Lokale overheid:

  • provincies en waterschappen;
  • gemeenten, exclusief hun quasi-vennootschappen (onder andere gemeentelijke vervoersbedrijven);
  • gemeenschappelijke regelingen (samenwerkingsverbanden van gemeenten op het gebied van afvalverwerking, waterzuivering, brandweer, sociale werkvoorziening, enz.);
  • verzelfstandigde lokale overheidsdiensten, zoals bureaus voor arbeidsbemiddeling en regionale politiekorpsen;
  • privaatrechtelijke lokale instellingen op het gebied van arbeid, maatschappelijk werk, cultuur en onderwijs zoals Banenpools, het Jeugd Werk Garantiefonds, centra voor asielzoekers, musea, bibliotheken, scholen voor bijzonder onderwijs en studiebegeleidingsdiensten.