Minder boomgaarden

In ons land zijn ruim 2500 gespecialiseerde fruitbedrijven. Een fruitbedrijf heeft gemiddeld acht ha vruchtbomen. Het leeuwendeel daarvan bestaat uit appelbomen. Elstar en Jonagold zijn de belangrijke rassen in Nederland. Deze soorten bedekken twee derde van de in totaal 15 000 ha appels.

In de fruitteelt zijn echter veel vruchtbomen gerooid. Zo is de afgelopen vijf jaar 12% van de oppervlakte aan appelboomgaarden verdwenen. In Gelderland, het centrum van de fruitteelt, is de afname naar verhouding minder dan in andere delen van het land.

Areaal appels

Areaal appels
In de fruitteeltgebieden rond de stad Utrecht zijn de afgelopen vijf jaar veel appelbomen gekapt. In Vleuten-De Meern bijvoorbeeld, is 45 ha gerooid. Hier is bijna 30% van de oppervlakte fruit verdwenen. Ook in de gemeenten Bunnik en Houten is een groot deel van het areaal fruit verdwenen. Ten zuiden van de Lek, in Zederik en Leerdam, is er 70 ha appels minder. Utrecht en Zuid-Holland zijn naar verhouding veel boomgaarden kwijtgeraakt. In de periode 1993-1998 is 450 ha appelbomen verdwenen.

Goede fruitoogst

De productie van fruit is in 1998 hoog geweest. De appeloogst is vorig jaar uitgekomen op 518 miljoen kg, bijna een kwart hoger dan in 1997. Een fruitteler haalt gemiddeld 35 000 kg appels van een ha.

Appeloogst

Appeloogst
De opbrengst van het appelras Elstar was in 1997 erg klein. Door strenge nachtvorst tijdens de bloei en rui in juni, waarbij de bomen de onrijpe vrucht laten vallen, is de opbrengst sterk verminderd. Elstar had in 1998 echter een goede oogst. De productie was bijna de helft meer dan in het jaar daarvoor. Jonagold kwam een kwart hoger uit.

De oppervlakte aan peren is sinds 1993 met 6% toegenomen tot 6 000 ha. De meeste perenbomen staan in Zeeland. De gemiddelde opbrengst ligt bij peren op 24 000 kg per ha.

Van 1997 op 1998 is de totale productie van peren is met 141 miljoen kg gelijk gebleven. De grootste oppervlakte aan peren wordt in beslag genomen door het ras Conference. De productie daarvan was licht gestegen.

Folkert van der Werf