Verdubbeling aantal basisschoolleerlingen sinds 1900

© ANP / Jeffrey Groeneweg
Sinds 1900 is het aantal leerlingen dat basisonderwijs volgt in Nederland sterk gestegen. In het schooljaar 2023/’24 ging het om ruim 1,36 miljoen leerlingen, terwijl dat er in 1900 nog 755 duizend waren. Dit komt vooral door de bevolkingsgroei en wetswijzigingen. De kosten voor het primair onderwijs zijn flink meegestegen: van 7 miljoen euro in 1900, naar 16 miljard euro in 2022. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Het aantal leerlingen in het (reguliere) basisonderwijs volgt over het algemeen de bevolkingsontwikkeling. Vooral de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog laat een sterke toename zien van de leerlingaantallen.

Na de oorlog bleef het aantal jongeren, en daarmee het aantal leerlingen, groeien en bereikte in 1972/’73 een piek. Daarna daalde het aantal leerlingen doordat er minder kinderen werden geboren. Tussen 1977/’78 en 1984/’85 daalde het aantal leerlingen gemiddeld met ongeveer 44 duizend per schooljaar. Ook neemt als gevolg van de vergrijzing het aandeel jongeren af: in 1972 was 35 procent van de Nederlanders jonger dan 20 jaar, in 2023 was dit nog maar 21 procent. Deze demografische veranderingen hebben veel invloed op het aantal leerlingen in het basisonderwijs.

Bevolking en basisschoolleerlingen
Schooljaar0- tot 20-jarigen²⁾ (x 1 000)Basisschoolleerlingen³⁾ (x 1 000)
1900/'012264755
1901/'022286801
1902/'032314820
1903/'042344832
1904/'052379845
1905/'062410857
1906/'072441867
1907/'082473879
1908/'092509892
1909/'102540904
1910/'112579917
1911/'122615929
1912/'132639943
1913/'142679959
1914/'152714981
1915/'162753994
1916/'1727821008
1917/'1828111019
1918/'1928391024
1919/'2028491032
1920/'2128661040
1921/'2229131039
1922/'2329521063
1923/'2429821089
1924/'2530181078
1925/'2630481077
1926/'2730731098
1927/'2830961067
1928/'2931141103
1929/'3031361161
1930/'3131531183
1931/'3231761201
1932/'3331971203
1933/'3432101176
1934/'3532171149
1935/'3632231142
1936/'3732371141
1937/'3832501144
1938/'3932641143
1939/'4032901144
1940/'4133161143
1941/'4233171140
1942/'4333181129
1943/'4433221174
1944/'45¹⁾3334
1945/'4633691172
1946/'4733901182
1947/'4835221154
1948/'4936151154
1949/'5036821167
1950/'5137421216
1951/'5238061240
1952/'5338541289
1953/'5438951357
1954/'5539451413
1955/'5640011452
1956/'5740641470
1957/'5841241479
1958/'5941881476
1959/'6042701448
1960/'6143311416
1961/'6243871398
1962/'6344611395
1963/'6445321395
1964/'6545841398
1965/'6646311409
1966/'6746861419
1967/'6846601428
1968/'6946401439
1969/'7046381451
1970/'7146581462
1971/'7246791465
1972/'7346951462
1973/'7446911455
1974/'7546711448
1975/'7646461454
1976/'7746241448
1977/'7845791435
1978/'7945281413
1979/'8044801380
1980/'8144321333
1981/'8243961270
1982/'8343311202
1983/'8442531140
1984/'8541681095
1985/'8640851469
1986/'8740191448
1987/'8839681431
1988/'8939221429
1989/'9038751433
1990/'9138221443
1991/'9237861408
1992/'9337621415
1993/'9437461427
1994/'9537511451
1995/'9637601477
1996/'9737721502
1997/'9837871520
1998/'9938091534
1999/'0038401543
2000/'0138731547
2001/'0239081553
2002/'0339411550
2003/'0439691548
2004/'0539881549
2005/'0639881550
2006/'0739761549
2007/'0839571553
2008/'0939401553
2009/'1039341548
2010/'1139281535
2011/'1239141518
2012/'1338951498
2013/'1438711477
2014/'1538461458
2015/'1638281443
2016/'1738181427
2017/'1838171414
2018/'1938111406
2019/'2037921397
2020/'2137751386
2021/'2237431371
2022/'2337381370
2023/'24*37501358
* voorlopige cijfers 1) Geen gegevens beschikbaar over schooljaar 1944/’45. 2) Geen data beschikbaar over specifiekere leeftijdsgroepen voor de gehele tijdreeks. 3) In 1985 ging het kleuteronderwijs samen met de lagere school tot het basisonderwijs en werd de leerplicht vervroegd. Pas vanaf dat jaar wordt de term basisschool gebruikt, daarvoor heette het lagere school.

Leerplichtwet steeds verder uitgebreid

Naast bevolkingsontwikkelingen hebben ook wetswijzigingen een grote invloed gehad op het basisonderwijs en de financiering ervan. Tot 1850 werd het onderwijs vooral gefinancierd door ouders en uit giften, daarna werden de gemeenten en de Rijksoverheid verantwoordelijk voor de bekostiging van het basisonderwijs.

Op 1 januari 1901 werd de Leerplichtwet van kracht, en moesten kinderen van 6 tot 12 jaar verplicht naar school. Dit leidde tot een enorme toename van het aantal leerlingen. Ook zorgde de Leerplichtwet, samen met de latere Lager Onderwijswet (1920), ervoor dat schoolbesturen meer moesten investeren in huisvesting, pensioenen en hogere salarissen voor personeel. Door de jaren heen is de Leerplichtwet meermaals herzien. Veelal leidde dit tot een uitbreiding van het aantal jaren dat kinderen verplicht werden onderwijs te volgen. Dit had ook gevolgen voor de leerlingenaantallen in het basisonderwijs. Zo was er na de uitbreiding van de leerplicht in 1928 een toename van bijna 60 duizend leerlingen tussen 1928/’29 en 1929/’30, een groei van ruim 5 procent.

Overheidsuitgaven aan primair onderwijs 16 miljard euro

In 2022 bedroegen de overheidsuitgaven aan het primair onderwijs bijna 16 miljard euro. Dat komt neer op ongeveer 4,53 procent van de totale Rijksbegroting van dat jaar. Sinds 1900 zijn de kosten voor het primair onderwijs flink opgelopen. In 1900 gaf de overheid 7 miljoen euro uit aan het primair onderwijs, maar wanneer dat bedrag gecorrigeerd wordt voor inflatie, zou dat in de geldwaarde van vandaag 237 miljoen euro zijn. De stijging in de uitgaven is vooral het resultaat van beleidswijzigingen, de groei van het aantal leerlingen, en de staat van de overheidsfinanciën. In goede tijden kon er (extra) in het onderwijs worden geïnvesteerd, en in financieel minder gunstige tijden is er meermaals bezuinigd.

Overheidsuitgaven aan primair onderwijs
JaarOverheidsuitgaven aan primair onderwijs (x mln euro)
19007
19018
19028
19038
19048
190510
190610
190710
190810
190913
191014
191114
191214
191315
191415
191518
191619
191727
191830
191938
192053
192147
192244
192356
192453
192558
192657
192759
192870
192970
193080
193173
193250
193348
193447
193545
193659
193749
193853
193953
194061
194165
194263
194366
194463
194562
194687
194794
1948111
1949121
1950139
1951154
1952170
1953198
1954218
1955260
1956296
1957341
1958344
1959367
1960379
1961420
1962463
1963516
1964638
1965723
1966801
1967888
1968980
19691128
19701214
19711400
19721622
19731864
19742177
19752576
19762928
19773151
19783427
19793552
19803663
19813750
19823875
19833674
19843511
19853816
19863971
19873799
19883825
19893736
19903818
19913951
19924044
19934169
19944304
19954616
19964852
19975100
19985720
19996026
20006651
20017540
20028377
20039127
20049123
20059473
20069609
20079704
200810284
200910802
2010 ¹⁾10851
201110688
201210675
201310949
201410571
201510594
201610584
201710886
201811474
201912021
202012681
2021**13835
2022*15803
1) In de StatLine-tabel worden vanaf 2010 onder 'Overheidsuitgaven aan (pre)primair onderwijs' ook de overheidsuitgaven voor educatie aan kinderen van 3 jaar in kinderopvang en peuterspeelzaal meengenomen, het preprimair onderwijs. Deze uitgaven zijn weggelaten in deze grafiek. * voorlopige cijfers ** nader voorlopige cijfers