Beroerte

Verzamelnaam voor hersenvaatletsels (ICD-10: I60-I69). Het omvat bloedingen rondom (subarachnoïdale bloeding, I60) en in de hersenen (intracerebrale bloeding, I61-I62), de herseninfarcten (I63) en de bij opgave niet gespecificeerde hersenvaatletsels (I64). Ongeveer 40% van de hersenvaatletsels is bij de doodsoorzakenopgave niet gespecificeerd. Het onderscheid tussen infarct en bloeding blijkt soms niet uit de symptomen. Wanneer beeldvormende diagnostiek dan achterwege blijft, valt de doodsoorzaak onder de code I64. Wanneer een persoon overlijdt aan rest toestanden van een beroerte of aandoeningen die 1 jaar of langer na het begin van de beroerte nog aanwezig zijn wordt de doodsoorzaak als laat gevolg van een beroerte aangemerkt (I69). Veroorzaakt de beroerte bijvoorbeeld een blijvende slikstoornis waardoor iemand zich na enige jaren verslikt in een frietje, stikt en komt te overlijden dan wordt de onderliggende doodsoorzaak het laat gevolg van de beroerte genoemd. Vooral sinds de invoering van het automatisch coderen in 2013 valt een aanzienlijk gedeelte (ongeveer18 procent) van de beroerte onder deze categorie.