Regionale kerncijfers Nederland

Regionale kerncijfers Nederland

Regio's Perioden Bevolking Bevolkingssamenstelling op 1 januari Migratieachtergrond Migratieachtergrond Nederlandse achtergrond (aantal) Bevolking Bevolkingssamenstelling op 1 januari Migratieachtergrond Migratieachtergrond Met migratieachtergrond Niet-westerse migratieachtergrond (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba (aantal) Bevolking Bevolkingssamenstelling op 1 januari Migratieachtergrond Migratieachtergrond, relatief Nederlandse achtergrond (%) Bevolking Bevolkingssamenstelling op 1 januari Migratieachtergrond Migratieachtergrond, relatief Met migratieachtergrond Niet-westerse migratieachtergrond (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba (%) Bedrijfsvestigingen Bedrijfsvestigingen naar activiteit R-U Cultuur, recreatie, overige diensten (aantal) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Totale oppervlakte (are) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Akkerbouw (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Tuinbouw open grond (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Tuinbouw onder glas (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Blijvend grasland (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Natuurlijk grasland (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Tijdelijk grasland (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Groenvoedergewassen (%) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Afstand tot bibliotheek (km) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Afstand tot bioscoop (km) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Aantal bioscopen binnen 10 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Afstand tot zwembad (km) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Afstand tot sportterrein (km)
Nederland 2024
Noord-Nederland (LD) 2024
Oost-Nederland (LD) 2024
West-Nederland (LD) 2024
Zuid-Nederland (LD) 2024
Groningen (PV) 2024
Fryslân (PV) 2024
Drenthe (PV) 2024
Overijssel (PV) 2024
Flevoland (PV) 2024
Gelderland (PV) 2024
Utrecht (PV) 2024
Noord-Holland (PV) 2024
Zuid-Holland (PV) 2024
Zeeland (PV) 2024
Noord-Brabant (PV) 2024
Limburg (PV) 2024
Oost-Groningen (CR) 2024
Delfzijl en omgeving (CR) 2024
Overig Groningen (CR) 2024
Noord-Friesland (CR) 2024
Zuidwest-Friesland (CR) 2024
Zuidoost-Friesland (CR) 2024
Noord-Drenthe (CR) 2024
Zuidoost-Drenthe (CR) 2024
Zuidwest-Drenthe (CR) 2024
Noord-Overijssel (CR) 2024
Zuidwest-Overijssel (CR) 2024
Twente (CR) 2024
Veluwe (CR) 2024
Achterhoek (CR) 2024
Arnhem/Nijmegen (CR) 2024
Zuidwest-Gelderland (CR) 2024
Utrecht (CR) 2024
Kop van Noord-Holland (CR) 2024
Alkmaar en omgeving (CR) 2024
IJmond (CR) 2024
Agglomeratie Haarlem (CR) 2024
Zaanstreek (CR) 2024
Groot-Amsterdam (CR) 2024
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2024
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2024
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2024
Delft en Westland (CR) 2024
Oost-Zuid-Holland (CR) 2024
Groot-Rijnmond (CR) 2024
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2024
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2024
Overig Zeeland (CR) 2024
West-Noord-Brabant (CR) 2024
Midden-Noord-Brabant (CR) 2024
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2024
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2024
Noord-Limburg (CR) 2024
Midden-Limburg (CR) 2024
Zuid-Limburg (CR) 2024
Flevoland (CR) 2024
Aa en Hunze 2024
Aalburg 2024
Aalsmeer 2024
Aalten 2024
Ter Aar 2024
Aarle-Rixtel 2024
Abcoude 2024
Achtkarspelen 2024
Akersloot 2024
Alblasserdam 2024
Albrandswaard 2024
Alkemade 2024
Alkmaar 2024
Almelo 2024
Almere 2024
Alphen aan den Rijn 2024
Alphen en Riel 2024
Alphen-Chaam 2024
Altena 2024
Ambt Delden 2024
Ambt Montfort 2024
Ameland 2024
Amerongen 2024
Amersfoort 2024
Ammerzoden 2024
Amstelveen 2024
Amsterdam 2024
Andijk 2024
Angerlo 2024
Anloo 2024
Anna Paulowna 2024
Apeldoorn 2024
Appingedam 2024
Arcen en Velden 2024
Arnemuiden 2024
Arnhem 2024
Assen 2024
Asten 2024
Avereest 2024
Axel 2024
Baarle-Nassau 2024
Baarn 2024
Bakel en Milheeze 2024
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.

Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.
Voor deze StatLinetabel is besloten dat de indeling naar migratieachtergrond niet meer wordt bijgewerkt vanaf 2023. De nieuwe indeling zal in deze tabel worden opgenomen worden als er voldoende jaren beschikbaar zijn voor een nieuwe reeks. Regionale cijfers naar herkomstland zijn onder meer te vinden in de tabellen 'Bevolking; herkomstland, geboorteland, leeftijd, regio, 1 januari' en 'Kerncijfers wijken en buurten 2023'. Koppelingen naar deze tabellen staan in paragraaf 3.


Wijzigingen per 8 april 2024:

Bevolking
Totale bevolking op 1 januari: de voorlopige cijfers van 2024 zijn toegevoegd.
Doodsoorzaken: de definitieve cijfers van 2022 zijn toegevoegd.

Landbouw
Mineralenuitscheiding en mestproductie: de definitieve cijfers van 2022 en de voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Milieu
Afval van huishoudens: de definitieve cijfers van 2019 en de nader voorlopige cijfers van 2022 zijn toegevoegd.

Lokalisering
Lokalisering van gemeenten: de definitieve gegevens van 2024 zijn toegevoegd. De regionale eenheden (Politie) van 2024 worden in de tweede helft van dit jaar gepubliceerd.
Aantal gemeenten per regio: de definitieve gegevens van 2024 zijn toegevoegd.


Wijzigingen per 18 december 2023:
Correctie: Vanwege een wijziging in de brondata van de studieschulden zijn bij het onderwerp Vermogen de cijfers van 2019 en 2020 aangepast.


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Juni 2024.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De geregistreerde bevolking van Nederland.
Bevolkingssamenstelling op 1 januari
Bevolking:
De inwoners van een bepaald gebied.

In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
Migratieachtergrond
Kenmerk dat weergeeft met welk land een persoon verbonden is op basis van het geboorteland van de ouders of van zichzelf.
Migratieachtergrond
Nederlandse achtergrond
Persoon met een Nederlandse achtergrond

Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
Met migratieachtergrond
Persoon met een migratieachtergrond

Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Niet-westerse migratieachtergrond
Persoon met een niet-westerse migratieachtergrond

Persoon met als migratieachtergrond een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.

Op grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit Indonesië en Japan tot de westerse migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
(voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba
Personen met als migratieachtergrond (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba.

Betreft een samentelling van de eilanden die tot het grondgebied van de Nederlandse Antillen en Aruba van vóór 10 oktober 2010 behoorden. Het gaat om de eilanden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten en Aruba.

Vanaf 10 oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen ontbonden. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat dan uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Alle eilanden hebben een nieuwe status.
Curaçao en Sint Maarten zijn nieuwe landen binnen het Koninkrijk. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk zijn Curaçao en Sint Maarten autonome landen. De landen hebben een zelfstandig bestuur en zijn niet meer afhankelijk van Nederland. De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wel Caribisch Nederland, hebben een diepere band met Nederland en functioneren als bijzondere gemeente van Nederland.

Op 1 januari 1986 werd Aruba afgescheiden van de Nederlandse Antillen. Sinds die datum is Aruba een nieuw land binnen het Koninkrijk de Nederlanden. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk is Aruba een autonoom land. Aruba heeft een zelfstandig bestuur en is niet meer afhankelijk van Nederland.
Migratieachtergrond, relatief
Nederlandse achtergrond
Personen van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren als percentage van het totaal aantal inwoners per 1 januari.
Met migratieachtergrond
Personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren als percentage van het totaal aantal inwoners per 1 januari.
Niet-westerse migratieachtergrond
Persoon met een niet-westerse migratieachtergrond

Personen met als migratieachtergrond een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije, als percentage van het totaal aantal inwoners per 1 januari.

Op grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit Indonesië en Japan tot de westerse migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
(voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba
Personen met als migratieachtergrond (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba, als percentage van het totaal aantal inwoners per 1 januari.

Betreft een samentelling van de eilanden die tot het grondgebied van de Nederlandse Antillen en Aruba van vóór 10 oktober 2010 behoorden. Het gaat om de eilanden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten en Aruba.

Vanaf 10 oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen ontbonden. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat dan uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Alle eilanden hebben een nieuwe status.
Curaçao en Sint Maarten zijn nieuwe landen binnen het Koninkrijk. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk zijn Curaçao en Sint Maarten autonome landen. De landen hebben een zelfstandig bestuur en zijn niet meer afhankelijk van Nederland. De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wel Caribisch Nederland, hebben een diepere band met Nederland en functioneren als bijzondere gemeente van Nederland.

Op 1 januari 1986 werd Aruba afgescheiden van de Nederlandse Antillen. Sinds die datum is Aruba een nieuw land binnen het Koninkrijk de Nederlanden. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk is Aruba een autonoom land. Aruba heeft een zelfstandig bestuur en is niet meer afhankelijk van Nederland.
Bedrijfsvestigingen
Bedrijfsvestigingen naar activiteit op 1 januari (SBI 2008).

Deze tabel bevat gegevens over het aantal vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De vestigingen zijn voorts ingedeeld naar de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar.

Vestiging:
Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit ten minste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd.

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.

In deze tabel is gekozen voor de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging. Niet iedere vestiging van een bedrijf houdt zich bezig met de hoofdactiviteit (SBI) van het bedrijf als geheel. Om te weten welke activiteiten worden uitgevoerd in een regio is de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging gebruikt. In de tabel zijn de vestigingen (naast de totalen) ook naar de volgende sectoren onderverdeeld:
A: Landbouw, bosbouw en visserij
B-F: Nijverheid en energie
G+I: Handel en horeca
H+J: Vervoer, informatie en communicatie
K-L: Financiële diensten, onroerend goed
M-N: Zakelijke dienstverlening
O-Q Overheid, onderwijs en zorg
R-U: Cultuur, recreatie, overige diensten

Het aantal vestigingen is afgerond op een veelvoud van vijf. In geval van afrondingen kan het voorkomen, dat de totalen niet precies overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
Bedrijfsvestigingen naar activiteit
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten
Landbouw
De gegevens voor dit onderwerp komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.
De overgang van Weesp naar Amsterdam heeft plaatsgevonden op 24 maart 2022. Daarom is bij de cijfers over 2022 Weesp bij Amsterdam geteld voor het onderwerp Landbouw.

In 2022 maken paarden, pony's en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie 'koppeling naar relevante tabellen en artikelen').

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.
Oppervlakte cultuurgrond
Cultuurgrond is grond die, blijvend dan wel tijdelijk, deel uitmaakt van het bedrijf, en in hoofdzaak bestemd is voor het voortbrengen van landbouwproducten (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij), met inbegrip van braakland en (tijdelijk) grasland.

Omvat akkerbouw, tuinbouw open grond, tuinbouw onder glas, grasland en groenvoedergewassen.
Totale oppervlakte
Oppervlakte cultuurgrond van alle land- en tuinbouwbedrijven.
Akkerbouw
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van akkerbouw als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Tuinbouw open grond
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van tuinbouw open grond als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Tuinbouw onder glas
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van tuinbouw onder glas als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
Blijvend grasland
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van blijvend grasland als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Blijvend grasland is grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor minstens 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.

Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Natuurlijk grasland
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van natuurlijk grasland als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Natuurlijk grasland is grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen waarvan de opbrengst niet meer bedraagt dan 5 ton droge stof/ha per jaar en waarbij het beheer gedurende meerdere jaren op geen enkele wijze gericht is op een verhoging of handhaving van de landbouwkundige productie. Hiermee worden maatregelen bedoeld zoals bemesting, drainage en onkruidbestrijding.
Tijdelijk grasland
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van tijdelijk grasland als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Tijdelijk grasland is grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor minder dan 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.

Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Groenvoedergewassen
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van groenvoedergewassen als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.
Omvat luzerne, snijmaïs en voederbieten.
Nabijheid voorzieningen
De afstand tot een voorziening is de gemiddelde afstand van alle
inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde voorziening, berekend over de weg.
De afstand is berekend over verharde, door auto's te gebruiken wegen, dus niet over fiets- en voetpaden. Overtochten via veerboten zijn hierbij inbegrepen.
Verbindingen via het buitenland worden echter niet meegenomen. Ook wordt geen rekening gehouden met éénrichtingsverkeer en overige inrijverboden, behalve bij rijks- en provinciale wegen.
De verbindingen over de weg, gevormd door het netwerk van verharde (auto)wegen, zijn opgebouwd op basis van het Nationaal Wegen Bestand (Rijkswaterstaat).
De gemiddelde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in het gebied de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld.
Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10
inwoners per gebied.
.
Een voorziening is een locatie die bezocht kan worden door personen.
De locatie sluit aan bij het gebruik in het dagelijks leven.
Het aantal voorzieningen binnen een bepaalde afstand is het gemiddeld aantal voorzieningen binnen een bepaalde afstand van alle inwoners,
berekend over de weg. De vaste afstanden zijn bepaald op 1, 3, 5, 10 of 20 kilometer.
Afhankelijk van de dichtheid van de voorzieningen is een keuze gemaakt voor de meest relevante afstand.
Het gemiddeld aantal voorzieningen binnen een bepaalde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in het gebied de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld.
Daarnaast geldt dat het aantal voorzieningen alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per gebied.
De adresgegevens van voorzieningen komen van verschillende (externe) instellingen:
- De DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs, onderdeel van het Ministerie OCW) verstrekt de adressen van de schoolvestigingen.
LOCATUS levert locaties van detailhandel, horeca, bioscopen,
sportvoorzieningen (met uitzondering van kunstijsbanen) en recreatievoorzieningen.
Het Nivel (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) verstrekt de adressen van (apotheekhoudende) huisartsen.
Het Onderzoeksbureau Regioplan Beleidsonderzoek heeft de adressen van de kinderopvang geïnventariseerd.
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) verstrekt de adressen van ziekenhuizen.
De VHN (Vereniging Huisartsenposten Nederland) verstrekt de adressen van huisartsenposten.
De VOB (Vereniging van Openbare Bibliotheken) publiceert de locaties van de bibliotheken en hun vestigingen.
.
Onder een inwoner wordt een persoon verstaan die behoort tot de bevolking van een bepaald gebied. In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente.
.
Vrije tijd en cultuur
Afstand tot bibliotheek
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde bibliotheek.
.
Het betreft bibliotheken en hun vestigingen zoals deze zijn opgenomen in de publicatie van de Vereniging van Openbare Bibliotheken.
Mobiele vestigingen zoals bibliobussen zijn buiten beschouwing gebleven.
Afstand tot bioscoop
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde bioscoop.
Aantal bioscopen binnen 10 km
Het gemiddeld aantal bioscopen binnen 10 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.
Afstand tot zwembad
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde zwembad.
Afstand tot sportterrein
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde sportterrein.
.
Terrein in gebruik voor sportactiviteiten, zoals sportveld, sporthal, zwembad, kunstijsbaan, motorcrossbaan en bos in het sportterrein, inclusief bijbehorende parkeerplaatsen en tribunes.
Het terrein heeft een omvang van minimaal 0,5 hectare.