Instroom middelbaar beroepsonderwijs; persoonskenmerken en bedrijfstak

Wat behelst het onderzoek

Doel

Informatie geven over het aantal studenten dat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) instroomt, onderscheiden naar geslacht, leeftijd, leerweg, niveau, sectorkamer, herkomstland en geboorteland (ouders). Naast het aantal instromers wordt ook de activiteit 1 jaar voor instroom in kaart gebracht (type onderwijs, werkzaam naar bedrijfstak).

Doelpopulatie

Studenten die op 1 oktober van het jaar T staan ingeschreven aan een mbo-opleiding en een jaar eerder op 1 oktober van het jaar T-1 geen mbo- opleiding volgden. Het gaat hierbij om mbo-opleidingen aan een door de overheid bekostigde instellingen in het middelbaar beroepsonderwijs, zoals regionale opleidingscentra (ROC’s), agrarische opleidingscentra (AOC’s) of vakscholen.

Statistische eenheid

Personen

Aanvang onderzoek

De eerste cijfers betreffen de instroom van studiejaar 2011/’12.

Frequentie

Jaarlijks

Publicatiestrategie

Eén keer per jaar wordt de tabel uitgebreid met de gegevens over een nieuw jaar.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registerinformatie op persoonsniveau.

Waarnemingsmethode

Het aantal studenten wordt geteld op één peilmoment aan het begin van een studiejaar, namelijk 1 oktober. Er wordt per studiejaar een selectie gemaakt van personen die het studiejaar ervoor niet ingeschreven hebben gestaan in het bekostigd mbo op 1 oktober.
De cijfers zijn gebaseerd op het Register Onderwijsdeelnemers (ROD). ROD bevat informatie op persoonsniveau over studenten en gediplomeerden in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register.

Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. In de ééncijferbestanden is onder andere van elke student de hoofdinschrijving en van elke geslaagde het hoofddiploma voor het studiejaar aangegeven. Het CBS gebruikt de ééncijferbestanden om het aantal studenten en gediplomeerden te bepalen.

Omdat in ROD ook het burger servicenummer (BSN) van de studenten en gediplomeerden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA over geslacht en herkomst van de studenten en gediplomeerden aan het mbo.

Berichtgevers

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Steekproefomvang

Niet van toepassing.

Controle- en correctiemethoden

DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers (instellingen) ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in de bestanden. De aan het CBS geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door een specialist van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in overleg met DUO alsnog verbeteringen in de bestanden aangebracht.

Weging

Niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De definitieve cijfers geven een goed beeld van het werkelijke aantal studenten aan de door de overheid bekostigde mbo-instellingen.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De verschillen tussen de voorlopige ten opzichten van de definitieve cijfers zijn over het algemeen klein. Vergelijkbaarheid tussen de verschillende studiejaren wordt actief in stand gehouden; waar nodig worden cijfers teruggelegd bij nieuwe indelingen.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Zie controle- en correctiemethoden