Economisch beeld fractie negatiever

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte / Rob Voss
Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS is in januari een fractie negatiever dan een maand eerder, meldt het CBS. De economie ligt diep in een fase van laagconjunctuur. In de Conjunctuurklok van medio januari presteren 10 van de 13 indicatoren slechter dan hun langjarige trend. De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus hebben voor veel indicatoren in de klok vanaf verslagmaand maart grote invloed.

De Conjunctuurklok is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de Conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie samen die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd. Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok betreft een macro-economisch beeld en het gaat niet in gelijke mate op voor alle huishoudens, bedrijven of regio’s. 

Conjunctuurklokindicator (ongewogen gemiddelde van de indicatoren in de Conjunctuurklok)
jaarmaandcyclus (afwijking van de langetermijntrend (=0))
2013januari-0,92
2013februari-1,03
2013maart-1,12
2013april-1,18
2013mei-1,25
2013juni-1,27
2013juli-1,27
2013augustus-1,27
2013september-1,21
2013oktober-1,14
2013november-1,06
2013december-0,98
2014januari-0,91
2014februari-0,86
2014maart-0,83
2014april-0,82
2014mei-0,8
2014juni-0,79
2014juli-0,78
2014augustus-0,77
2014september-0,76
2014oktober-0,74
2014november-0,72
2014december-0,68
2015januari-0,64
2015februari-0,58
2015maart-0,53
2015april-0,48
2015mei-0,42
2015juni-0,37
2015juli-0,33
2015augustus-0,29
2015september-0,26
2015oktober-0,25
2015november-0,23
2015december-0,22
2016januari-0,22
2016februari-0,2
2016maart-0,19
2016april-0,17
2016mei-0,13
2016juni-0,11
2016juli-0,08
2016augustus-0,02
2016september0,02
2016oktober0,06
2016november0,11
2016december0,16
2017januari0,2
2017februari0,26
2017maart0,31
2017april0,35
2017mei0,42
2017juni0,45
2017juli0,48
2017augustus0,55
2017september0,59
2017oktober0,63
2017november0,69
2017december0,74
2018januari0,78
2018februari0,84
2018maart0,88
2018april0,89
2018mei0,93
2018juni0,94
2018juli0,95
2018augustus0,96
2018september0,96
2018oktober0,93
2018november0,93
2018december0,91
2019januari0,85
2019februari0,83
2019maart0,79
2019april 0,76
2019mei0,74
2019juni0,71
2019juli0,74
2019augustus0,71
2019september0,67
2019oktober0,65
2019november0,63
2019december0,63
2020januari0,64
2020februari0,64
2020maart0,62
2020april0,59
2020mei-0,51
2020juni-1,49
2020juli-1,9
2020augustus-1,81
2020september-1,39
2020oktober-0,95
2020november-0,63
2020december-0,43
2021januari-0,54

Consumenten- en producentenvertrouwen minder negatief

Het consumenten- en producentenvertrouwen waren in december minder negatief dan in november. Het vertrouwen van producenten en consumenten ligt echter onder het langjarige gemiddelde.

Consumenten- en producentenvertrouwen (seizoengecorrigeerd)
jaarmaandConsumentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)Producentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)
2016januari113,2
2016februari73,1
2016maart23,9
2016april64,7
2016mei74,4
2016juni115,4
2016juli95,1
2016augustus91,2
2016september123,4
2016oktober174,3
2016november213,4
2016december214,7
2017januari216
2017februari227
2017maart247,8
2017april268,3
2017mei236,1
2017juni237,2
2017juli256,6
2017augustus265,4
2017september238,5
2017oktober238,2
2017november229,1
2017december258,9
2018januari2410,3
2018februari2310,9
2018maart249,5
2018april258,2
2018mei239,8
2018juni237,7
2018juli236,3
2018augustus215,9
2018september195,7
2018oktober155,9
2018november137,2
2018december97,5
2019januari05,8
2019februari-26,3
2019maart-46,1
2019april-36,7
2019mei-34,7
2019juni 03,3
2019juli23,9
2019augustus03,9
2019september-23,3
2019oktober-13,6
2019november-22,8
2019december-22,9
2020januari-32,5
2020februari-23,7
2020maart-20,2
2020april-22-28,7
2020mei-31-25,1
2020juni-27-15,1
2020juli-26-8,7
2020augustus-29-5,4
2020september-28-4,8
2020oktober-30-5,6
2020november-26-3,8
2020december-20-0,4

Export hoger, consumptie huishoudens en investeringen lager

Het volume van de goederenexport was in november 2,0 procent groter dan in november 2019. Er zijn vooral meer chemische producten, machines en apparaten uitgevoerd dan een jaar eerder.

In oktober was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 5,8 procent kleiner dan in oktober 2019. De krimp is groter dan in de voorgaande maand. Vooral in gebouwen, infrastructuur, vliegtuigen en machines is minder geïnvesteerd.

Consumenten hebben in oktober 6,5 procent minder besteed (koopdaggecorrigeerd) dan in oktober 2019. De krimp is weer wat groter dan een maand eerder. Consumenten gaven net als in de voorgaande maanden vooral minder uit aan diensten.

Productie industrie 2,5 procent lager in november

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in november 2,5 procent lager dan in november 2019. Dat is de kleinste krimp na maart 2020, toen de productie bijna 2 procent lager lag dan een jaar eerder.

Minder faillissementen in december

Het aantal failliet verklaarde bedrijven, voor zittingsdagen gecorrigeerd, is in december met 40 gedaald. Het aantal uitgesproken faillissementen op maandbasis bereikte het laagste niveau na januari 1991.

Koopwoningen bijna 9 procent duurder in november

Bestaande koopwoningen waren in november 8,9 procent duurder dan in november 2019.

Veel meer uren gewerkt

Het aantal gewerkte uren in het derde kwartaal lag, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 5 procent hoger dan in het tweede kwartaal. In het tweede kwartaal was het aantal gewerkte uren met 5,7 procent fors afgenomen. In totaal werkten werknemers en zelfstandigen in het derde kwartaal bijna 3,4 miljard uur.

Eind september was het aantal openstaande vacatures weer opgelopen tot 216 duizend, 16 duizend meer dan een kwartaal eerder. Eind 2019 was nog een recordstand bereikt van 286 duizend openstaande vacatures. Door de coronacrisis was het aantal vacatures in de eerste helft van het jaar teruggelopen met 86 duizend, een daling met 30 procent.

In november waren 378 duizend mensen werkloos (ILO-definitie), dat is 4,0 procent van de beroepsbevolking. In de afgelopen drie maanden daalde het aantal werklozen met gemiddeld 16 duizend per maand. Tussen maart en augustus nam het aantal werklozen met ruim 150 duizend toe. Vervolgens is de werkloosheid tot en met november met bijna 50 duizend gedaald.

De omzet van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling steeg in het derde kwartaal 2020 met 6,6 procent in vergelijking met een kwartaal eerder. Ten opzichte van een jaar eerder kromp de omzet 11,1 procent.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
   index (2010=100)
20131e kwartaal100,1
20132e kwartaal99,9
20133e kwartaal100,5
20134e kwartaal101,1
20141e kwartaal101
20142e kwartaal101,6
20143e kwartaal101,9
20144e kwartaal102,8
20151e kwartaal103,4
20152e kwartaal103,7
20153e kwartaal104,1
20154e kwartaal104,1
20161e kwartaal105,1
20162e kwartaal105,3
20163e kwartaal106,5
20164e kwartaal107,4
20171e kwartaal107,9
20172e kwartaal108,9
20173e kwartaal109,7
20174e kwartaal110,5
20181e kwartaal111,1
20182e kwartaal111,7
20183e kwartaal112
20184e kwartaal112,4
20191e kwartaal113
20192e kwartaal113,4
20193e kwartaal113,8
20194e kwartaal114,3
20201e kwartaal112,6
20202e kwartaal103
20203e kwartaal110,9

Bbp stijgt met 7,8 procent in derde kwartaal 2020

Volgens de tweede berekening van het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal van 2020 met 7,8 procent gestegen ten opzichte van een kwartaal eerder. Dat is vooral toe te schrijven aan de consumptie, de investeringen en het handelssaldo. Ten opzichte van het derde kwartaal 2019 was de omvang van het bbp 2,5 procent kleiner. 

Dinsdag 16 februari 2021 komt het CBS met de eerste berekening van het bbp en het aantal banen in het vierde kwartaal van 2020 en in het jaar 2020.