SDG 2 Geen honger

SDG 2 gaat over het streven dat in 2030 niemand meer honger lijdt en iedereen toegang heeft tot veilig, voedzaam en voldoende voedsel. In rijkere landen is er vooral aandacht voor voedselverspilling, omdat ondervoeding en voedselonzekerheid daar weinig voorkomen. Daarom gaat het hier om de duurzaamheid van de voedselproductie.

  • De hoeveelheid grond voor landbouwproductie neemt af en de efficiëntie van landbouwproductie neemt af.
  • Voedselproductie wordt steeds duurzamer, al staat Nederland onderaan de EU-ranglijst wat betreft veestapeldichtheid, eiwitrijke gewassen en biologische landbouw.
  • Het benuttingspercentage van stikstof is relatief laag, wat wijst op milieuverliezen en slechte benutting van grondstoffen. 

Het dashboard en de indicatoren

SDG 2 Geen honger

Middelen en mogelijkheden

43,6%
van de totale oppervlakte in 2024
De langjarige trend is dalend (daling brede welvaart)
14e
van 27
in EU
in 2022
Cultuurgrond (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij)
€ 183
miljoen (prijzen 2015) per 1 000 arbeidsjaren in 2024
De langjarige trend is dalend (daling brede welvaart)
2e
van 27
in EU
in 2024
Productie landbouw

Gebruik

3,20
grootvee-eenheden per hectare cultuurgrond in 2024
De langjarige trend is dalend (stijging brede welvaart)
27e
van 27
in EU
in 2020
Veestapeldichtheid
5,1%
van het totaal areaal cultuurgrond in 2024
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
22e
van 26
in EU
in 2022
Biologische landbouw
0,9%
van het totaal areaal cultuurgrond in 2024
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
18e
van 22
in EU
in 2023
Eiwitrijke gewassen
242,0
kg afzet per miljoen euro landbouwproductievolume in 2023
De langjarige trend is dalend (stijging brede welvaart)
1e
van 15
in EU
in 2023
Chemische gewasbeschermingsmiddelen
73,0%
van melkvee heeft weidegang in 2023
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
Weidegang van melkvee
0,050
gram per kilogram levend gewicht vee in 2023
De langjarige trend is dalend (stijging brede welvaart)
Antibioticagebruik veehouderij

Uitkomsten

91%
fosforafvoer via gewassen t.o.v. totale aanvoer fosfor in 2024
14e
van 19
in EU
in 2019
Benutting fosfor cultuurgrond A)
60%
stikstofafvoer via gewassen t.o.v. totale aanvoer stikstof in 2024
16e
van 19
in EU
in 2019
Benutting stikstof cultuurgrond A)
3%
van het totaal bestedingen aan voeding in 2023
Marktaandeel biologisch voedsel
37,0%
van het verkochte vlees heeft een duurzaamheidskenmerk in 2023
Vlees met duurzaamheidskenmerk
129
kilogram per hoofd van de bevolking in 2022
13e
van 24
in EU
in 2022
Voedselverspilling
SDG 2 Geen honger
Thema Indicator Waarde Trend Positie in EU Positie op EU-ranglijst
Middelen en mogelijkheden Cultuurgrond (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij) 43,6% van de totale oppervlakte in 2024 dalend (daling brede welvaart) 14e van 27 in 2022 midden van de ranglijst
Middelen en mogelijkheden Productie landbouw € 183 miljoen (prijzen 2015) per 1 000 arbeidsjaren in 2024 dalend (daling brede welvaart) 2e van 27 in 2024 bovenste kwart van de ranglijst
Gebruik Veestapeldichtheid 3,20 grootvee-eenheden per hectare cultuurgrond in 2024 dalend (stijging brede welvaart) 27e van 27 in 2020 onderste kwart van de ranglijst
Gebruik Biologische landbouw 5,1% van het totaal areaal cultuurgrond in 2024 stijgend (stijging brede welvaart) 22e van 26 in 2022 onderste kwart van de ranglijst
Gebruik Eiwitrijke gewassen 0,9% van het totaal areaal cultuurgrond in 2024 stijgend (stijging brede welvaart) 18e van 22 in 2023 onderste kwart van de ranglijst
Gebruik Chemische gewasbeschermingsmiddelen 242,0 kg afzet per miljoen euro landbouwproductievolume in 2023 dalend (stijging brede welvaart) 1e van 15 in 2023 bovenste kwart van de ranglijst
Gebruik Weidegang van melkvee 73,0% van melkvee heeft weidegang in 2023 stijgend (stijging brede welvaart)
Gebruik Antibioticagebruik veehouderij 0,050 gram per kilogram levend gewicht vee in 2023 dalend (stijging brede welvaart)
Uitkomsten Benutting fosfor cultuurgrond A) 91% fosforafvoer via gewassen t.o.v. totale aanvoer fosfor in 2024 14e van 19 in 2019 midden van de ranglijst
Uitkomsten Benutting stikstof cultuurgrond A) 60% stikstofafvoer via gewassen t.o.v. totale aanvoer stikstof in 2024 16e van 19 in 2019 onderste kwart van de ranglijst
Uitkomsten Marktaandeel biologisch voedsel 3% van het totaal bestedingen aan voeding in 2023
Uitkomsten Vlees met duurzaamheidskenmerk 37,0% van het verkochte vlees heeft een duurzaamheidskenmerk in 2023
Uitkomsten Voedselverspilling 129 kilogram per hoofd van de bevolking in 2022 13e van 24 in 2022 midden van de ranglijst
 

Uitleg dashboard, kleuren en noten

Omdat in Nederland ondervoeding en voedselonzekerheid niet vaak voorkomen, kijkt dit dashboard meer naar hoe wij voedsel produceren: hoe duurzaam doen we dat? En welke impact heeft dat op de leefomgeving? Een optimale bodemkwaliteit, nu en in de toekomst, is ook van belang voor Leven op het land (SDG 15 Leven op het land).

Middelen en mogelijkheden betreffen de hoeveelheid land en arbeid die beschikbaar zijn voor voedselproductie. De middelen voor voedselproductie in Nederland nemen af. Het areaal cultuurgrond daalt. In 2024 bestond 43,6 procent van de totale oppervlakte (land en water) uit cultuurgrond voor akkerbouw, tuinbouw en veehouderij. Ook de productiewaarde van de landbouw per eenheid arbeid neemt af. Tot 2015 steeg deze indicator vrijwel aanhoudend, tot een piek van 202,7 miljoen euro per duizend arbeidsjaren (in constante prijzen van 2015). Sindsdien is de productiewaarde per eenheid arbeid gedaald tot 183 miljoen euro per duizend arbeidsjaren in 2024. Hoewel de productiewaarde van de landbouw hoog is (alleen Denemarken heeft een hogere productiewaarde per eenheid arbeid) verliest Nederland geleidelijk haar voorsprong.

Gebruik gaat over de manier waarop voedsel geproduceerd wordt. Alle indicatoren laten zien dat voedselproductie steeds duurzamer wordt. Wel staat Nederland bij drie van de vier indicatoren waarvoor een internationale vergelijking mogelijk is, onderaan de EU-ranglijst.

De aandelen van biologische landbouw en de teelt van eiwitrijke gewassen groeien, al zijn ze kleiner dan in de meeste andere EU-landen. In 2024 nam de biologische landbouw (gecertificeerd en in omschakeling) 5,1 procent van het totale areaal cultuurgrond in beslag. Met de teelt van eiwitrijke gewassen, zoals peulvruchten, sojabonen en luzerne, komt meer milieuvriendelijk geproduceerd voedsel ter beschikking, ook als alternatief voor vlees. Het aandeel van deze gewassen is echter nog bescheiden met 0,9 procent van het totale areaal cultuurgrond in 2024.

In 2020 had Nederland met 3,45 grootvee-eenheden per hectare cultuurgrond de hoogste veestapeldichtheid van Europa. Sindsdien is de dichtheid afgenomen tot 3,2 in 2024. De veestapeldichtheid wordt bepaald door de aantallen landbouwhuisdieren van verschillende soorten en leeftijden om te rekenen naar grootvee-eenheden. Het gaat om rundvee, schapen, geiten, varkens, pluimvee en konijnen. Een hoge veestapeldichtheid draagt bij aan de voedselproductie, maar dit gaat ten koste van dierenwelzijn en milieudruk. Het aantal grootvee-eenheden per hectare cultuurgrond loopt sinds 2016 voortdurend terug.

Van de melkkoeien had in 2023 73 procent een vorm van weidegang en dit percentage neemt toe. Weidegang draagt bij aan de duurzaamheid van de landbouw: koeien in de wei zorgen voor minder ammoniakvervluchtiging dan als ze in de stal staan en weidegang is beter voor dierenwelzijn.

In 2023 bedroeg het antibioticagebruik 0,05 gram per kilogram levend gewicht vee. Toediening van antibiotica in de veehouderij kan de groei van dieren stimuleren. Het op grote schaal (of onzorgvuldig) toedienen van antibiotica kan echter ook leiden tot resistente bacteriën, met gevolgen voor de gezondheid van dier en mens. In de veehouderij wordt steeds minder antibiotica gebruikt. Het toedienen van antibiotica als groeibevorderaar is sinds 2006 in de hele EU verboden. Daardoor nam het gebruik tussen 2007 en 2013 sterk af (van 0,23 gram naar 0,09 gram). In de jaren daarna bleef het gebruik trendmatig afnemen.

In 2023 werd voor iedere miljoen euro landbouwproductie 242 kilogram aan chemische bestrijdingsmiddelen verkocht. Dit was het laagste niveau in de EU (voor de 15 landen waarvoor de vergelijking mogelijk was). Door de intensieve landbouwproductie in Nederland gaat het gebruik van bestrijdingsmiddelen echter ook gepaard met aanzienlijke milieuschade. Zou niet worden gekeken naar verdiende euro’s maar naar de verhouding tot het oppervlak cultuurgrond, dan is het beeld anders. In dat perspectief is het verbruik van bestrijdingsmiddelen relatief hoog, en zou Nederland behoren tot de hekkensluiters binnen de EU.

Uitkomsten beschrijven de betaalbaarheid van voedsel en de impact van voedselproductie op de leefomgeving en het dierenwelzijn. De indicatoren voor de uitkomsten laten geen stijgende of dalende trends zien.

In 2024 werd 91 procent van de totale aanvoer van fosfor en 60 procent van de totale aanvoer van stikstof opgenomen en afgevoerd door gewassen. Het deel dat niet wordt opgenomen, vervluchtigt of blijft achter in de bodem, waarna het uitspoelt naar grond- en oppervlaktewater. Bij fosfor is het evenwicht in bemesting in zicht. Hogere benuttingspercentages van aangevoerde voedingsstoffen (vooral dierlijke mest en kunstmest) duiden op lagere milieuverliezen en betere benutting van grondstoffen. Te hoge benuttingspercentages (meer dan 100 procent) van fosfor betekenen dat fosfor aan de bodem wordt onttrokken. Hierdoor is het effect van de voedselproductie op het lokale milieu en de waterkwaliteit gerelateerd aan onder andere de benuttingspercentages van stikstof en fosfor.

In 2023 had 37 procent van het verkochte vlees een duurzaamheidskenmerk, zo blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel van de Wageningen Universiteit (WUR). Het aandeel van biologisch voedsel in de totale voedselbestedingen is sinds 2016 stabiel en schommelt rond de 3 procent. Uitgaande van de EU-definitie werd in Nederland in 2022 129 kilogram voedsel per persoon verspild. Dit is 12,8 procent minder dan in 2021. Hiermee staat Nederland in het midden van de EU-ranglijst.

Beleving betreft tevredenheid met de kwaliteit en het aanbod van voedsel, de leefomgeving en het dierenwelzijn. Er zijn voor deze categorie op dit moment geen geschikte indicatoren bekend.