Solvabiliteit

© ANP
De solvabiliteit van grote, niet-financiële vennootschappen kwam in het derde kwartaal van 2018 uit op 50,3 procent.

Dit is 0,3 procentpunt lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ten opzichte van een jaar eerder nam het vreemd vermogen meer toe dan het eigen vermogen, respectievelijk 21 miljard en 15 miljard. In het derde kwartaal van 2018 bedroeg het vreemd vermogen 609,2 miljard euro. De toename is voor drie kwart toe te schrijven aan schulden met een looptijd korter dan één jaar. Kortlopende schulden lagen 15,7 miljard hoger, voor drie kwart afkomstig van financiering buiten de groep. De schulden met een looptijd langer dan één jaar lagen 3,2 miljard hoger. Tegenover 10,6 miljard meer langlopende groepsfinanciering, stond 7,4 miljard minder financiering buiten de groep.

Vergeleken met een kwartaal eerder was de solvabiliteit van grote ondernemingen in het derde kwartaal van 2018 0,3 procentpunt lager. Het vreemd vermogen steeg met 7,1 miljard, terwijl het eigen vermogen nagenoeg gelijk bleef.

Solvabiliteit
JaarKwartaalSolvabiliteit (%)
2016IV49,0
2017I50,4
II50,1
III50,6
IV50,8
2018I49,6
II50,6
III50,3

De cijfers betreffen de 250 grootste niet-financiële ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit productie van goederen en niet-financiële diensten. De gegevens zijn gebaseerd op een panel van ondernemingen.