Vrouwen met flexbaan minder vaak moeder
Voor dit onderzoek is in de periode 2003-2015 voor een groep van 25 duizend kinderloze vrouwen tussen 18 en 45 jaar met een partner gekeken of ze binnen een jaar na deelname aan de Enquête Beroepsbevolking (EBB) moeder zijn geworden. Van de vrouwen met een flexibel contract had 13 procent binnen dat jaar een kind gekregen, bij degenen met een vast contract was dat 18 procent. Van de groep vrouwen zonder betaalde baan was 19 procent na dat jaar moeder, van de vrouwelijke zzp’ers kreeg 17 procent binnen dat jaar een eerste kind.
Het verband tussen arbeidsrelatie en kinderen krijgen veranderde niet tussen 2003 en 2015, blijkt uit het onderzoek. Ook speelt de arbeidsrelatie van de mannelijke partner geen rol in de kans dat er binnen een jaar een kind komt. Dit is te lezen in het achtergrondartikel, dat naast het krijgen van kinderen ook ingaat op de kans samen te gaan wonen en te trouwen.
Moeder binnen 1 jaar | |
---|---|
Totaal | 17,6 |
Vast contract | 18,8 |
Flexcontract | 13 |
Zelfstandige zonder personeel | 16,7 |
Niet werkzaam | 19,2 |
Mensen met een flexibel contract zijn gemiddeld jonger dan mensen met een vaste aanstelling. Maar ook als rekening wordt gehouden met verschillen tussen vaste en flexibele werknemers in leeftijd, herkomst en inkomen blijven de gevonden verschillen in overgang naar moederschap bestaan.
Verschillen naar deeltijdwerk en opleiding
Niet alleen de arbeidsrelatie, maar ook de arbeidsduur hangt samen met de kans om binnen een jaar moeder te worden. Vrouwen die fulltime werken in een flexbaan worden het minst vaak moeder: 11 procent. Bij flexwerkende vrouwen in deeltijd was dat aandeel met 16 procent beduidend hoger.
Er zijn ook verschillen naar opleidingsniveau. Fulltime flexwerken gaf bij vrouwen van alle opleidingsniveaus de laagste kans op moederschap. Maar laagopgeleide vrouwen met een parttime flexbaan werden juist vaker moeder (20 procent) dan laagopgeleide vrouwen met een vast contract (16 procent). Bij hoogopgeleide vrouwen maakt de omvang van het dienstverband geen verschil, zowel in geval van een parttime als een fulltime flexibel contract waren zij minder vaak moeder geworden. Hoogopgeleide vrouwen worden vaker moeder als ze als zzp’er werken (18 procent) of een vast contract hebben (19 procent).
Totaal | Hoogopgeleid | Laagopgeleid | |
---|---|---|---|
Totaal | 17,6 | 18 | 16,9 |
Vast contract, fulltime | 18,9 | 20,7 | 17 |
Vast contract, parttime | 18,8 | 19,9 | 16,4 |
Flexcontract, fulltime | 11,1 | 10,1 | 12,1 |
Flexcontract, parttime | 16,2 | 12,5 | 20,4 |
Zelfstandige zonder personeel | 16,7 | 18,3 | 10,4 |
Niet werkzaam | 19,2 | 19,2 | 19 |
In dit onderzoek is maar beperkt rekening gehouden met de timing van moederschap. Het blijft daarom nog een open vraag of de gevonden negatieve samenhang met arbeidsonzekerheid blijvend is. Het kan namelijk zo zijn dat mensen moederschap slechts uitstellen tot het moment dat de arbeidsmarktpositie is verbeterd. Dan wordt een inhaalslag gemaakt, totdat men uiteindelijk even vaak kinderen krijgt. Ook is niet uit te sluiten dat vrouwen die een flexbaan hebben bepaalde eigenschappen gemeen hebben met vrouwen die vaker geneigd zijn het moederschap uit te stellen.