Broeikasgasuitstoot

De uitstoot van broeikasgassen draagt bij aan de opwarming van de aarde. Door de toegenomen concentratie broeikasgassen in de atmosfeer wordt meer warmte vastgehouden en neemt de temperatuur van het aardoppervlak toe. Het bekendste broeikasgas is CO2, maar ook methaan (CH4), lachgas (N2O) en de zogenaamde F-gassen (zoals HFK's, PFK's en SF6) zijn broeikasgassen. Elk gas heeft een ander broeikaseffect. Zo is methaan per molecuul 28 keer schadelijker voor het klimaat dan CO2

Om toch tot een eenduidig cijfer te komen, zijn internationale afspraken gemaakt over omrekenfactoren gebaseerd op het ‘Global Warming Potential’ (GWP). Hiermee wordt de impact van ieder gas op het klimaat omgerekend in CO2-equivalenten.

De broeikasgasemissies van Nederland worden geregistreerd en vastgesteld binnen het kader van de emissieregistratie, een samenwerkingsverband tussen CBS, RIVM, PBL, WUR en Deltares. De hoeveelheid uitstoot wordt onder andere bepaald door te kijken naar de hoeveelheid en soort energie die bedrijven verbruiken. Met behulp van emissiefactoren wordt vervolgens de uitstoot van de broeikasgassen berekend. 

Het CBS publiceert deze uitstoot volgens zowel de richtlijnen van de Milieurekeningen als die volgens de internationale IPCC-definities. Het voornaamste verschil tussen beide definities is dat de uitstoot door de Nederlandse lucht- en zeevaart wel meetelt volgens de Milieurekeningen, maar niet volgens de IPCC-rekenmethode. In dit bericht wordt de methode van de Milieurekeningen gebruikt. De internationale cijfers in deze vergelijking zijn exclusief de CO2-uitstoot door verbranding van biomassa. De cijfers over 2021 zijn voorlopig en kunnen nog worden aangepast.