Nederland in Europese top economische internationalisering
Nederland kent een hoge economische verwevenheid met andere Europese landen. De welvaart en werkgelegenheid hangen voor een groot deel af van de handelsrelaties met andere Europese landen. Dit blijkt uit een CBS-analyse op het gebied van export, buitenlandse investeringen en werkgelegenheid.
Nederland heeft sterke exportpositie in Europa
Met 9 procent van de totale EU-exportwaarde in 2013, staat Nederland op een vierde plaats van de grootste exportlanden in Europa. De hoge positie op de ranglijst is onder meer toe te schrijven aan de belangrijke distributiefunctie die ons land voor het Europese achterland vervult. In de periode 2008-2012 steeg de totale waarde van de Europese export van 5173 miljard naar 5873 miljard euro. De grootste economie van Europa, Duitsland, staat op nummer één en neemt bijna een kwart van de totale exportwaarde voor haar rekening. De crisis heeft nauwelijks invloed gehad op de onderlinge export verhoudingen van de EU-landen.
Exportaandeel top 10 exportlanden EU, 2013
Nederland ook aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven
Het buitenland heeft in 2012 voor 463 miljard euro geïnvesteerd in Nederlandse bedrijven. Dit is bijna 8 procent van de totale investeringen die Europese bedrijven hebben gedaan. Hiermee neemt ons land een vijfde plaats in. Buitenlandse investeringen vormen een belangrijk onderdeel van de internationale economische verwevenheid. Van directe buitenlandse investeringen is sprake wanneer een buitenlands bedrijf besluit een bedrijf in Nederland op te starten of door een lokaal bedrijf in Nederland over te nemen.
De totale waarde van buitenlandse investeringen in EU-landen nam in de periode 2008-2012 toe met 18 procent, van 5006 miljard naar 5926 miljard. Hoewel het Nederlandse aandeel afneemt, blijft de absolute waarde in deze vijf jaar stabiel. Het Verenigd Koninkrijk blijft de meest aantrekkelijke bestemming in Europa voor buitenlandse investeerders.
Inkomende investeringen uit buitenland, 2012
Eén op de acht Nederlanders werkt voor buitenlands hoofdkantoor
Een derde indicator waarmee Eurostat de economische internationale verwevenheid monitort is het aantal werknemers dat werkzaam is voor een dochterbedrijf met een buitenlands hoofdkantoor. In 2011 zijn in ons land ruim 850 duizend mensen werkzaam voor een bedrijf in buitenlands eigendom. Dat is 12 procent van de Nederlandse werkzame beroepsbevolking. Dit type werkgelegenheid van alle EU-lidstaten bij elkaar opgeteld bedraagt bijna 19 miljoen mensen. Anderzijds zijn in het buitenland 2,3 miljoen mensen in dienst bij een bedrijf met een Nederlands hoofdkantoor. Dit is 9 procent van het Europese totaal. Twee derde van de banen die in het buitenland gecreëerd worden door Nederlandse hoofdkantoren zijn gesitueerd in de EU.
Aantal werknemers in dienst bij buitenlands bedrijf, naar EU land, 2011
Verschillen zeggenschap werkgelegenheid
Op landniveau zijn er binnen de EU grote verschillen met betrekking tot de zeggenschap over die werkgelegenheid. De EU-15-ondernemingen creëren relatief veel werkgelegenheid in het buitenland. Zo hebben ruim 1.7 miljoen mensen in Frankrijk hun baan te danken aan buitenlandse ondernemingen, terwijl Franse ondernemingen 4,9 miljoen banen creëren in het buitenland. In het oosten van Europa valt een omgekeerde trend waar te nemen. In Polen werken ruim 1,3 miljoen mensen bij bedrijven onder buitenlands zeggenschap, en er zijn slechts 75 duizend banen bij Poolse dochterbedrijven over de grens. Een van de redenen hiervan zijn de lagere loonkosten in de lidstaten die vanaf 2004 lid zijn van de EU.
Economisch gezien zijn buitenlandse vestigingen sterke pijlers; hun omzet en beloning voor werknemers is hoger dan in lokale ondernemingen. Zo bleek uit eerdere analyses dat werknemers van buitenlandse bedrijven gemiddeld bijna 7 procent meer verdienen dan gelijk geschoolde collega’s bij Nederlandse bedrijven.
Economisch belang
Het is voor Nederland van belang dat de Europese economie zich evenwichtig ontwikkelt. Om deze economische verwevenheid inzichtelijk te maken heeft Eurostat twaalf indicatoren ontwikkeld, waaronder de eerdergenoemde drie. Dit is van belang omdat dit aangeeft in hoeverre een land afhankelijk is van andere landen voor haar economie en hoe concurrerend een land is. De Europese Unie gebruikt deze cijfers in het maken en monitoren van haar beleid om de Europese economie te versterken.