Revisie van de macro-economische cijfers van het CBS

Net als in alle andere landen van de Europese Unie worden dit jaar ook de cijfers over de Nederlandse economie aangepast. Aanleiding voor deze revisie is het toepassen van nieuwe internationale afspraken over het samenstellen van economische cijfers. Het invoeren van deze nieuwe internationale richtlijnen is in de Europese Unie verplicht. Vrijwel alle Europese landen verwerken bij deze revisie ook veel nieuwe informatie  in de cijfers over de economie.

1. Om welke cijfers gaat het?

Het gaat om de macro-economische cijfers die worden uitgebracht onder de paraplu van de nationale rekeningen. Hieronder vallen onder meer de economische groei, het bbp, de inkomens van huishoudens, de consumptie, het overheidstekort, de overheidsschuld, de investeringen en de productie en toegevoegde waarde per bedrijfstak.

2. Waarom is er een revisie?

Voor revisies zijn er in het algemeen twee redenen:

  • De internationale definities die worden gebruikt bij het maken van de nationale rekeningen, worden gewijzigd. Deze wijzigingen hangen samen met in de loop der jaren wijzigende economische  inzichten en ook met veranderingen in de economie zelf, zoals de globalisering.
  • De gegevensbronnen waarop de economische cijfers gebaseerd worden, veranderen in de loop der jaren: sommige houden op te bestaan en ook komen er nieuwe bronnen bij. Bij een revisie worden de nieuwe bronnen volledig verwerkt in de nationale rekeningen.

Om bovenstaande redenen is het nodig af en toe te reviseren. De laatste keer dat de Nederlandse nationale rekeningen werden gereviseerd, is als ijkjaar 2001 gehanteerd. Bij de huidige revisie is dat 2010. Directe aanleiding voor de huidige revisie is een grondige herziening van de internationale afspraken. Alle Europese lidstaten hebben, om de nieuwe internationale richtlijnen in te voeren, de laatste jaren een revisie van hun nationale rekeningen opgepakt, en zijn volgens Europese regelgeving verplicht om in september 2014 gereviseerde economische cijfers te publiceren.

3. Wat is het effect op de macro-economische cijfers van Nederland?

De veranderingen zullen tweeledig zijn, veranderingen door aanpassing van definities en veranderingen door het gebruik van nieuwe of verbeterde gegevensbronnen. Door aanpassing van definities zal het bbp in het ijkjaar 2010 voor Nederland 3 à 4 procent hoger uitkomen.
Het effect van de aanpassing van de gegevensbronnen op de hoogte van het bbp is nog niet precies bekend. Bij de revisie met ijkjaar 2001 kwam het bbp door het gebruik van nieuwe bronnen 2,9 procent hoger uit. Die revisie volgde iets sneller op de vorige dan de huidige revisie. Omdat de aanpassing van het bbp ook voor alle voorgaande jaren wordt doorgevoerd, zal het gevolg voor de cijfers over de economische groei, net als bij eerdere revisies, beperkt zijn.

Het overheidstekort zal toenemen als gevolg van nieuwe broninformatie. Zoals door het CBS al eerder naar buiten is gebracht, zal door het gebruik van nieuwe informatie over scholen het tekort van de overheid hoger uitvallen. Bij de publicatie van de uiteindelijke revisie-uitkomsten zal nog meer informatie zijn verwerkt, hetgeen tot een additionele aanpassing van het tekort leidt. De nieuwe internationale definities hebben voor Nederland een gering effect op het overheidstekort en geen effect op de hoogte van de overheidsschuld.

Het tekort en de schuld van de overheid worden vaak uitgedrukt als percentage van het bbp. Het Stabiliteits- en Groeipact bepaalt dat het overheidstekort niet hoger mag zijn dan 3 procent en de schuld niet hoger dan 60 procent van het bbp. De percentages voor de lidstaten kunnen dus veranderen doordat het tekort of de schuld verandert (teller-effect), maar ook doordat de hoogte van het bbp verandert (noemereffect). Omdat teller en noemer toenemen, zal de aanpassing van het Nederlandse overheidstekort als percentage van het bbp relatief beperkt zijn. De Nederlandse overheidsschuld als percentage van het bbp zal wel een aantal procentpunten dalen, omdat de teller (de schuld) vrijwel gelijk blijft en de noemer (het bbp) toeneemt.

Een wijziging van het bbp werkt direct door in het bni (bruto nationaal inkomen). Als het bni verandert, kan dat van invloed zijn op de afdracht van Nederland aan Europese Unie. Dat is echter ook afhankelijk van veranderingen in het bni van de andere lidstaten. Die reviseren immers ook.

4. Hoe zit het met de internationale afspraken?

In 2008 is een nieuwe versie van het System of National Accounts (SNA) verschenen, het wereldwijd gebruikte handboek voor de nationale rekeningen. Het SNA wordt beheerd door de statistische divisie van de Verenigde Naties (UNSD). Door gebruik te maken van het handboek zijn de nationale rekeningen internationaal goed vergelijkbaar. De herziening volgens het ‘SNA 2008’ omvat 44 conceptuele aanpassingen. De belangrijkste veranderingen zijn dat uitgaven aan research and development (R&D) plus een aantal militaire uitgaven voortaan tot de investeringen worden gerekend en dat software die organisaties voor eigen gebruik hebben ontwikkeld tegen marktprijzen wordt gewaardeerd. Een overzicht van de 44 conceptuele wijzigingen is te vinden in Annex 3 van het SNA 2008.

De lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben onderling afgesproken hun nationale rekeningen samen te stellen volgens het eigen Europees Systeem van rekeningen (ESR). Dit ESR is volledig gebaseerd op het SNA en is vastgesteld door de Europese Raad van Ministers. Naast conceptuele afspraken zijn er ook strikte afspraken gemaakt over de levering van gegevens. Dat er binnen Europa strikte en in de wet vastgelegde afspraken over het maken van cijfers zijn gemaakt, is onder meer gedaan vanwege de grote rol die sommige cijfers spelen bij de beoordeling van de overheidsfinanciën van de lidstaten. De al genoemde normen voor de schuld en het tekort van de overheid zijn hier een voorbeeld van. Daarnaast dient het bni als grondslag voor de afdracht van de lidstaten aan de EU.

De 44 aanpassingen volgens het SNA 2008 zijn overgenomen in het vernieuwde ESR. De huidige, op Europa gerichte revisie van de nationale rekeningen wordt aangeduid met ESR-revisie 2010. De tekst van het ESR 2010: Nederlandse versieEngelse versie. Meer informatie over de overgang op het nieuwe ESR is te vinden op de website van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie.  Onlangs heeft de Europese Commissie een press briefing gegeven met technische achtergronden en een eerste schatting van de verwachte bijstellingen van het bbp van de lidstaten. De daar genoemde bijstellingen hebben alleen betrekking op de veranderingen als gevolg van de nieuwe definities.

5. Hoe zit het met de invloed van verbeterde en nieuwe bronnen?

Net als in de meeste andere Europese landen is deze revisie ook gericht op aansluiting op verbeterde of nieuwe bronnen. Het bronmateriaal waarop de nationale rekeningen worden gebaseerd, verandert namelijk in de loop der jaren doordat er bronstatistieken of registraties worden stopgezet, inhoudelijk veranderen of doordat er ander bronmateriaal beschikbaar komt. Wanneer een nieuwe bron wordt geïntroduceerd, dan verschilt het niveau dat daaruit spreekt (bijvoorbeeld het totaal aantal banen) nogal eens van het eerder gemeten niveau. In dat geval wordt het niveau uit de nieuwe bron niet zomaar overgenomen in de nationale rekeningen. Wel worden vanaf dat moment de ontwikkelingen uit de nieuwe bron overgenomen (bijvoorbeeld de stijging of daling van het aantal banen ten opzichte van een jaar eerder). De aanpassing aan het nieuw gemeten niveau vindt plaats bij een revisie.

Doordat de ontwikkelingen die volgen uit de reeds geïntroduceerde nieuwe bronnen al waren overgenomen, blijft het effect van de revisie op de economische groei beperkt. Sinds 2001, het ijkjaar van de vorige revisie, zijn er veel nieuwe bronnen beschikbaar gekomen, onder meer van de Nederlandsche Bank, de Belastingdienst en een aantal andere overheidsinstellingen. Het betreft hier bijvoorbeeld (nieuwe) basisregistraties en registraties van arbeid, lonen en omzetbelastingen.

6. Wanneer worden de nieuwe cijfers gepubliceerd?

Op 6 maart 2014 brengt het CBS een rapport uit waarin details worden gegeven over de gevolgen van de revisie aan de hand van het ijkjaar 2010. Het verschil tussen de cijfers die zijn bepaald met de oude en die zijn bepaald met de nieuwe methode, wordt voor dit jaar geanalyseerd en beschreven. In het rapport zal worden aangegeven welke aanpassingen zijn toe te schrijven aan wijziging van definities en welke zijn toe te schrijven aan herziening van het bronmateriaal. Daarnaast worden voorlopige cijfers gegeven voor de economische groei van 2002 tot en met 2010. Hiermee wordt duidelijk met welke orde van grootte de groeicijfers door de revisie eventueel veranderen. Het CBS kiest ervoor om de uitkomsten van deze analyse over 2010 direct naar buiten te brengen zodra ze beschikbaar zijn en niet te wachten tot ook de meest recente jaren zijn vastgesteld met de nieuwe methode.

Op 25 juni 2014 worden vervolgens de gereviseerde jaarcijfers van de nationale rekeningen voor de verslagjaren 2001 tot en met 2013 gepubliceerd op StatLine, de CBS-databank op internet, inclusief de gereviseerde kwartaalcijfers tot en met het eerste kwartaal van 2014. De tijdreeksen vanaf het verslagjaar 1990 van de nationale rekeningen zullen eind 2014/begin 2015 worden gepubliceerd.

7. Wat gebeurt er in andere landen?

Alle landen worden geacht hun nationale rekeningen te reviseren, maar het moment waarop landen hun revisie voltooien verschilt. De Verenigde Staten bijvoorbeeld hebben hun gereviseerde cijfers in juli 2013 al uitgebracht. De Europese Commissie heeft met de Europese lidstaten afgesproken dat vanaf 1 september alle economische cijfers moeten worden aangeleverd conform het ESR 2010. De cijfers die vóór 1 september worden geleverd en door Eurostat worden gepubliceerd, moeten nog gemaakt zijn volgens de vorige richtlijnen (ESR 1995). Zo blijven de economische cijfers van de EU-lidstaten die Eurostat publiceert onderling vergelijkbaar. Op de website van Eurostat wordt verwezen naar publicaties van de diverse lidstaten over de revisie.

Vanwege nationale productieplanningen en publicatiekalenders zal de ingangsdatum waarop de landen zelf gereviseerde cijfers publiceren, uiteen kunnen lopen. Zo heeft het CBS de gereviseerde cijfers al op 25 juni beschikbaar; de cijfers kunnen dan al zoveel mogelijk worden gebruikt bij het opstellen van de Miljoenennota en de Macro-economische verkenningen van het Centraal Planbureau. De cijfers die Eurostat over Nederland publiceert, zullen in de maanden juli en augustus afwijken van de nationaal gepubliceerde cijfers. Het CBS zal hier in zijn berichtgeving in deze periode op wijzen.

Tijdslijn revisie

februari 2009

 

 

Formele vaststelling van het SNA 2008 door de Verenigde Naties.

 

 

maart 2010

 

 

Start uitvoering revisie door het CBS.

 

 

21 mei 2013

 

 

Formele vaststelling van het ESR 2010 door Europees parlement en de Raad van de Europese Unie.

 

 

6 maart 2014

 

 

Publicatie revisierapport waarin de effecten van de revisie op het ijkjaar 2010 uiteen worden gezet.

 

 

25 juni 2014

 

 

Publicatie van de gereviseerde cijfers op StatLine, voor de jaren 2001 tot en met 2013 en de bijbehorende kwartalen, plus het eerste kwartaal van 2014.

 

 

25 juni tot 1 september 2014

 

 

Afwijking in de cijferpublicaties over Nederland van Eurostat (ongereviseerd) en van het CBS (gereviseerd). N.B. Dit kan een rol spelen bij de publicatie van de eerste raming over het tweede kwartaal van 2014 op 14 augustus 2014. Het CBS zal hier in zijn berichtgeving extra aandacht aan besteden.

 

 

Vanaf 1 september 2014

 

 

Publicatie van de gereviseerde cijfers van alle lidstaten door Eurostat.

 

 

Eind 2014/begin 2015

 

 

Tijdreeksen van gereviseerde cijfers vanaf 1990 (inclusief de bijbehorende kwartalen) komen beschikbaar op StatLine .