Middelbaar beroepsonderwijs
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) kent vijf opleidingstypen op vier niveaus.
De assistentenopleiding (niveau 1) heeft geen vooropleidingseisen. Ook zonder diploma van het vmbo kan deze opleiding worden gevolgd.
Voor de opleiding tot basisberoepsbeoefenaar (niveau 2) is een diploma vmbo-basisberoepsgerichte leerweg nodig of een afgeronde opleiding op niveau 1 (assistentenopleiding).
De vakopleiding (niveau 3) en de middenkaderopleiding (niveau 4) kunnen worden gevolgd na het behalen van een vmbo-diploma op ten minste het niveau van de kaderberoepsgerichte leerweg, met een diploma mbo-basisberoepsopleiding of met een overgangsbewijs van leerjaar 3 naar leerjaar 4 van havo of vwo.
De specialistenopleiding (niveau 4) ten slotte kan alleen worden gevolgd na het behalen van een diploma op mbo-niveau 3 (de vakopleiding).
Vanuit de laagste drie niveaus is doorstroom mogelijk binnen het mbo. Vanuit de middenkaderopleiding op niveau 4 kan worden doorgestroomd naar het hoger beroepsonderwijs.
Met het behalen van een diploma op ten minste niveau 2 (basisberoepsopleiding) is een zogenoemde ‘startkwalificatie’ voor de arbeidsmarkt behaald.