Industriebeeld: ondernemers industrie optimistischer

Het optimisme onder de ondernemers is in juni toegenomen. Het producentenvertrouwen kwam uit op 6,4. Dit is de hoogste stand sinds november 2000. In mei viel het vertrouwen nog terug, maar deze daling is in juni weer geheel ongedaan gemaakt. De ondernemers zijn positiever over de toekomstige productie, de orderpositie en de grootte van de voorraad gereed product. Ook verwachten de ondernemers geen daling meer van de werkgelegenheid.

De industrie heeft in april 5 procent meer omgezet dan in april 2005. Al twee jaar lang is de omzet hoger dan in de overeenkomstige maand een jaar eerder. De hogere omzet is het gevolg van hogere afzetprijzen.
De Nederlandse industrie produceerde in april, gecorrigeerd voor verschillen in werkdagpatroon, 0,4 procent meer dan in april 2005.

Na drie kwartalen van stilstand, is in de industrie het volume van de bruto toegevoegde waarde in het eerste kwartaal van 2006 met 1,5 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder.

Industrie over de hele linie positiever

Het producentenvertrouwen in de industrie is een stemmingsindicator voor de industrie. Vooral de producenten van investeringsgoederen en van consumptiegoederen zijn positiever over hun toekomstige productie. De tevredenheid over de orderpositie is het meest gestegen onder de producenten van halffabrikaten. De orderportefeuille van de Nederlandse industrie is sinds 1993 niet meer zo groot geweest. Het aantal ondernemers dat de voorraad gereed product te groot vindt, is afgenomen. Het aantal ondernemers dat de voorraden te klein vindt, is juist toegenomen.

Geen daling van werkgelegenheid verwacht

Het aantal ondernemers dat in juni de komende drie maanden de werkgelegenheid wil verminderen is nagenoeg even groot als de groep ondernemers die de werkgelegenheid wil uitbreiden. Daarmee lijkt een einde te zijn gekomen aan de daling van de werkgelegenheid in de industrie.
In de maanden juli tot en met september verwacht 15 procent van de ondernemers de verkoopprijzen te verhogen terwijl nog maar 3 procent lagere prijzen verwacht.

Omzet hoger door afzetprijzen

De omzet is vooral positief beïnvloed door de afzetprijzen. Die waren gemiddeld ruim 6 procent hoger dan in april 2005. De hogere afzetprijzen zijn vooral het gevolg van forse prijsstijgingen in de aardolie-, chemische en rubberindustrie. Verder telde april in 2006 twee werkdagen minder dan in 2005. Dit had een negatief effect op de omzetontwikkeling.

Productie iets hoger

In de chemie en de voedings- en genotmiddelenindustrie is in april meer geproduceerd dan in dezelfde maand een jaar eerder. De textielindustrie, de papier- en grafische industrie, de metaal en de hout- en bouwmaterialenindustrie produceerden daarentegen minder.

Weer groei in de industrie

In het eerste kwartaal van 2006 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de industrie 1,5 procent groter dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2005. Over geheel 2005 lag het volume van de bruto toegevoegde waarde 0,5 procent onder dat van 2004.

De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2006 gegroeid. Het Bruto Binnenlands Product was 2,9 procent (BBP) hoger dan een jaar eerder. Dit is de hoogste groei in ruim vijf jaar. Aan de groei van het BBP is vooral bijgedragen door de uitvoer en de consumptie van huishoudens. Ook de investeringen trokken aan. Over geheel 2005 groeide het BBP met 1,1 procent.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen