Prijzen nieuwbouwkoopwoningen 16 procent hoger

© Hollandse Hoogte / Hans van Rhoon
Nieuwbouwkoopwoningen waren in het tweede kwartaal van 2019 ongeveer 16 procent duurder dan een jaar eerder. De prijzen stegen daarmee harder dan in de rest van de Europese Unie (EU). De prijzen van bestaande koopwoningen stegen in dezelfde periode met 7,2 procent. De prijs van een koopwoning is daarmee gemiddeld gestegen met 8,3 procent. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Kadaster.

In de afgelopen viereneenhalf jaar waren de verkoopprijzen van koopwoningen elk kwartaal hoger dan een jaar eerder. De stijgende trend in de prijzen zet door in het tweede kwartaal van 2019. De prijzen van nieuwbouwkoopwoningen stijgen nu zeven kwartalen op rij sterker dan die van bestaande koopwoningen.

Prijzen koopwoningen
JaarKwartaalNieuwbouwkoopwoningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Bestaande koopwoningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20151e kwartaal3,02,4
20152e kwartaal5,52,5
20153e kwartaal12,72,9
20154e kwartaal7,73,5
20161e kwartaal6,94,1
20162e kwartaal4,44,4
20163e kwartaal1,95,6
20164e kwartaal5,46,1
20171e kwartaal6,16,8
20172e kwartaal6,37,7
20173e kwartaal6,27,6
20174e kwartaal10,28,2
20181e kwartaal11,59,0
20182e kwartaal11,78,8
20183e kwartaal16,39,2
20184e kwartaal10,19,0
20191e kwartaal9,57,9
20192e kwartaal16,07,2

Verkochte koopwoningen 8,3 procent duurder

De prijzen van alle verkochte Nederlandse koopwoningen in totaal, uitgedrukt in de huizenprijsindex, waren in het tweede kwartaal 8,3 procent hoger dan een jaar eerder. Sinds eind 2013 werden bestaande koopwoningen elk jaar duurder. Voor nieuwbouwkoopwoningen zette deze trend een jaar later in. Sinds het vierde kwartaal van 2017 stijgen de prijzen van nieuwbouwkoopwoningen sterker dan die van bestaande koopwoningen.

Huizenprijsindex
JaarKwartaalTotaal koopwoningen (2015=100)Nieuwbouwkoopwoningen (2015=100)Bestaande koopwoningen (2015=100)
20111e kwartaal111,1108,7111,5
20112e kwartaal109,6103,8111,0
20113e kwartaal109,0104,3110,2
20114e kwartaal107,1102,4108,3
20121e kwartaal105,196,5106,9
20122e kwartaal103,396,4104,9
20123e kwartaal99,393,0100,7
20124e kwartaal99,799,7100,1
20131e kwartaal97,093,697,8
20132e kwartaal95,091,595,8
20133e kwartaal95,694,096,1
20134e kwartaal95,393,995,8
20141e kwartaal95,894,096,3
20142e kwartaal96,293,196,9
20143e kwartaal96,891,497,8
20144e kwartaal97,394,797,9
20151e kwartaal98,396,898,6
20152e kwartaal99,198,299,4
20153e kwartaal101,1103,0100,7
20154e kwartaal101,4102,0101,3
20161e kwartaal102,8103,5102,6
20162e kwartaal103,6102,6103,7
20163e kwartaal106,2104,9106,3
20164e kwartaal107,5107,5107,5
20171e kwartaal109,7109,9109,6
20172e kwartaal111,4109,0111,7
20173e kwartaal114,0111,4114,4
20174e kwartaal116,7118,5116,3
20181e kwartaal119,9122,5119,4
20182e kwartaal121,7121,8121,6
20183e kwartaal125,6129,6124,9
20184e kwartaal127,3130,5126,7
20191e kwartaal129,7134,2128,9
20192e kwartaal131,8141,3130,4

Huizenprijzen stijgen het hardst in Hongarije

Nederland behoort tot de top tien van landen waar nieuwbouw- en bestaande koopwoningen het meest in prijs zijn toegenomen vergeleken met een jaar eerder. Gemiddeld werden in het tweede kwartaal van 2019 de huizen binnen de EU jaar-op-jaar 4,2 procent duurder; in Nederland was de stijging van de gemiddelde koopprijs van alle koopwoningen gezamenlijk met 8,3 procent ongeveer twee keer zo hoog. Alleen in Hongarije, Luxemburg, Kroatië, Letland, Portugal en Tsjechië stegen de prijzen meer. In Nederland stegen de prijzen van nieuwbouwkoopwoningen met 16,0 procent het hardst in vergelijking met de rest van Europese Unie. Luxemburg staat in dit rijtje op de tweede plaats met een stijging van 11,5 procent.

Huizenprijsindex, 2e kwartaal 2019
LandHuizenprijzen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Hongarije14,0
Luxemburg11,4
Kroatië10,4
Portugal10,1
Letland9,0
Tsjechië8,7
Nederland8,3
Slowakije8,3
Polen8,2
Cyprus8,0
Oostenrijk6,7
Litouwen6,6
Malta6,2
Estland5,8
Slovenië5,8
Spanje5,4
Duitsland5,2
Bulgarije5,0
Noorwegen4,8
Europese Unie4,2
Frankrijk3,2
België3,1
Denemarken2,9
Ierland2,5
Zweden2,2
Roemenië1,8
Verenigd Koninkrijk1,4
Finland0,8
Italië-0,2