Bijwerkingen van vaccinaties en andere stoffen

Als er bij een opname sprake is van bijwerkingen of ongewenste gevolgen van toegediende geneesmiddelen of biologische stoffen (ICD-10 codes Y40-Y59) kan dit geregistreerd worden als nevendiagnose bij de opname. De hoofddiagnose van de opname is de specifieke aandoening of het letsel die de belangrijkste oorzaak is voor de ziekenhuisopname.
Bijwerkingen of ongewenste gevolgen van vaccinatie worden geregistreerd onder ICD-10 code Y58 voor bacteriële vaccins en onder ICD-10 code Y59 voor overige en niet-gespecificeerde vaccins en biologische-stoffen. Onder Y59 vallen virusvaccins en andere niet-bacteriële vaccins en biologische stoffen zoals immunoglobulinen. Voor de bijwerkingen van COVID-19 vaccins is in 2021 een specifieke extra ICD-10 code geïntroduceerd (U12.9), als subcode bij ICD-10 code Y59.0 (bijwerkingen van virusvaccins). In de StatLinetabel ‘Ziekenhuisopnamen en –patiënten; diagnose-indeling ICD-10 (3-teken niveau)’ vallen bijwerkingen van COVID-19 vaccinatie dus onder diagnosegroep Y59.