Integratiekaart 2006

De Integratiekaart schetst een beeld van de positie van groepen allochtonen op verschillende maatschappelijke terreinen, en van de ontwikkelingen daarin in de tijd. Dit onderzoek wordt gezamenlijk uitgevoerd door WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum van het ministerie van Justitie) en CBS, op verzoek van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Aan de hand van een serie indicatoren wordt tweejaarlijks in de Integratiekaart beschreven hoe de integratie van diverse groepen allochtonen zich ontwikkelt, onder andere op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en sociale contacten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens uit het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het CBS.

In het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) is een groot aantal registers op individueel niveau gekoppeld aan de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Het SSB bevat van alle inwoners van Nederland gegevens over onder andere demografische kenmerken, werk, uitkeringen, inkomen, onderwijs en migratiemotief. Het SSB biedt zo ook de mogelijkheid om de onderlinge samenhang te beschrijven. Omdat diverse jaargangen onderling gekoppeld zijn, ontstaan mogelijkheden om mensen gedurende langere tijd te volgen.

De Integratiekaart hanteert op meerdere punten een nieuwe aanpak bij het monitoren van de integratie in Nederland.

  • Door gebruik te maken van het SSB is het mogelijk om een gedetailleerde uitsplitsing te maken naar verschillende herkomstlanden. Behalve een beschrijving voor de klassieke ‘grote vier’ (Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Nederlands Antilliaanse en Arubaanse herkomstgroepen) is aangegeven hoe kleinere immigrantenpopulaties in Nederland participeren;
  • Daarnaast ontstaat door longitudinale data inzicht in het verloop van de integratie over een langere periode en op verschillende maatschappelijke gebieden. Dit gebeurt door cohorten nieuwkomers door de jaren heen te volgen;
  • De Integratiekaart richt zich op het feitelijke gedrag en de feitelijke maatschappelijke posities van mensen, en niet op hun attitudes, percepties, subjectieve beleving en meningen.

In dit artikel worden vooral standgegevens over 2004 weergegeven. Er is niet gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken zoals leeftijd en geslacht. In de rapportage is dit wel gedaan.