Podiumkunsten
Wat behelst het onderzoek
Doel
De statistiek Podiumkunsten geeft een beschrijving van het aantal voorstellingen en bezoekers van organisaties waar professionele podiumkunsten worden vertoond. Van de organisaties waarvoor het tonen van professionele podiumkunsten hun hoofdactiviteit is, worden ook gegevens over werkgelegenheid, baten en lasten beschreven.
Doelpopulatie
Bedrijven en/of organisaties die een podium of podia beheren en het programma samenstellen. Het betreft professionele voorstellingen, zowel zelf geprogrammeerde voorstellingen als door anderen georganiseerde voorstellingen waarvoor het podium wordt verhuurd.
Statistische eenheid
Nederlandse theaters en podia.
Aanvang onderzoek
1999.
Frequentie
Jaarlijks.
Publicatiestrategie
In het vierde kwartaal verschijnen de voorlopige cijfers over het voorafgaande jaar en krijgen de cijfers van een jaar eerder de definitieve status.
Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd
Soort onderzoek
Integrale waarneming.
Waarnemingsmethode
Enquêtering door CBS, Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouw Directies (VSCD)en Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF).
Berichtgevers
Nederlandse theaters en podia. De gegevens van theaters en podia die lid zijn van de VSCD of VNPF worden door deze brancheorganisaties aan CBS verstrekt.
Steekproefomvang
Integrale waarneming (ongeveer 350 berichtgevers).
Controle- en correctiemethoden
De (gedeeltelijk) ontbrekende of incorrecte informatie wordt geschat op basis van gemiddelden en verdeelfracties van vergelijkbare organisaties. Deze aggregaten zijn bij voorkeur gebaseerd op organisatietype en publiekscapaciteit. Indien er niet voldoende data bekend zijn om betrouwbare gemiddelden en verdeelfracties te berekenen, wordt een hoger aggregatieniveau gekozen. De waarden die worden geschat tellen niet mee voor de berekening van gemiddelden en verdeelfracties.
Weging
De uitkomsten zijn niet gewogen.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
Het populatiekader zal nooit foutloos zijn. Als fouten worden overdekking en onderdekking onderscheiden. De overdekking bestaat uit eenheden die ten onrechte in het kader zijn opgenomen, omdat ze bijvoorbeeld niet meer bestaan of in een andere eenheid zijn opgegaan. Onder de onderdekking wordt het ontbreken van eenheden verstaan, bijvoorbeeld omdat zij later (met vertraging) in het kader worden opgenomen.
De respons van de statistiek is gemiddeld 75 procent. De respons van de VSCD is vrijwel 100 procent, die van de VNPF 85 procent en die van de door CBS bevraagde berichtgevers ongeveer 70 procent.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De reeks is vergelijkbaar vanaf de verslagperiode 2005. In de periode daarvoor is een andere methode gebruikt voor het schatten van (gedeeltelijk) ontbrekende of incorrecte informatie.
Beschrijving kwaliteitsstrategie
De gegevens worden op individueel niveau consistent gemaakt.