Huishoudens sparen door in eerste kwartaal van 2023

winkelend publiek Leidschenveen
© CBS
In het eerste kwartaal van 2023 bedroegen de vrije besparingen van huishoudens 13,3 miljard euro. Dit is 620 miljoen euro meer dan in het eerste kwartaal van 2022. De inkomens namen sterker toe dan de consumptieve bestedingen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De vrije besparingen van huishoudens -waar ook instellingen zonder winstoogmerk onder vallen- worden berekend door de consumptie van het bruto beschikbaar inkomen af te trekken. Het bruto beschikbaar inkomen was in het eerste kwartaal 16 miljard euro hoger dan een jaar eerder, voornamelijk door hogere lonen en meer gewerkte uren. In diezelfde periode namen de consumptieve bestedingen (de uitgaven aan goederen en diensten) toe met ruim 15 miljard euro. 

Bruto beschikbaar inkomen huishoudens, 1e kwartaal
JaarConsumptieve bestedingen (mld euro)Vrije/individuele besparingen (mld euro)
201575,24,1
201676,74,6
201779,24,6
201883,14,0
201986,06,1
202086,011,0
2021*81,619,0
2022*95,212,6
2023*110,513,3
* voorlopige cijfers

Hogere spaarquote sinds coronapandemie

De spaarquote was in het eerste kwartaal van 2023 met 14,4 procent opnieuw hoger dan in de periode voor corona. Tussen 2015 en 2019 bedroeg de gemiddelde spaarquote 10,8 procent. Tijdens de lockdowns in de coronaperiode werd er minder geconsumeerd terwijl de inkomens op peil bleven, deels met overheidssteun. In deze jaren was de spaarquote beduidend hoger dan daarvoor en ook in 2023 lag deze boven het niveau van de periode voor 2020. Dit betekent dat huishoudens ondanks de hoge inflatie nog steeds relatief veel blijven sparen.

Spaarquote, 1e kwartaal
JaarSpaarquote, 1e kwartaal (%)
201511,1
201611,2
201710,4
20189,4
201911,8
202016,0
2021*23,0
2022*16,8
2023*14,4
* voorlopige cijfers

Hoge prijsstijgingen achter groei consumptieve bestedingen

De uitgaven aan goederen en diensten zijn vooral gestegen door prijsstijgingen. De consumptie van diensten nam in het eerste kwartaal van 2023 het sterkst toe. Hieronder vallen de horeca, financiële en zakelijke diensten, en recreatie en cultuur. Zowel de prijzen als het volume namen toe. Dit betekent dat er ondanks de stijging in prijzen meer diensten zijn geconsumeerd dan een jaar eerder.

De uitgaven in de andere categorieën (voedings- en genotmiddelen, overige goederen en duurzame goederen) zijn vrijwel alleen omhooggegaan door de gestegen prijzen. Overige goederen, zoals energie en brandstof, en duurzame goederen werden ongeveer evenveel geconsumeerd als in het jaar daarvoor. Het prijsplafond voor gas en elektriciteit heeft de prijsstijgingen in het eerste kwartaal van 2023 beperkt. Er zijn minder voedings- en genotmiddelen gekocht dan een jaar eerder. 

Verandering consumptieve bestedingen, 1e kwartaal 2023*
BestedingscategorieVolume (mld euro verandering t.o.v. een jaar eerder)Prijs (mld euro verandering t.o.v. een jaar eerder)
Diensten3,7307,611
Voedings- en genotmiddelen-0,6171,903
Overige goederen-0,1281,852
Duurzame goederen0,1111,386
* voorlopige cijfers