Verbruik biobrandstoffen in wegverkeer daalt

Het verbruik van biobrandstoffen daalde van 3,5 procent, van alle benzine en diesel voor het wegverkeer in 2009, naar 2 procent in 2010. Vooral het verbruik van biodiesel daalde: van 3,5 procent naar 1,5 procent. Het verbruik van biobenzine bleef, met 3 procent van alle benzine, gelijk.

Biobrandstoffen voor het wegverkeer

Biobrandstoffen voor het wegverkeer

Bijmengplicht

Leveranciers van motorbrandstoffen voor het wegverkeer zijn vanaf 2007 verplicht om een bepaald aandeel biobrandstoffen te leveren. In de praktijk gaat het dan vooral om biobrandstoffen die zijn bijgemengd in gewone benzine en diesel. Deze verplichting wordt daarom vaak ‘bijmengplicht’ genoemd. Het verplichte aandeel biobrandstoffen in benzine en diesel voor het wegverkeer is opgelopen van 2 procent in 2007, 3,25 in 2008, 3,75 in 2009, tot 4 procent in 2010.

De fysieke levering van biobrandstoffen op de Nederlandse markt was in 2010 gelijk aan ongeveer 2 procent van alle benzine en diesel voor het wegverkeer. Dit is aanzienlijk lager dan de verplichting. Dat betekent echter niet dat de leveranciers niet aan hun verplichting hebben voldaan. Voor invulling van deze verplichting kunnen leveranciers namelijk ook gebruik maken van extra leveringen uit voorafgaande jaren. Dat is in 2010 in ruime mate gebeurd.

Ook tellen vanaf 2009 milieutechnisch goede biobrandstoffen dubbel. Bij gebruik van deze biobrandstoffen hoeven leveranciers minder biobrandstoffen te leveren om aan de verplichting te voldoen. Vooral voor biodiesel is veel van deze dubbeltelling gebruik gemaakt. Dat verklaart waarom het verbruik van biodiesel in 2010 is teruggelopen. Het verbruik van biobenzine bleef gelijk.

Reinoud Segers

Bron: StatLine, Biobrandstoffen voor het wegverkeer