Doodsoorzakenverklaring

Voor iedere overledene in Nederland vult een schouwend arts een doodsoorzaakverklaring in. De doodsoorzaakverklaring (het B-formulier) bevat informatie over de causale reeks van gebeurtenissen die tot de dood heeft geleid (deel 1) alsmede informatie over de ziekten die tot de dood hebben bijgedragen (deel 2). Na administratieve verwerking stuurt de gemeente vervolgens de B-formulieren naar het CBS waar de gegevens geanonimiseerd worden verwerkt.
Op de doodsoorzakenverklaring staat onder andere de onderliggende doodsoorzaak van de overledene ingevuld. Met de onderliggende doodsoorzaak wordt gedoeld op de ziekte of aandoening waarmee de reeks van gebeurtenissen die uiteindelijk het overlijden van de persoon veroorzaakte, begon. Deze reeks opeenvolgende gebeurtenissen wordt door de arts op de doodsoorzaakverklaring aangegeven. Uit het formulier wordt de onderliggende doodsoorzaak overgenomen en gecodeerd volgens internationaal afgesproken ICD-10 codes van de WHO. Vanaf 2020 is voor COVID-19 een tweetal codes toegevoegd aan de lijst met ICD-10-codes.
In 2021 moeten nog circa 2,5 duizend doodsoorzaakformulieren binnenkomen bij het CBS. Na verwerking van deze formulieren zal de sterfte van de groepen doodsoorzaken hoger worden. Voor alle jaren zijn onbekende doodsoorzaken niet opgenomen in de groep overige natuurlijke doodsoorzaken.