Internationaliseringsmonitor 2016, derde kwartaal

In deze editie van de Internationaliseringsmonitor staat onze belangrijkste handelspartner, Duitsland, centraal. Met ruim 81 miljoen inwoners, een oppervlakte bijna 9 keer zo groot als Nederland, en een bbp per hoofd van de bevolking van ruim 37 duizend euro per jaar, is Duitsland niet alleen de grootste maar ook de belangrijkste economie van Europa. Duitsland is van enorm belang voor de Nederlandse economie. Nederland verdient netto circa 30 miljard aan de export van goederen naar Duitsland en daarnaast ook nog eens 12 miljard aan de dienstenexport. Dat maakt Duitsland het land maakt waar we veruit het meest aan verdienen.
De economische betrekkingen met Duitsland zijn echter niet gelijkmatig verdeeld. Mede dankzij bijdragen van het statistiekbureau van Noordrijn-Westfalen, het Planbureau voor de Leefomgeving, Fenedex en Atradius worden in deze editie de betrekkingen tussen Nederland en Duitsland voor het eerst vanuit regionaal perspectief gepresenteerd. Trends in internationale handel in goederen, de aanwezigheid van multinationals, diverse transportstromen (binnenvaart en wegvervoer), grenspendel (in samenwerking met PBL) en toerisme worden vanuit een regionaal Nederlands/Duits perspectief belicht.

Het merendeel van de internationale goederenhandel maar ook het wegtransport en binnenvaart is gericht op de westelijk gelegen deelstaten (Bundesländer), en met name met het aangrenzende Noordrijn-Westfalen. Dit houdt echter niet in dat Nederlandse bedrijven en producten alleen vlak over de grens een markt hebben; zo blijkt bijvoorbeeld dat Nederlandse landbouwproducten relatief vaak door oostelijk gelegen deelstaten worden ingevoerd. Wel neemt het belang van Nederlandse landbouwproducten af. Alleen in de deelstaten Saarland, Saksen-Anhalt, Brandenburg, Thüringen, Hamburg en Rijnland-Palts groeit het Nederlandse aandeel. In de grote deelstaten Beieren, Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg en Hessen verliezen Nederlandse landbouwproducten terrein of neemt het belang niet verder toe.

Ook kijkt deze internationaliseringsmonitor naar de trends en kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven op het niveau van de deelstaten. Als we de afstand en economische omvang van de lokale economie in beschouwing nemen, dan blijken twaalf deelstaten minder uit Nederland te importeren dan het zwaartekrachtmodel voorspelt. Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg en Hamburg importeren juist meer Nederlandse goederen dan verwacht en Beieren importeert conform de voorspelling op basis van economiegrootte en afstand. Echter ook in deelstaten waar Nederland al sterk presteert kunnen er nog steeds mogelijkheden tot groei zijn. Zo blijken niet alleen in Saarland en Bremen, maar ook in Hamburg en Beieren interessante aanknopingspunten voor verder onderzoek naar exportkansen.

De exporteursvereniging Fenedex en kredietverzekeraar Atradius zien de exportkansen in Duitsland voor het kalenderjaar 2016 rooskleuring in. Maar liefst twee derde van de bij hun aangesloten (responderende) exporteurs verwacht in 2016 in Duitsland een omzetstijging te realiseren.
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toont aan dat de export van Nederlandse grensregio’s naar Duitse en Belgische regio’s (zowel aangrenzend als niet-aangrenzend) sterker is gegroeid dan de handel met andere Nederlandse regio’s. Specifiek blijken de landbouw, hightech en zakelijke dienstverlening in de Nederlandse grensregio’s nét zozeer verdieping van Europese integratie door te maken als andere regio’s in Nederland. Anders geformuleerd, de Nederlandse grensregio’s blijven niet achter in de verdergaande Europese economische integratie.