Milieurekeningen 2005

In de afgelopen tien jaar is de milieuvervuiling veroorzaakt door Nederlandse economische activiteiten afgenomen. Alleen de uitstoot van broeikasgassen is stabiel gebleven. In dezelfde periode groeide de economie met ruim 25 procent. Economische groei ging dus niet gepaard met meer vervuiling. Dit komt vooral doordat bedrijven schoner zijn gaan produceren. Over het algemeen vervuilden ook huishoudens minder, ondanks een stijging in de consumptieve bestedingen. Dit zijn enkele conclusies uit de vandaag verschenen publicatie Milieurekeningen 2005 van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Milieusector draagt 8 miljard euro bij aan economie

In totaal draagt de milieusector 8,0 miljard euro bij aan de toegevoegde waarde in Nederland. Dat is bijna 2procent van het totaal. Van de werkgelegenheid neemt de milieusector 1,4 procent voor zijn rekening. Milieuregulering en de behoefte aan een schoner milieu creëren dus werkgelegenheid en toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie. De milieusector bestaat niet alleen uit bedrijven die afval inzamelen en verwerken, maar ook uit bedrijven die milieutechnologie produceren, milieuadviesbureaus en overheidsinstellingen die werken aan het milieu.

Huishoudens betalen ruim de helft van milieubelastingen

In 2005 stegen de opbrengsten uit milieubelastingen met 7 procent ten opzichte van 2004. Milieubelastingen zijn ingesteld om milieuvervuiling op te ruimen, maar ook om milieubelastende activiteiten, zoals autorijden, te ontmoedigen. Huishoudens betalen ruim de helft van alle milieubelastingen. Een gemiddeld huishouden betaalde in 2005 ongeveer 1 800 euro per jaar aan milieubelastingen. Hiervan werd 400 euro betaald voor het zuiveren van afvalwater en het ophalen en verwerken van huisafval. Aan accijnzen op brandstof, de motorrijtuigenbelasting en de energiebelasting betaalde een huishouden gemiddeld 1 200 euro.

Vervoerbedrijven vervuilen relatief veel

De vervoersector heeft een relatief grote bijdrage in de milieuvervuiling. De sector zorgde in 2005 voor 12 procent van de uitstoot van broeikasgassen en 35 procent van verzurende stoffen. De bijdrage aan de toegevoegde waarde in Nederland bedroeg in dat jaar 4 procent.
Een groot gedeelte van de schadelijke stoffen die de Nederlandse vervoersector uitstoot, komt buiten de landsgrenzen terecht. De vervoersector opereert namelijk veelal internationaal.
De grote bijdrage van de vervoersector aan de uitstoot van verzurende stoffen komt voor een belangrijk deel voor rekening van de zeescheepvaart. Zeeschepen gebruiken stookolie die veel zwavel bevat in vergelijking tot benzine, diesel en kerosine.

Productie van bloemen en vliegreizen zeer energie-intensief

In tuinbouwkassen wordt voor het telen van planten en bloemen veel aardgas en elektriciteit verbruikt. Hierdoor is de hoeveelheid energie die nodig is per euro productie erg hoog. Ook voor vliegreizen wordt relatief veel energie verbruikt. De luchtvaartsector behoort daarmee, samen met de tuinbouw en de basischemie, tot de meest energie-intensieve sectoren in Nederland.

Overige onderwerpen

Naast de hier genoemde onderwerpen komen de volgende onderwerpen aan bod in de publicatie Milieurekeningen 2005:
• De uitstoot van broeikasgassen door de luchtvaartsector is fors toegenomen.
• De zorgsector loost veel minder zware metalen per euro toegevoegde waarde.
• De productie van afval is vanaf 2001 stabiel.
• De vergroening van het belastingstelsel stagneert.
• De landbouwsector heeft een relatief hoge uitstoot van fosfor en stikstof, bij een relatief lage bijdrage aan de toegevoegde waarde.
• Een groot deel van de milieuvervuiling in Nederland is toe te schrijven aan de productie van goederen en diensten bestemd voor de export.