Conjunctuurtest industrie

Tabeltoelichting

Toelichting onderwerpen

Productie en bezettingsgraad

Betreft de ontwikkeling van de productie van de voorgaande maand ten
opzichte van de daaraan voorafgaande maand (realisatie) en de verwachte
ontwikkeling van de productie in de komende drie maanden gerekend vanaf
het begin van de verslagmaand.
Bij het beantwoorden van de vragen houden de ondernemers rekening met de
invloeden van het seizoen.
Andere indicatoren waarnaar gevraagd wordt en die nauw samenhangen
met de productie zijn: de bezettingsgraad, de (technische)
productiecapaciteit en belemmeringen van de productie.
De antwoorden van de ondernemers zijn gewogen met de omzetwaarde van de
betreffende onderneming.

Oordeel productiecapaciteit

Gewogen antwoordpercentages van de kwartaalvraag: 'Beoordeelt u de
huidige productiecapaciteit (te) groot, voldoende of (te) klein, gelet
op de te verwachten afzetontwikkeling?'.

Productiecapaciteit te groot

Gewogen percentage van de ondernemers dat de huidige productiecapaciteit
(te) groot acht, 'gelet op de te verwachten afzetontwikkeling'.

Productiecapaciteit voldoende

Gewogen percentage van de ondernemers dat de huidige productiecapaciteit
voldoende acht, 'gelet op de te verwachten afzetontwikkeling'.

Productiecapaciteit te klein

Gewogen Percentage van de ondernemers dat de huidige productiecapaciteit
(te) klein acht, 'gelet op de te verwachten afzetontwikkeling'.

Productiecapaciteit saldo

Het gewogen percentage ondernemers met de melding dat de
productiecapaciteit te groot is minus het percentage ondernemers die
deze te klein vinden. Dit saldo geeft in vergelijking met de voorgaande
saldi inzicht in het huidig tekort of overschot van de beschikbare
capaciteit.

Productiebelemmeringen

Aan het begin van een kwartaal geven de ondernemers aan of er
tijdens het onderzoek sprake is van belemmeringen van de productie.
Voorbeelden van productiebelemmeringen zijn: onvoldoende vraag,
tekort aan capaciteit en tekort aan arbeid.

Belemmering door gebrek aan capaciteit

Gewogen percentage ondernemers die aangeven dat ze te weinig machines of
installaties hebben om te kunnen voldoen aan de vraag en of (vanaf 1e
kwartaal 2003) een tekort aan materialen.

Saldi per indicator

Deze keuze maakt het mogelijk het saldo per indicator sneller te
selecteren, zonder daarbij te moeten kiezen tussen andere resultaten
(groot, klein, toe- en afnemen) die verwerkt zijn in het saldo.
Het saldo is het verschil tussen antwoordpercentages
toegenomen/groot/verbeterd en afgenomen/klein/verslechterd.

Productie

Betreft de ontwikkeling van de productie van de voorgaande maand ten
opzichte van de daaraan voorafgaande maand (realisatie) en de verwachte
ontwikkeling van de productie in de komende drie maanden gerekend vanaf
het begin van de verslagmaand.
Bij het beantwoorden van de vragen houden de ondernemers rekening met de
invloeden van het seizoen.
Verder wordt gevraagd naar het oordeel over de (technische)
productiecapaciteit.
De antwoorden worden gewogen met de omzetwaarde van de onderneming.

Oordeel productiecapaciteit

Het gewogen percentage ondernemers met de melding dat de
productiecapaciteit te groot is minus het percentage
ondernemers die deze te klein vindt. Dit saldo geeft vergeleken met
de voorgaande saldi inzicht in de huidige krapte of
overcapaciteit.