Auto van de zaak is vooral een 'mannending'

© ANP

In Nederland reden in 2014 ruim een half miljoen ‘auto’s van de zaak’ rond. In veruit de meeste gevallen zit achter het stuur een man. De meest voorkomende leeftijdsgroep is die van 40 tot 50 jaar. Dat meldt CBS.

Van de 7,7 miljoen werknemersbanen was aan 7 procent een auto van de zaak gekoppeld. Dat komt neer op 1 op de 14. Sinds 2008 is dit aandeel nauwelijks veranderd. In 2014 ging het om ongeveer 548.000 auto’s.
De sectoren informatie en communicatie, bouwnijverheid, specialistische zakelijke diensten (denk daarbij aan reclamebureaus, speur- en ontwikkelingswerk, markt- en opinieonderzoekbureaus) en energievoorziening leverden het grootste aandeel. Het zijn in het algemeen bedrijfstakken waar overwegend mannen werken.

Banen met auto van de zaak naar bedrijfstak, 2014

Meer vrouwen, minder auto’s van de zaak

In bedrijfstakken waar relatief veel vrouwen werken (meer dan 60 procent), rijden werknemers doorgaans minder vaak rond in een auto van de zaak. Een uitzondering is de ‘overige dienstverlening’. In deze categorie zijn diensten ondergebracht als activiteiten van belangenverenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen en veel andere activiteiten op het gebied van persoonlijke dienstverlening. In 2014 lag de verhouding in die branche dicht bij het landelijke gemiddelde van 1 op de 9 mannelijke tegen 1 op de 39 vrouwelijke werknemers.

In sectoren waar getalsmatig mannen duidelijk de overhand hebben (meer dan 60 procent), is het beeld minder eenduidig. Zo is het aandeel auto’s van de zaak in de sector vervoer en opslag vrij laag, zowel voor mannen als voor vrouwen. Bij informatie en communicatie ligt het aandeel voor beide geslachten aanzienlijk hoger dan de gemiddelden voor Nederland.

Banen met auto van de zaak naar geslacht en bedrijfstak, 2014

Vooral veertigers achter het stuur

Bekeken naar leeftijd was in 2014 de groep van 40 tot 50 jaar met een auto van de zaak het grootst. Twintigers en zestigplussers zijn het minst te vinden onder auto-van-de-zaakrijders.
Relatief – dus vergeleken met alle leeftijdgenoten die voor een baas werken – is het aandeel van twintig- tot dertigjarigen het kleinst. Het aantal zestigplussers met een auto van de zaak is nog lager, maar het percentage is groter, omdat er in verhouding weinig oudere werknemers zijn.

Banen met en zonder auto van de zaak per leeftijdsgroep, 2014