Solvabiliteit

© ANP

Jaar op jaar

De solvabiliteit van grote, niet-financiële vennootschappen kwam in het derde kwartaal van 2015 uit op 46,1 procent. Dit is een daling van 1,6 procentpunt ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Met 75,8 miljard steeg het vreemd vermogen bijna dubbel zo hard ten opzichte van een jaar eerder als het eigen vermogen (stijging 38,6 miljard).

In het derde kwartaal van 2015 bedroeg het vreemd vermogen 540 miljard euro. De toename is bijna geheel afkomstig van vreemd vermogen met een looptijd langer dan één jaar. Langlopend vreemd vermogen steeg met 65,5 miljard, waarvan 40 procent afkomstig van groepsfinanciering.

Het vreemd vermogen met een looptijd korter dan één jaar steeg met 6,7 miljard. Deze stijging is geheel afkomstig van kortlopende schulden buiten de groep. Kortlopende schulden aan groepsmaatschappijen waren nagenoeg stabiel.

Kwartaal op kwartaal

In het derde kwartaal van 2015 was de solvabiliteit van grote ondernemingen 0,8 procentpunt lager dan een kwartaal eerder. Vreemd vermogen bleef met een stijging van 1,5 miljard nagenoeg stabiel, terwijl het eigen vermogen met liefst 13,6 miljard daalde.

Solvabiliteit