Iets meer corporatiewoningen naar statushouders
In 2023 kwamen 161 duizend corporatiewoningen vrij waar een ander huishouden in ging wonen. Dit zijn woningen die niet gedeeld werden door meerdere huishoudens. Van deze vrijgekomen corporatiewoningen werd bijna 8 procent toegewezen aan een huishouden met een statushouder. In de vijf jaren daarvoor was dat tussen de 4 en 7 procent.
| Jaar | Huishouden zonder statushouder (x 1 000) | Huishouden met statushouder (x 1 000) |
|---|---|---|
| 2018 | 158,630 | 9,050 |
| 2019 | 155,870 | 7,630 |
| 2020 | 153,030 | 7,030 |
| 2021 | 158,655 | 10,660 |
| 2022 | 151,365 | 11,135 |
| 2023 | 148,290 | 12,729 |
Helft statushouders korter dan een jaar verblijfsvergunning
Van alle vrijgekomen corporatiewoningen ging 4 procent naar statushouders die in 2023 een verblijfsvergunning kregen, of begin dat jaar nog in een opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) verbleven. Nog eens bijna 4 procent ging naar statushouders die al langer dan een jaar een verblijfsvergunning hadden. Zij woonden niet meer in een COA-opvanglocatie. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eerste huisvesting van statushouders.
Meer alleenwonende statushouders
Twee op de drie huishoudens die naar een corporatiewoning verhuisden, bestond uit één persoon. Bij 7 procent van deze eenpersoonshuishoudens ging het om een statushouder (7,4 duizend huishoudens), tegen 5 procent in 2022. Bij andere typen huishoudens nam het aandeel met een statushouder niet toe.
| Huishouden | Huishouden zonder statushouder (x 1 000) | Huishouden met statushouder (x 1 000) |
|---|---|---|
| Eenpersoonshuishouden | 94,340 | 7,400 |
| Stellen zonder kinderen | 22,230 | 0,760 |
| Eenoudergezinnen | 19,670 | 1,110 |
| Stellen met kinderen | 11,130 | 3,390 |
| Overige huishoudens | 0,920 | 0,080 |
| Huishouden | Aandeel (%) |
|---|---|
| Totaal | 7,9 |
| Stellen met kinderen | 23,3 |
| Overige huishoudens | 8,0 |
| Eenpersoonshuishoudens | 7,3 |
| Eenoudergezinnen | 5,3 |
| Stellen zonder kinderen | 3,3 |
Statushouders laten minder vaak een woning achter
Meer dan 64 procent van de huishoudens met een statushouder was een starter op de woningmarkt: zij lieten geen vrije woning achter na hun verhuizing. In 2022 was dat 62 procent. Nog eens 19 procent verhuisde vanuit een woning waar wel andere bewoners achterbleven. Slechts 17 procent liet een vrije woning achter, tegenover iets meer dan de helft van de huishoudens zonder statushouders.
Van alle corporatiewoningen die werden toegewezen aan stellen met kinderen die géén vrije woning achterlieten (bijna 4,5 duizend), werd 56 procent toegewezen aan huishoudens met statushouder(s). Eenpersoonshuishoudens met niet-statushouders lieten ruim vier keer vaker een woning achter dan eenpersoonshuishoudens met statushouders.
| Huishouden | Starters (%) | Doorstromers zonder achtergelaten woning (%) | Doorstromers met achtergelaten woning (%) |
|---|---|---|---|
| Zonder statushouders | 22,1 | 23 | 54,9 |
| Met statushouders | 64,3 | 18,8 | 16,9 |
Aandeel corporatiewoningen naar statushouders grootst in Alkmaar en omgeving
Het aandeel corporatiewoningen dat in 2023 aan statushouders werd toegewezen, verschilt per regio. In Alkmaar en omgeving is dat aandeel het hoogst (13 procent), gevolgd door Midden-Limburg en Flevoland (beide 12 procent). In Delfzijl en omgeving is het met minder dan 2 procent het laagst.
| COROP-gebied | Vrijgekomen corporatiewoningen naar statushouders (%) |
|---|---|
| Oost-Groningen | 6,3 |
| Delfzijl en omgeving | 1,5 |
| Overig Groningen | 7,7 |
| Noord-Friesland | 7,5 |
| Zuidwest-Friesland | 5,9 |
| Zuidoost-Friesland | 6,3 |
| Noord-Drenthe | 8,6 |
| Zuidoost-Drenthe | 8,5 |
| Zuidwest-Drenthe | 7,6 |
| Noord-Overijssel | 8,3 |
| Zuidwest-Overijssel | 7,5 |
| Twente | 8,6 |
| Veluwe | 7,2 |
| Achterhoek | 10,0 |
| Arnhem/Nijmegen | 7,5 |
| Zuidwest-Gelderland | 9,5 |
| Utrecht | 7,3 |
| Kop van Noord-Holland | 6,7 |
| Alkmaar en omgeving | 12,6 |
| IJmond | 8,5 |
| Agglomeratie Haarlem | 9,5 |
| Zaanstreek | 6,9 |
| Groot-Amsterdam | 7,1 |
| Het Gooi en Vechtstreek | 9,8 |
| Agglomeratie Leiden en Bollenstreek | 6,4 |
| Agglomeratie 's-Gravenhage | 8,4 |
| Delft en Westland | 4,8 |
| Oost-Zuid-Holland | 10,7 |
| Groot-Rijnmond | 7,2 |
| Zuidoost-Zuid-Holland | 8,0 |
| Zeeuwsch-Vlaanderen | 8,9 |
| Overig Zeeland | 8,0 |
| West-Noord-Brabant | 8,6 |
| Midden-Noord-Brabant | 7,0 |
| Noordoost-Noord-Brabant | 10,4 |
| Zuidoost-Noord-Brabant | 9,3 |
| Noord-Limburg | 10,4 |
| Midden-Limburg | 12,0 |
| Zuid-Limburg | 6,5 |
| Flevoland | 11,8 |
Bijna 1 op de 10 nieuwe bewoners is statushouder
In 2023 gingen 265 duizend mensen in de 161 duizend vrijgekomen corporatiewoningen wonen. Daarvan waren 25 duizend mensen statushouder. Op persoonsniveau verhuist dus een hoger aandeel statushouders naar zo’n woning (10 procent), dan op huishoudensniveau (8 procent). Dit komt doordat huishoudens met een statushouder gemiddeld groter zijn dan huishoudens zonder statushouder.
48 duizend corporatiewoningen bewoond door huishouden met statushouder
Aan het eind van 2023 waren er 2,2 miljoen corporatiewoningen. In ruim 48 duizend van deze woningen (2,2 procent van het totaal) woonde een huishouden met een statushouder. Inclusief voormalig statushouders die inmiddels de Nederlandse nationaliteit hebben, wonen in bijna 169 duizend woningen één of meer (voormalig) statushouders. Dat is 7,8 procent van het totaal.
Woonbase: de plek waar alle cijfers over wonen samenkomen
De Woonbase is een database met veelzijdige informatie over wonen in Nederland, gemaakt in samenwerking met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De Woonbase bekijkt de woningmarkt vanuit verschillende perspectieven en maakt onderzoek mogelijk naar de woningmarkt en woonsituaties van personen en huishoudens.Bronnen
- Onderzoek - Over de Woonbase
- Tabel - Vrijgekomen corporatiewoningen 2018-2023
Relevante links
- Nieuwsbericht - 7 procent vrijgekomen corporatiewoningen naar statushouders
- Nieuwsbericht - Werk steeds vaker belangrijkste inkomstenbron voor statushouders