Economisch beeld negatiever

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / George Mollering
Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS was in juni negatiever dan in mei, meldt het CBS. In de Conjunctuurklok van juni presteerden 5 van de 13 indicatoren beter dan hun langjarige trend.

De conjunctuurklok is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de Conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie samen die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd. Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok betreft een macro-economisch beeld en het gaat niet in gelijke mate op voor alle huishoudens, bedrijven of regio’s.

Conjunctuurklokindicator (ongewogen gemiddelde van de indicatoren, exclusief bbp, in de Conjunctuurklok)
jaarmaandcyclus (afwijking van de langetermijntrend (=0))
2017januari0,23
2017februari0,29
2017maart0,33
2017april0,37
2017mei0,42
2017juni0,46
2017juli0,49
2017augustus0,55
2017september0,59
2017oktober0,63
2017november0,7
2017december0,74
2018januari0,78
2018februari0,83
2018maart0,86
2018april0,86
2018mei0,87
2018juni0,87
2018juli0,85
2018augustus0,86
2018september0,86
2018oktober0,83
2018november0,83
2018december0,8
2019januari0,75
2019februari0,73
2019maart0,69
2019april 0,65
2019mei0,64
2019juni0,61
2019juli0,58
2019augustus0,54
2019september0,51
2019oktober0,48
2019november0,42
2019december0,51
2020januari0,39
2020februari0,32
2020maart0,21
2020april-0,35
2020mei-1,04
2020juni-1,99
2020juli-2,01
2020augustus-1,33
2020september-1,18
2020oktober-0,97
2020november-0,91
2020december-0,66
2021januari-0,76
2021februari-0,98
2021maart-0,93
2021april-0,79
2021mei-0,54
2021juni-0,38
2021juli-0,09
2021augustus0,29
2021september0,36
2021oktober0,45
2021november0,53
2021december0,56
2022januari0,52
2022februari0,2
2022maart0,36
2022april0,44
2022mei0,58
2022juni0,59
2022juli0,5
2022augustus0,47
2022september0,34
2022oktober0,2
2022november0,13
2022december0,01
2023januari-0,11
2023februari-0,23
2023maart-0,35
2023april-0,49
2023mei-0,62
2023juni-0,72

Consumenten- en producentenvertrouwen verslechterd

Consumenten waren in juni iets negatiever dan een maand eerder. Het consumentenvertrouwen is laag en lag ver onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar. Het vertrouwen van producenten was in juni minder positief en lag iets onder het langjarig gemiddelde.

Consumenten- en producentenvertrouwen (seizoengecorrigeerd)
jaarmaandConsumentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)Producentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)
2019januari05,8
2019februari-26,3
2019maart-46,1
2019april-36,7
2019mei-34,7
2019juni 03,3
2019juli23,9
2019augustus03,9
2019september-23,3
2019oktober-13,6
2019november-22,8
2019december-22,9
2020januari-32,5
2020februari-23,7
2020maart-20,2
2020april-22-28,7
2020mei-31-25,1
2020juni-27-15,1
2020juli-26-8,7
2020augustus-29-5,4
2020september-28-4,8
2020oktober-30-5,6
2020november-26-3,8
2020december-20-0,4
2021januari-190,6
2021februari-190,1
2021maart-183,4
2021april-146,5
2021mei-98,8
2021juni-311,5
2021juli-412,3
2021augustus-69,6
2021september-511,1
2021oktober-1012,3
2021november-1912,7
2021december-2510,2
2022januari-289
2022februari-308,5
2022maart-398,7
2022april-4810,8
2022mei-479,9
2022juni-508,1
2022juli-518,4
2022augustus-544,6
2022september-592,6
2022oktober-592,5
2022november-573
2022december-523,3
2023januari-493,6
2023februari-443,7
2023maart-394
2023april-373
2023mei-382,1
2023juni-391

Consumptie huishoudens groeit, export en investeringen krimpen

In april 2023 hebben huishoudens 0,3 procent, voor prijsveranderingen en koopdagpatroon gecorrigeerd, meer besteed dan in april 2022. Opnieuw kochten ze meer diensten, maar minder goederen.

Het volume (werkdaggecorrigeerd) van de goederenexport was in april 0,5 procent kleiner dan in april 2022. Er zijn vooral minder chemische en metaalproducten uitgevoerd.

In april 2023 was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 2,4 procent kleiner dan een jaar eerder. Dat komt vooral doordat er minder is geïnvesteerd in woningen.

Productie industrie ruim 12 procent lager in april

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in april 12,1 procent lager dan in april 2022. Dit is de grootste daling na april 2009. Ook in de drie voorgaande maanden van 2023 kromp de productie op jaarbasis. Ten opzichte van maart 2023 daalde de productie in april met 3,0 procent.

Meer faillissementen in mei

In mei zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 16 meer bedrijven failliet verklaard dan in april. Dat is een stijging van 7 procent. Het aantal faillissementen bleef onder het niveau van de periode voor het uitbreken van corona. Wel is het aantal faillissementen in de eerste vijf maanden van dit jaar ruim de helft hoger dan in dezelfde periode van 2022.

Prijzen koopwoningen bijna 6 procent lager in mei

In mei waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 5,6 procent lager dan in mei 2022. De daling is opnieuw groter dan een maand eerder. Ten opzichte van april is de prijsindex bestaande koopwoningen in mei met 0,1 procent gedaald.

Meer gewerkte uren, minder werklozen en evenveel vacatures

Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,7 procent meer dan een kwartaal eerder.

Eind maart stonden er 437 duizend vacatures open, net zoveel als aan het einde van het vierde kwartaal. Deze stabilisatie volgt op twee kwartalen van daling.

In mei 2023 waren 353 duizend mensen van 15 tot 75 jaar werkloos. Dat is 3,5 procent van de beroepsbevolking. De ontwikkeling van het aantal werklozen meet het CBS als gemiddelde verandering in de afgelopen drie maanden. In de maanden maart tot en met mei nam het aantal werklozen licht af met gemiddeld duizend per maand.

De omzet van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling steeg in het eerste kwartaal 2023 met 3,2 procent in vergelijking met een kwartaal eerder.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100)
20161e kwartaal101,2
20162e kwartaal101,4
20163e kwartaal102,6
20164e kwartaal103,4
20171e kwartaal104
20172e kwartaal104,9
20173e kwartaal105,6
20174e kwartaal106,4
20181e kwartaal106,9
20182e kwartaal107,6
20183e kwartaal107,8
20184e kwartaal108,3
20191e kwartaal109,2
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,7
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,9
20202e kwartaal99,8
20203e kwartaal106,2
20204e kwartaal106,9
20211e kwartaal108,2
20212e kwartaal111,4
20213e kwartaal113,6
20214e kwartaal114,6
20221e kwartaal115,2
20222e kwartaal117,1
20223e kwartaal117
20224e kwartaal118,1
20231e kwartaal117,7

Bbp daalde met 0,3 procent in eerste kwartaal 2023

Volgens de tweede berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, daalde het volume van het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal met 0,3 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022. In het vierde kwartaal steeg het bbp met 0,9 procent. De krimp in het eerste kwartaal is vooral toe te schrijven aan een grotere onttrekking uit de voorraden.