Consumptie

Volledige benaming

Volume van binnenlands consumptie door huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk werkzaam ten behoeve van huishoudens (IZWH).

Omschrijving

Landen brengen hun economie in kaart met behulp van de Nationale rekeningen. In dit statistische systeem wordt het bruto binnenlands product (bbp) aan de bestedingenkant van de economie opgebouwd uit de consumptie, de investeringen en het saldo van de in- en uitvoer. De consumptie bestaat uit de overheidsconsumptie en de consumptie door huishoudens inclusief Instellingen Zonder Winstoogmerk werkzaam ten behoeve van Huishoudens (IZWH).

Bij het bedrag dat gezinnen zelf besteden voor consumptieve doelen (de consumptie door huishoudens of particuliere consumptie) wordt nog een relatief klein bedrag opgeteld. Deze geldstroom loopt via de IZWH. Zij verrichten diensten ten behoeve van de huishoudens en financieren hun activiteiten merendeels uit contributies van leden en bijdragen van donateurs. Het gaat bijvoorbeeld om vakbonden, amateursportverenigingen en organisaties op religieuze grondslag. Nog geen twee procent van de waarde van de binnenlandse consumptie door huishoudens (incl. IZWH) komt voor rekening van de Instellingen Zonder Winstoogmerk.

De binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens (incl. IZWH) bevatten uitgaven aan goederen en diensten op Nederlands grondgebied. Naast consumptieve uitgaven van Nederlandse huishoudens in ons land zijn ook uitgaven op Nederlands grondgebied van in het buitenland woonachtige huishoudens inbegrepen. De uitgaven van Nederlandse huishoudens in het buitenland, bijvoorbeeld tijdens vakanties, zijn daarentegen niet opgenomen. Het volume van de binnenlandse consumptie door huishoudens is de waarde van de consumptieve bestedingen gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Verschillen in de samenstelling van de koopdagen ten opzichte van een jaar eerder kunnen voor sterke schommelingen in de maandcijfers zorgen. Hiervoor is gecorrigeerd.

Overige informatie

De binnenlandse consumptie valt uiteen in bestedingen aan goederen en bestedingen aan diensten. Tot de goederenconsumptie behoren de uitgaven aan voedings- en genotmiddelen, aan duurzame goederen en aan overige goederen. Duurzame goederen zijn in principe gebruiksgoederen die langer dan een jaar meegaan. Hiertoe behoren onder meer kleding en textiel, schoenen, meubels, consumentenelektronica en auto’s. Tot de overige goederen worden gerekend: energie, motorbrandstoffen en alle andere consumptiegoederen die niet als voedings- en genotmiddelen of duurzame goederen worden beschouwd. Denk hierbij aan medicijnen, boeken, bloemen, cosmetica of schoonmaakmiddelen.

Ruim de helft van de consumptieve bestedingen door huishoudens heeft betrekking op de consumptie van diensten. Tot deze bestedingscategorie horen de kosten voor huisvesting, financiële en zakelijke diensten, medische en maatschappelijke diensten en vervoer en communicatie. Ook de uitgaven bij de horeca horen bij de bestedingen aan diensten.