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding (PSB) toepast d.m.v. één of meer medicamenten. Hierbij heeft de arts mede het doel het levenseinde van de patiënt te bespoedigen.
NIS overlijden uitdrukkelijk doel
Niet Instellen en/of Staken van een behandeling (NIS) met overlijden als uitdrukkelijk doel
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts kiest voor het niet instellen of staken van een behandeling (NIS) met bespoediging van het levenseinde van de patiënt als uitdrukkelijk doel.
Toedienen middel overlijden uitdr. doel
Toedienen middel met overlijden als uitdrukkelijk doel
Levensbeëindigend handelen door een arts door middel van het voorschrijven, verstrekken of toedienen van een middel met het uitdrukkelijke doel het levenseinde van de patiënt te bespoedigen.
Totaal toedienen middel
Euthanasie
Er is sprake van euthanasie indien de arts heeft aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven,
verstrekt of toegediend met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat de patiënt het middel niet uitsluitend zelf heeft toegediend of tot zich heeft genomen én
- dat deze beslissing is genomen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.
Hulp bij zelfdoding
Het opzettelijk verlenen van hulp bij levensbeëindigend handelen door de betrokkene op diens verzoek. Van hulp bij zelfdoding is sprake indien door de arts is aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven of verstrekt met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat de patiënt dit middel uitsluitend zelf heeft toegediend of zelf tot zich heeft genomen én
- de beslissing over deze laatstgenoemde handelwijze is genomen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.
Levensbeëindigend hand. zonder verzoek
Levensbeëindigend handelen zonder verzoek
Er is sprake van levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk verzoek van de patiënt indien de arts heeft aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven, verstrekt of toegediend met uitdrukkelijk doel het levenseinde te bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat deze beslissing niet is genomen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.