Regionale kerncijfers Nederland

Regionale kerncijfers Nederland

Regio's Perioden Bevolking Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsgroei Gemiddeld aantal inwoners (aantal) Onderwijs Naar schoolgemeente Leerlingen Basisonderwijs (aantal) Onderwijs Naar schoolgemeente Leerlingen Speciaal basisonderwijs (aantal) Onderwijs Naar woongemeente Leerlingen/studenten Voortgezet onderwijs (aantal) Onderwijs Naar woongemeente Leerlingen/studenten Hoger beroepsonderwijs (aantal) Onderwijs Naar woongemeente Leerlingen/studenten Wetenschappelijk onderwijs (aantal) Onderwijs Naar woongemeente Gediplomeerden Voortgezet onderwijs (aantal) Onderwijs Naar woongemeente Gediplomeerden Middelbaar beroepsonderwijs (aantal) Onderwijs Naar woongemeente Gediplomeerden Hoger beroepsonderwijs bachelor (aantal) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Particuliere huishoudens excl. studenten (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Eenpersoonshuishouden (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Eenoudergezin (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Paar, zonder kind (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Paar, met kind(eren) (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Inkomen als werknemer (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Overdrachtsinkomen (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Woningbezit: eigen woning (1 000 euro)
Zaanstreek (CR) 2024
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2024
Alphen aan den Rijn 2024
Capelle aan den IJssel 2024
Horst aan de Maas 2024
Krimpen aan den IJssel 2024
Millingen aan de Rijn 2024
Nieuwerkerk aan den IJssel 2024
Oostzaan 2024
Valkenburg aan de Geul 2024
Voorne aan Zee 2024
Zaanstad 2024
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.

Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.
Voor deze StatLinetabel is besloten dat de indeling naar migratieachtergrond niet meer wordt bijgewerkt vanaf 2023. De nieuwe indeling zal in deze tabel worden opgenomen worden als er voldoende jaren beschikbaar zijn voor een nieuwe reeks. Regionale cijfers naar herkomstland zijn onder meer te vinden in de tabellen 'Bevolking; herkomstland, geboorteland, leeftijd, regio, 1 januari' en 'Kerncijfers wijken en buurten 2023'. Koppelingen naar deze tabellen staan in paragraaf 3.


Wijzigingen per 8 april 2024:

Bevolking
Totale bevolking op 1 januari: de voorlopige cijfers van 2024 zijn toegevoegd.
Doodsoorzaken: de definitieve cijfers van 2022 zijn toegevoegd.

Landbouw
Mineralenuitscheiding en mestproductie: de definitieve cijfers van 2022 en de voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Milieu
Afval van huishoudens: de definitieve cijfers van 2019 en de nader voorlopige cijfers van 2022 zijn toegevoegd.

Lokalisering
Lokalisering van gemeenten: de definitieve gegevens van 2024 zijn toegevoegd. De regionale eenheden (Politie) van 2024 worden in de tweede helft van dit jaar gepubliceerd.
Aantal gemeenten per regio: de definitieve gegevens van 2024 zijn toegevoegd.


Wijzigingen per 18 december 2023:
Correctie: Vanwege een wijziging in de brondata van de studieschulden zijn bij het onderwerp Vermogen de cijfers van 2019 en 2020 aangepast.


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Juni 2024.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De geregistreerde bevolking van Nederland.
Bevolkingsontwikkeling
De manier waarop de cijfers over bevolkingsontwikkeling worden geproduceerd is in 2014 gewijzigd. Dit heeft tot gevolg dat de cijfers van bevolkingsontwikkeling over 2013 in verschillende tabellen soms niet overeenkomen. De verschillen zijn minimaal en treden alleen op in 2013.

Verwerking grenswijziging Rotterdam en Rozenburg in 2010:
Per 18 maart 2010 is de gemeente Rozenburg opgeheven en in zijn geheel overgegaan naar de gemeente Rotterdam.
Voor de overzichtelijkheid zijn de cijfers met betrekking tot geboorte, sterfte, buitenlandse migratie en verhuizingen in Rozenburg voor geheel 2010 bij Rotterdam geteld.
Voor Rozenburg zijn dus geen gegevens over de bevolkingsontwikkeling in 2010 beschikbaar.
De bevolkingsgroei van Rotterdam is steeds gerelateerd aan de bevolkingsaantallen van Rotterdam en Rozenburg samen.
Bevolkingsgroei
Gemiddeld aantal inwoners
De helft van de geregistreerde bevolking van Nederland op 1 januari plus de helft van de geregistreerde bevolking van Nederland op 31 december.
Onderwijs
Het aantal leerlingen/studenten en geslaagden/afgestudeerden op instellingen waar het onderwijs door de overheid bekostigd is (regulier onderwijs). Deze reeks loopt vanaf het schooljaar 2000/'01.

TELLING ONDERWIJSSOORTEN
Behalve bij het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs zijn de gegevens over het aantal leerlingen gebaseerd op de jaarlijkse tellingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
De gegevens over het aantal studenten bij het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs zijn gebaseerd op uitkomsten van het 'Project één cijfer Hoger Onderwijs'. In dit project werken het CBS, de Informatie Beheer Groep (IB-groep), de HBO-raad, de VSNU (Vereniging van Universiteiten), Cfi (een agentschap van het Ministerie van OCW) en het Ministerie van OCW samen om bij publicaties over het hoger onderwijs van dezelfde bronbestanden gebruik te maken en met uniforme definities en berekeningsmethoden tot een gecoördineerde standtelling te komen. Essentieel is dat genoemde instanties dezelfde afslag van het Centraal Register Inschrijvingen Hoger Onderwijs (CRIHO) hanteren. In onderling overleg is daar een aantal kenmerken aan toegevoegd.

REGIONALE GEGEVENS
Voorheen waren alle regionale gegevens over het onderwijs vermeld per gemeente van de (hoofd)vestiging. Door invoering van het onderwijsnummer is het nu mogelijk de gegevens te verstrekken naar de woongemeente van de leerling of student. Alleen bij het primair onderwijs (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciale scholen) zijn de leerlingen nog geteld naar de gemeente van de vestiging van de school.

TELDATUM
De teldatum voor het wetenschappelijk onderwijs is 1 december en voor de overige schoolsoorten 1 oktober. Dat betekent dat de gegevens over bijvoorbeeld het schooljaar 2005/'06 betrekking hebben op de situatie per 1 december 2005 of 1 oktober 2005.

SCHOOL- OF STUDIEJAAR VERSUS STATISTIEKJAAR
Een extra bijkomstigheid is dat in deze tabel een school- of studiejaar vertaald wordt naar een kalenderjaar en dat gemeentelijke herindelingen worden doorgevoerd per 1 januari. Een schooljaar bij het voortgezet of beroepsonderwijs loopt over twee kalenderjaren van 1 augustus tot en met 31 juli en een studiejaar bij het hoger onderwijs loopt over twee kalenderjaren van 1 september tot en met 31 augustus.
In deze tabel staan de onderwijsgegevens bij het jaar waarin het school- of studiejaar begint, dus voor het schooljaar 2005/'06 bij 2005.
Naar schoolgemeente
Een schoolgemeente beschrijft de groep leerlingen die naar school gaat op een vestiging die in de betreffende gemeente dan wel regio staat.
Leerlingen
Het aantal leerlingen op instellingen waar het primair onderwijs (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciale scholen) door de overheid bekostigd is (regulier onderwijs) naar gemeente van de vestiging van de school.
Basisonderwijs
Het onderwijs zoals opgenomen in de Wet primair Onderwijs (WPO).
Het reguliere basisonderwijs is bedoeld voor kinderen van 4-12 jaar.
Speciaal basisonderwijs
Het onderwijs zoals opgenomen in de Wet primair onderwijs (WPO).
Het speciaal basisonderwijs is bedoeld voor kinderen die meer hulp behoeven bij de opvoeding en het leren dan het reguliere basisonderwijs kan bieden. Vergeleken met scholen voor basisonderwijs hebben scholen voor speciaal basisonderwijs kleinere groepen leerlingen en beschikken ze over meer deskundigen om de leerlingen met leer- en gedragsproblemen te begeleiden.
Naar woongemeente
Een woongemeente beschrijft de groep leerlingen en studenten die op 1 oktober van het schooljaar of studiejaar in de betreffende gemeente dan wel regio woont. Van sommige leerlingen of studenten is de woongemeente onbekend.
Zij zijn dan wel opgenomen in het nationale totaal maar niet bij de onderliggende regionale niveaus.
Leerlingen/studenten
Het aantal leerlingen/studenten op instellingen waar het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs door de overheid bekostigd is (regulier onderwijs) die op 1 oktober van het school- of studiejaar in de betreffende gemeente dan wel regio wonen.
Niet van elke leerling/student is bekend wat de woongemeente is.
In het nationale totaal zit bij elke onderwijssoort een groep leerlingen/ studenten waarvan de woongemeente niet bekend is.
Deze groep is < 0,8% bij het voortgezet onderwijs, < 0,5% bij de beroepsopleidende leerweg, < 1,3% bij de beroepsbegeleidende leerweg, < 7% bij het hoger beroepsonderwijs en < 4% bij het wetenschappelijk onderwijs en ontbreekt dus bij de onderliggende regionale niveaus.
Voortgezet onderwijs
Het onderwijs zoals opgenomen in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) behalve het praktijkonderwijs.
De WVO omvat de volgende onderwijssoorten: vwo, havo, vmbo (met en zonder indicatie voor leerwegondersteuning) en praktijkonderwijs.
In 2003 en 2004 is het vmbo behalve het agrarisch onderwijs dat wordt bekostigd door het Ministerie van LNV.
Pas vanaf 2007 is het aantal leerlingen naar woongemeente in het praktijkonderwijs bekend.
Hoger beroepsonderwijs
Het onderwijs zoals opgenomen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Het betreft hier voltijdonderwijs, deeltijdonderwijs en duaal onderwijs.
Wetenschappelijk onderwijs
Het betreft hier vol-, deeltijd- en duaal onderwijs.
---
De theologische universiteiten, de Universiteit voor Humanistiek, de transnationale Universiteit Limburg, de Universiteit van Nijenrode en de Open Universiteit zijn niet opgenomen.
Gediplomeerden
Mensen die met goed gevolg een afsluitend examen voor een bepaalde onderwijssoort hebben afgelegd.
Voortgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs bij de geslaagden omvat vwo, havo, vmbo inclusief vanaf 2005 de vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra (AOC), leerwegondersteunend onderwijs (lwoo).
Het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), het praktijk- onderwijs, de Engelse Stroom (onder havo) en het Internationaal Baccalaureaat (onder vwo) zijn buiten beschouwing gelaten.
Middelbaar beroepsonderwijs
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) omvat de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) zoals opgenomen in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) plus de extranei (personen die geen onderwijs volgen maar slechts ingeschreven staan voor een examen).
Het betreft hier vol- én deeltijdonderwijs.
Hoger beroepsonderwijs bachelor
Een hoger beroepsonderwijs bachelor is iemand die een studie in het hoger beroepsonderwijs (hbo) succesvol heeft afgerond.
Een bachelordiploma geeft toegang tot een masteropleiding in het hbo.
De bachelorgraad werd ingevoerd bij de introductie van het zogeheten bachelor-masterstelsel in het hoger onderwijs in 2002/'03.
Degenen die vóór 2002/'03 voor een hbo-studie zijn geslaagd, worden ook tot de bachelors gerekend.
Voor toelating tot een masteropleiding aan een universiteit moet een gediplomeerde hbo'er vrijwel altijd eerst een schakelprogramma volgen.
Inkomen en vermogen
Inkomen en vermogen van huishoudens. De populatie bestaat uit alle particuliere huishoudens met bekend inkomen, waarbij studentenhuishoudens in deze tabel worden uitgesloten. Peildatum voor de populatie is 1 januari van het verslagjaar.
Mediaan vermogen huishoudens
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Type: Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Type: Eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Type: Paar, zonder kind
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Type: Paar, met kind(eren)
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar met (een) thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Bron: Inkomen als werknemer
Huishoudens waarvoor het loon van werknemer de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Inkomen als zelfstandige
Huishoudens waarvoor het inkomen als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder en overig zelfstandige de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Overdrachtsinkomen
Huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron vormt.
Woningbezit: eigen woning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.