Van de kust naar het binnenland is er een opeenvolging van biotopen: strand, zeereep, open duinvalleien, struweelduinen en binnenduinrandbossen. In de analyse zijn voornamelijk de proefvlakken opgenomen die liggen in de open duinvalleien en de struweelduinen. We vatten dit samen onder de noemer ‘open duinen’, waarbij nog onderscheid wordt gemaakt tussen droge en vochtige duinen (afhankelijk van de mate van aanwezigheid van water). De duinbossen zijn buiten beschouwing gelaten.
Terug naar artikel