7 procent vrijgekomen corporatiewoningen in 2022 naar statushouders

© Hollandse Hoogte / Novum RegioFoto
In 2022 werd bijna 7 procent van alle vrijgekomen corporatiewoningen toegewezen aan huishoudens met statushouders. Deze huishoudens lieten minder vaak een vrije woning achter dan huishoudens zonder statushouders. Van alle huishoudens die verhuisden naar een corporatiewoning en geen vrije woning achterlieten, was 12 procent een huishouden met statushouders. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In 2022 kwamen 162,5 duizend corporatiewoningen vrij waar een ander huishouden in ging wonen. Het gaat hier om corporatiewoningen die niet werden gedeeld door meerdere huishoudens. Van de vrijgekomen corporatiewoningen werd bijna 7 procent (11 duizend woningen) toegewezen aan een huishouden met een statushouder. In alle vier voorgaande jaren lag dit tussen de 4 en 6 procent.

Huishoudens verhuisd naar vrijgekomen corporatiewoning
JaarZonder statushouder (x 1 000)Met statushouder (x 1 000)
2018158,639,05
2019155,877,63
2020153,037,03
2021158,6610,66
2022151,3711,14
Ruim 3 procent van de vrijgekomen corporatiewoningen (bijna 6 duizend) werd toegewezen aan statushouders die of in 2022 een verblijfsvergunning kregen, of begin 2022 met een eerder verkregen verblijfsvergunning in een (nood-) opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) woonden. Daarnaast werd ruim 3 procent van de corporatiewoningen toegewezen aan statushouders die al langer dan een jaar een verblijfsvergunning hadden. Zij woonden niet meer in een COA-opvanglocatie. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eerste huisvesting van statushouders.

Verhuisd naar vrijgekomen corporatiewoning, naar huishoudenssamenstelling, 2022
HuishoudenZonder statushouder (x 1 000)Met statushouder (x 1 000)
Eenpersoons
huishouden
95,975,59
Stellen zonder kinderen23,940,78
Eenoudergezinnen19,331,11
Stellen met kinderen11,293,59
Overige huishoudens0,840,09

Statushouders verhuisden vaker met kinderen

Bij huishoudens met statushouders die verhuisden naar een corporatiewoning, ging het vaker om stellen met kinderen dan bij huishoudens zonder statushouders (respectievelijk 32 en 7 procent). Huishoudens zonder statushouder die verhuisden naar een corporatiewoning, waren juist vaker eenpersoonshuishoudens, eenoudergezinnen of stellen zonder kinderen.

Vrijgekomen corporatiewoningen toegewezen aan huishoudens met statushouders
Jaar2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)2022 (%)
Totaal5,44,74,46,36,9
Stellen met kinderen19,415,914,921,524,1
Eenpersoonshuishouden4,23,83,65,25,5
Stellen zonder kinderen2,62,22,23,13,1
Eenoudergezinnen4,84,23,955,4
Overige huishoudens8,47,26,77,39,1

In 2022 verhuisden 15 duizend stellen met kinderen naar een corporatiewoning. Bijna een kwart hiervan was een stel met een statushouder. Bijna driekwart van deze stellen met een statushouder verhuisde vanuit een COA-locatie of hadden minder dan een jaar geleden een verblijfsstatus gekregen.

Van de eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen die naar een corporatiewoning verhuisden, was 5 procent een huishouden met een statushouder (bijna 6 duizend eenpersoonshuishoudens en ruim duizend eenoudergezinnen). Bij stellen zonder kinderen die naar corporatiewoningen verhuisden, was 3 procent een stel met een statushouder (800 in totaal).

Statushouders laten minder vaak vrije woning achter

Statushouders in corporatiewoningen waren in 2022 vaker starter op de woningmarkt dan in de jaren ervoor. Dit betekent dat zij na hun verhuizing geen vrije woning achterlaten. In 2022 liet 19 procent van de huishoudens met statushouders die een corporatiewoningen kregen toegewezen een vrije woning achter, in 2018 was dat 36 procent. Huishoudens zonder statushouders lieten tussen 2018 en 2022 vaker een vrije woning achter: iets meer dan de helft.

In 2022 was meer dan 60 procent van de huishoudens met een statushouder een starter (bijna 7 duizend huishoudens). In 2018 was dit 39 procent. Van alle 76 duizend huishoudens die in 2022 verhuisden naar een corporatiewoning en geen vrije woning achterlieten, was 12 procent een huishouden met statushouders.
Daarnaast verhuisde 20 procent van de statushouders naar een corporatiewoning vanuit een andere woning, zonder dat deze beschikbaar kwam (ruim 2 duizend huishoudens). Dat was vaak omdat er nog andere bewoners achterbleven.

In 2022 liet 24 procent van de stellen met een statushouder én kinderen een vrije woning achter. Bij stellen van niet-statushouders met kinderen was dat 82 procent. Van alle corporatiewoningen die in 2022 werden toegewezen aan stellen met kinderen die géén vrije woning achterlieten (bijna 5 duizend), werd 57 procent toegewezen aan huishoudens met statushouder(s). Bij eenpersoonshuishoudens lieten niet-statushouders bijna vier keer zo vaak een vrije woning achter dan statushouders.

Woningmarktpositie huishoudens verhuisd naar vrijgekomen corporatiewoning
Jaar  Starters (%)Doorstromers zonder achtergelaten woning (%)Doorstromers met achtergelaten woning (%)
2022Met statushouder61,619,618,9
2022Zonder statushouder22,222,255,6
2020Met statushouder45,523,431,2
2020Zonder statushouder21,823,854,3
2018Met statushouder38,924,836,3
2018Zonder statushouder22,124,353,7

Regionale verschillen

Het aandeel corporatiewoningen dat in 2022 werd toegewezen aan huishoudens met statushouders verschilde per regio. In de regio Zuidwest-Gelderland was het aandeel vrijgekomen corporatiewoningen met een statushouder als nieuwe bewoner relatief hoog (11 procent). Maar ook in de regio’s Agglomeratie 's-Gravenhage, Oost-Zuid-Holland en Midden-Limburg was dit relatief hoog (tussen de 9 en 10 procent). In Delfzijl en omgeving (1 procent) was dit het laagst. In 2018 was dit nog 4 procent.

Vrijgekomen corporatiewoningen naar huishoudens met statushouders, 2018-2022
Regio2022 (%)2021 (%)2020 (%)2019 (%)2018 (%)
Oost-Groningen4,35,32,62,83,8
Delfzijl en omgeving1,21,92,62,64,3
Overig Groningen5,85,83,83,64,4
Noord-Friesland6,06,23,43,43,6
Zuidwest-Friesland4,85,63,13,43,6
Zuidoost-Friesland5,86,43,43,73,5
Noord-Drenthe5,85,44,13,65,0
Zuidoost-Drenthe6,17,24,23,34,7
Zuidwest-Drenthe7,26,64,34,96,5
Noord-Overijssel7,96,94,14,45,6
Zuidwest-Overijssel6,94,34,55,44,9
Twente6,05,94,95,25,5
Veluwe7,56,34,65,15,7
Achterhoek7,77,94,45,26,8
Arnhem/Nijmegen7,45,34,44,95,3
Zuidwest-Gelderland10,75,84,35,65,6
Utrecht9,07,24,34,86,7
Kop van Noord-Holland6,45,83,94,24,7
Alkmaar en omgeving7,68,14,05,26,6
IJmond6,36,03,55,15,5
Agglomeratie Haarlem8,57,03,95,46,9
Zaanstreek6,66,33,85,24,5
Groot-Amsterdam5,25,34,35,06,3
Het Gooi en Vechtstreek6,98,23,93,86,1
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek6,46,54,64,35,5
Agglomeratie 's-Gravenhage9,56,34,25,05,3
Delft en Westland4,93,82,43,04,8
Oost-Zuid-Holland9,38,25,85,07,1
Groot-Rijnmond6,66,44,94,94,7
Zuidoost-Zuid-Holland7,27,05,95,35,2
Zeeuwsch-Vlaanderen6,68,05,46,95,2
Overig Zeeland6,17,34,84,65,2
West-Noord-Brabant7,56,65,55,14,8
Midden-Noord-Brabant5,65,54,14,14,0
Noordoost-Noord-Brabant7,07,45,45,05,1
Zuidoost-Noord-Brabant7,57,15,05,25,3
Noord-Limburg7,06,24,84,36,1
Midden-Limburg9,38,85,34,88,2
Zuid-Limburg5,65,43,84,55,3
Flevoland7,87,34,03,36,0

Bijna 270 duizend mensen naar corporatiewoning

In 2022 trokken 269 duizend mensen in de 162,5 duizend vrijgekomen corporatiewoningen. Hiervan waren 24 duizend mensen (9 procent) statushouder. Het hogere aandeel statushouders dat naar een corporatiewoning verhuisde op persoonsniveau (vergeleken met 7 procent op huishoudensniveau) komt doordat huishoudens zonder statushouders gemiddeld uit minder mensen bestonden dan huishoudens met statushouders.

46 duizend corporatiewoningen bewoond door huishouden met statushouder

Eind 2022 waren er 2,1 miljoen corporatiewoningen. Van al deze woningen werden er bijna 46 duizend (2,1 procent) bewoond door een huishouden met een statushouder. Wanneer we ook de voormalige statushouders meenemen, die inmiddels de Nederlandse nationaliteit hebben, dan woonden in bijna 161 duizend corporatiewoningen ten minste één (voormalige) statushouder. Dit is 7,5 procent van alle corporatiewoningen.

Woonbase: de plek waar alle cijfers over wonen samenkomen

De Woonbase is een database met veelzijdige informatie over wonen in Nederland, gemaakt in samenwerking met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De Woonbase bekijkt de woningmarkt vanuit verschillende perspectieven en maakt onderzoek mogelijk naar de woningmarkt en woonsituaties van personen en huishoudens.