Statistiek financiële kengetallen; bedrijven

Wat behelst het onderzoek?
 
Doel

In de statistiek financiële kengetallen wordt de financiële gang van zaken bij het Nederlandse bedrijfsleven beschreven aan de hand van een aantal gangbare kengetallen. Deze kengetallen zijn bedoeld om in onderlinge samenhang de financiële toestand weer te geven binnen een branche en grootteklasse-groep of als vergelijking tussen verschillende branches over de jaren.

Onderzoekspopulatie

Het financiële reilen en zeilen wordt beschreven aan de hand van de balansen en resultatenrekeningen van in principe alle rechtspersoonlijkheid bezittende  ondernemingengroepen (nv., bv., en coöperatie.) die in Nederland actief zijn in de niet-financiële sector. De ondernemingen uit de financiële sector, bijvoorbeeld de banken en het verzekeringswezen, zijn niet in de populatie opgenomen .
Gemakshalve wordt hier de term “onderneming” gebruikt; feitelijk correct is echter “ondernemingengroep” zoals door het CBS gedefinieerd.
De balansen en resultatenrekeningen worden samengesteld uit twee bronnen, enerzijds uit primaire waarneming (enquête) bij de grote ondernemingen en anderzijds uit  secundaire bron (de vennootschapsbelasting gegevens van de belastingdienst) voor de kleine ondernemingen.
Het criterium of een onderneming groot of klein is, wordt bepaald door het balanstotaal. Vanaf 2001 wordt het criterium voor de grote ondernemingen gelegd bij een balanstotaal van 23 miljoen euro, vóór 2001 was het criterium 25 miljoen gulden.
De balansgegevens en resultatenrekening zijn opgesteld volgens de algemeen geaccepteerde accountingprincipes van internationale organisaties. Voorkomende standaarden zijn:
IFRS =  International Financial Reporting Standards
Dutch GAAP =  Dutch General Accepted Accounting Principles
US GAAP =  Unted States General Accepted Accounting Principles.
De hoofdactiviteit van een onderneming bepaalt onder welke activiteit de gegevens worden gepresenteerd. Hierdoor kunnen de gepubliceerde cijfers afwijken van andere statistieken.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Waarnemingseenheid

De waarnemingseenheid is de onderneming. Bij de grote ondernemingen bestaan de gegevens uit de geconsolideerde opgave van de moedermaatschappij inclusief haar groepsmaatschappijen. De consolidatie omvat alleen de moedermaatschappij en groepsmaatschappijen die in Nederland gevestigd zijn (het territorium principe).  Dit houdt in dat de buitenlandse groepsmaatschappijen buiten de consolidatie blijven. De relaties met de buitenlandse groepsmaatschappijen worden afzonderlijk verantwoord op de balans.
Een groepsmaatschappij is een onderneming waarover de moedermaatschappij overwegende zeggenschap heeft. In beginsel betekent dit dat meer dan 50 procent van het aandelenkapitaal in handen is van de moedermaatschappij.
Bij de kleine ondernemingen wordt uitgegaan van de opgave van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.

Werkzame Personen

Het aantal werkzame personen per onderneming wordt bepaald door de structuur van de statistiek financiën van ondernemingen (aantal fiscale eenheden per onderneming) te vergelijken met de structuur in demografie (aantal fiscale eenheden per onderneming). Indien de structuur gelijk is worden de bedrijfseenheden van de desbetreffende onderneming opgehaald om hiervan de som van de werkzame personen te bepalen. 

Kengetallen

Van de per onderneming berekende ratio’s wordt een frequentieverdeling gemaakt.
Het aandeel (percentage van het aantal ondernemingen) per sbi per frequentie wordt bepaald.
Het aandeel (percentage van het aantal ondernemingen) per sbi per grootteklasse wordt bepaald.

Gepubliceerd wordt per jaar per SBI per frequentie het aandeel per grootteklasse.
Gepubliceerd wordt per jaar per SBI per grootteklasse het aandeel per frequentie.

Omvang

De enquête wordt met ingang van 2001 uitgezet onder ongeveer 1800 ondernemingen, waarbij ervan uitgegaan wordt dat de 300 grootste ondernemingen voor 100 procent responderen. De kleine ondernemingen bestaan uit ongeveer 200.000 fiscale eenheden.  Als gevolg van de vergelijking met de structuur van demografie blijken ruim 70.000 fiscale eenheden de basis voor de financiële kengetallen. Dit koppelverlies is evenredig verdeeld over het stratum SBI en grootteklasse.

Ophoging

Elke onderneming weegt even zwaar mee (gewicht 1) in de berekening van de financiële kengetallen.

Frequentie

Een keer per jaar.
De statistiek is een jaarstatistiek. Uitzending, ontvangst en verwerking van de enquête vindt na afloop van het statistiekjaar gedurende een jaar plaats.
De gegevens van de belastingdienst worden één jaar na afloop van het statistiekjaar ontvangen. In december worden de voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart de definitieve cijfers waarbij de gegevens van de kleine ondernemingen voor het voorgaande statistiekjaar geactualiseerd worden.

Controle- en correctie methoden

Op de data worden tal van controles uitgeoefend, zowel binnen de jaarrekening zelf als in vergelijking met het voorafgaande jaar. De enquête wordt ook getoetst aan de ondernemingsstructuur. Binnen- en buitenlandse dochterondernemingen komen daarbij tot uitdrukking op de balans en de resultaten rekening.  De data van het vennootschapsinformatie systeem doorlopen een aantal geautomatiseerde controles. Beide systemen worden gestratificeerd opgehoogd voor optredende non respons. Beide bronnen worden uiteindelijk geaggregeerd en beoordeeld op consistentie en plausibiliteit.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Kwaliteit van de uitkomsten worden ook macro beoordeeld aan de handen van alle beschikbare informatie, zoals korte termijn statistieken en economische groei. Hiermee wordt de beschrijving van de Nederlandse economie zo zuiver mogelijk gehouden en blijven de uitkomsten in overeenstemming met andere statistieken.