Oordeel en verwachtingen: hout-, bouwmaterialen- en overige industrie

De Conjunctuurtest van april 2008 laat een iets negatievere stemming zien in de hout-, bouwmaterialen- en overige industrie. De orderontvangsten zijn in maart gelijk gebleven, maar de oordelen zijn negatiever. Voor de komende maanden verwachten de ondernemers een toename van de productie, een stijging van de afzetprijzen en een hogere buitenlandse afzet.

Gelijkblijvende orderontvangsten, negatievere oordelen

De ondernemers zagen in maart de orderontvangsten nagenoeg gelijk blijven aan die van februari. Het oordeel over deze orderontvangsten is echter flink verslechterd. De index orderpositie is gedaald en komt uit op 102,3 (juli 2000=100). De oordelen over de orderpositie en de buitenlandse orderpositie zijn ook al flink negatiever dan vorige maand. Het oordeel over de voorraad gereed product is eveneens iets verslechterd. De positieve stemming in de branche is in 2008 aan het afzwakken.

Orderpositie, oordeel 1 en index 2

Orderpositie, oordeel en index

1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd

Toename productie verwacht

De ondernemers realiseerden naar eigen zeggen een toename van de productie in maart. Ze voorzien voor de maanden april tot en met juni een verdere toename van de productie. De branche is verder overtuigd van een sterke stijging van de afzetprijzen de komende maanden. De ondernemers verwachten ook een lichte toename in de personeelssterkte.

Verwachting voor april tot en met juni 2008

Verwachting voor april tot en met juni 2008

Onvoldoende vraag ervaren

Uit de kwartaalvragen van de conjunctuurtest blijkt dat volgens de ondernemers in het eerste kwartaal de concurrentiepositie op de binnenlandse markt licht is verslechterd, net als op de markt binnen de EU. Buiten de EU is de concurrentiepositie zelfs flink verslechterd. De bezettingsgraad is in het eerste kwartaal nagenoeg onveranderd en komt uit op 82,2. De ondernemers zijn in hun verwachting over de toekomstige buitenlandse afzet nog wel optimistisch, er wordt voor het tweede kwartaal een stijging verwacht. Van de ondernemers geeft 21 procent aan dat onvoldoende vraag een productiebelemmering vormt.