Economisch beeld in juli negatiever

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / Michel Utrecht
Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS was in juli negatiever dan in juni, meldt het CBS. In de Conjunctuurklok van juli presteerden 6 van de 13 indicatoren beter dan hun langjarige trend.

De conjunctuurklok is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de Conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie samen die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd. Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok betreft een macro-economisch beeld en het gaat niet in gelijke mate op voor alle huishoudens, bedrijven of regio’s.

Conjunctuurklokindicator (ongewogen gemiddelde van de indicatoren, exclusief bbp, in de Conjunctuurklok)
jaarmaandcyclus (afwijking van de langetermijntrend (=0))
2017januari0,23
2017februari0,29
2017maart0,33
2017april0,37
2017mei0,42
2017juni0,45
2017juli0,48
2017augustus0,54
2017september0,58
2017oktober0,62
2017november0,69
2017december0,73
2018januari0,77
2018februari0,82
2018maart0,84
2018april0,85
2018mei0,86
2018juni0,86
2018juli0,84
2018augustus0,86
2018september0,85
2018oktober0,82
2018november0,82
2018december0,78
2019januari0,74
2019februari0,71
2019maart0,67
2019april 0,64
2019mei0,63
2019juni0,6
2019juli0,57
2019augustus0,53
2019september0,49
2019oktober0,47
2019november0,4
2019december0,49
2020januari0,37
2020februari0,29
2020maart0,18
2020april-0,38
2020mei-1,07
2020juni-2,02
2020juli-2,04
2020augustus-1,36
2020september-1,21
2020oktober-1
2020november-0,93
2020december-0,68
2021januari-0,76
2021februari-0,97
2021maart-0,91
2021april-0,76
2021mei-0,51
2021juni-0,34
2021juli-0,06
2021augustus0,34
2021september0,41
2021oktober0,5
2021november0,58
2021december0,61
2022januari0,57
2022februari0,25
2022maart0,4
2022april0,47
2022mei0,6
2022juni0,61
2022juli0,53
2022augustus0,5
2022september0,38
2022oktober0,25
2022november0,18
2022december0,07
2023januari-0,05
2023februari-0,17
2023maart-0,28
2023april-0,41
2023mei-0,54
2023juni-0,65
2023juli-0,75

Consumentenvertrouwen onveranderd, producentenvertrouwen verslechterd

Consumenten waren in juli net zo negatief als een maand eerder. Hun vertrouwen lag ver onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar. Het vertrouwen van producenten was in juli minder positief en lag ook onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar.

Consumenten- en producentenvertrouwen (seizoengecorrigeerd)
jaarmaandConsumentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)Producentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)
2019januari05,8
2019februari-26,3
2019maart-46,1
2019april-36,7
2019mei-34,7
2019juni 03,3
2019juli23,9
2019augustus03,9
2019september-23,3
2019oktober-13,6
2019november-22,8
2019december-22,9
2020januari-32,5
2020februari-23,7
2020maart-20,2
2020april-22-28,7
2020mei-31-25,1
2020juni-27-15,1
2020juli-26-8,7
2020augustus-29-5,4
2020september-28-4,8
2020oktober-30-5,6
2020november-26-3,8
2020december-20-0,4
2021januari-190,6
2021februari-190,1
2021maart-183,4
2021april-146,5
2021mei-98,8
2021juni-311,5
2021juli-412,3
2021augustus-69,6
2021september-511,1
2021oktober-1012,3
2021november-1912,7
2021december-2510,2
2022januari-289
2022februari-308,5
2022maart-398,7
2022april-4810,8
2022mei-479,9
2022juni-508,1
2022juli-518,4
2022augustus-544,6
2022september-592,6
2022oktober-592,5
2022november-573
2022december-523,3
2023januari-493,6
2023februari-443,7
2023maart-394
2023april-373
2023mei-382,1
2023juni-391
2023juli-390,1

Consumptie huishoudens, export en investeringen groeien

In mei 2023 hebben huishoudens 1,4 procent meer producten aangeschaft dan in mei 2022, voor prijsveranderingen en koopdagpatroon gecorrigeerd. Opnieuw kochten ze meer diensten en minder goederen.

Het volume (werkdaggecorrigeerd) van de goederenexport was in mei 0,8 procent groter dan in mei 2022. Er zijn vooral meer transportmiddelen, machines en apparaten uitgevoerd.

In mei 2023 was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 6,9 procent groter dan een jaar eerder. Dat komt vooral doordat er meer is geïnvesteerd in gebouwen, personenauto’s en vliegtuigen.

Productie industrie ruim 9 procent lager in mei

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in mei 9,2 procent lager dan in mei 2022. Ook in de voorgaande maanden van 2023 kromp de productie op jaarbasis. Ten opzichte van april steeg de productie in mei met 1,2 procent.

Meer faillissementen in juni

Voor de derde maand op rij is het aantal faillissementen toegenomen. In juni zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 48 meer bedrijven failliet verklaard dan in mei.

Prijzen koopwoningen 5,5 procent lager in juni

In juni waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 5,5 procent lager dan in juni 2022. Ten opzichte van mei is de prijsindex bestaande koopwoningen in juni met 0,2 procent gestegen.

Meer gewerkte uren, evenveel werklozen en vacatures

Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,7 procent meer dan een kwartaal eerder.

Eind maart stonden er 437 duizend vacatures open, net zoveel als aan het einde van het vierde kwartaal. Deze stabilisatie volgt op twee kwartalen van daling.

In juni 2023 waren 353 duizend mensen van 15 tot 75 jaar werkloos. Dat is 3,5 procent van de beroepsbevolking, net als in mei. De ontwikkeling van het aantal werklozen meet het CBS als gemiddelde verandering in de afgelopen drie maanden. In de maanden april tot en met juni nam het aantal werklozen licht af met gemiddeld 1 duizend per maand.

De omzet van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling steeg in het eerste kwartaal 2023 met 3,2 procent in vergelijking met een kwartaal eerder. 

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100)
20161e kwartaal101,2
20162e kwartaal101,4
20163e kwartaal102,6
20164e kwartaal103,4
20171e kwartaal104
20172e kwartaal104,9
20173e kwartaal105,6
20174e kwartaal106,4
20181e kwartaal106,9
20182e kwartaal107,6
20183e kwartaal107,8
20184e kwartaal108,3
20191e kwartaal109,2
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,7
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,9
20202e kwartaal99,8
20203e kwartaal106,2
20204e kwartaal106,9
20211e kwartaal108,2
20212e kwartaal111,4
20213e kwartaal113,6
20214e kwartaal114,6
20221e kwartaal115,2
20222e kwartaal117,1
20223e kwartaal117
20224e kwartaal118,1
20231e kwartaal117,7

Bbp daalde met 0,3 procent in eerste kwartaal 2023

Volgens de tweede berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, daalde het volume van het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal met 0,3 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022. In het vierde kwartaal steeg het bbp met 0,9 procent. De krimp in het eerste kwartaal is vooral toe te schrijven aan een grotere onttrekking uit de voorraden.