Auteur(s): Vera Peters, Elianne Derksen, Rianne Kloosterman
Online beveiligingsmaatregelen: wie doet wat (niet)?

2. Data en methode

De cijfers in deze publicatie zijn gebaseerd op het onderzoek OVeC 2024 (CBS, 2025a). Dit is een tweejaarlijks onderzoek dat het CBS uitvoert als aanvullende statistische dienstverlening voor het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het onderzoek heeft als doel online veiligheid en criminaliteit in kaart te brengen. Bij online veiligheid gaat het om de veiligheidsbeleving van burgers op internet en de maatregelen die ze nemen om zich te beschermen tegen criminelen. Bij online criminaliteit gaat het om slachtofferschap van online delicten, gevolgen die slachtoffers ervaren van wat hen overkomen is, en of ze melding of aangifte gedaan hebben. 

In deze publicatie ligt de focus op maatregelen die burgers nemen om hun apparaten en accounts online te beschermen tegen (internet)criminelen. Daarnaast wordt ingegaan op slachtofferschap van hacken. Bij hacken verschaft iemand zich toegang tot een apparaat (zoals een computer of tablet) of account (zoals een e-mail- of bankaccount), zonder dat de eigenaar hiervoor toestemming heeft gegeven. Het gaat hierbij alleen om apparaten en accounts die voor privédoeleinden worden gebruikt.

2.1 Onderzoekspopulatie

Internetgebruikers van 15 jaar of ouder vormen in deze publicatie de onderzoekspopulatie. Het gaat hier om mensen die in de afgelopen 12 maanden internet hebben gebruikt en wonen in particuliere huishoudens in Nederland.

2.2 Dataverzameling

De dataverzameling van het onderzoek OVeC heeft plaatsgevonden van half augustus tot en met oktober 2024, waarbij uitsluitend gebruik is gemaakt van internetenquêtering. In totaal hebben ruim 33 duizend personen van 15 jaar of ouder meegedaan.

Verdere informatie over OVeC 2024, waaronder de vragenlijst, is hier te vinden: Online veiligheid en criminaliteit 2024 | CBS

2.3 Schattingen en betrouwbaarheidsmarges

OVeC is een steekproefonderzoek, dat wil zeggen dat niet de totale onderzoekspopulatie maar slechts een deel hiervan wordt bevraagd. Dit heeft als gevolg dat de gepresenteerde cijfers schattingen zijn met bijbehorende betrouwbaarheidsmarges. In dit onderzoek is een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gekozen. Dit betekent dat de werkelijke waarde bij herhaald onderzoek naar verwachting in 95 van de 100 steekproeven zal liggen tussen de boven- en ondergrens die hoort bij de schatting. Bij kleine groepen zijn de marges groter. In deze publicatie zijn alleen cijfers weergegeven voor groepen met minimaal 100 waarnemingen. 

De schattingen en betrouwbaarheidsmarges, in de vorm van boven- en ondergrenzen, van de in deze publicatie gepresenteerde cijfers zijn opgenomen in de tabellenset die aan deze publicatie is toegevoegd.

2.4 Gebruikte analysemethoden

Met bivariate analyses is de relatie tussen twee variabelen bekeken, in dit geval de relatie tussen de doelvariabelen over online preventiegedrag enerzijds en de achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd en onderwijsniveau) anderzijds. Met behulp van significantietoetsing is onderzocht of het verband tussen twee variabelen in de populatie statistisch significant is op basis van het steekproefresultaat. Met behulp van multivariate logistische regressieanalyses is gekeken of de verschillen naar achtergrondkenmerken statistisch significant blijven wanneer rekening wordt gehouden met de samenhang tussen deze kenmerken.