1. Inleiding
Internet wordt steeds belangrijker in onze samenleving. Veel diensten zijn digitaal, aankopen kunnen online gedaan worden en ook sociale media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Door het toenemende gebruik van internet stijgt het risico om slachtoffer te worden van online criminele activiteiten (Cheng et al., 2020). Criminelen gebruiken het internet op steeds inventievere manieren voor fraude, afpersing, hacken en identiteitsdiefstal.
Op verzoek van het ministerie van Justitie en Veiligheid voert het CBS het onderzoek Online Veiligheid en Criminaliteit (OVeC) uit om de stand van zaken op het terrein van online veiligheid en criminaliteit te monitoren. In 2024 gaf 16 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder aan in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête slachtoffer te zijn geweest van online criminaliteit (CBS, 2025a). Dit zijn bijna 2,4 miljoen mensen. Dat was meer dan in 2022 toen ongeveer 2,2 miljoen mensen slachtoffer waren.
Naast enquêtedata bestaat er ook registerdata van de politie. Het aantal registraties van cybercrime door de politie nam toe na 2017, onder andere door verbeterde registratie bij de politie. De laatste jaren vertoont het aantal cybercrime registraties een dalende lijn (CBS, 2025b). Registraties van zogenoemde horizontale fraude stegen na 2014. Horizontale fraude is niet per definitie online fraude, maar is de afgelopen tien jaar decennium vooral digitaal gebeurd (Politie, 2024). Denk bijvoorbeeld aan fraude met online handel, fraude met betalingsverkeer en identiteitsfraude.
Het onderzoek OVeC wijst verder uit dat de meeste mensen slachtoffer werden van oplichting en fraude (9 procent). Dit type delict trof 1,4 miljoen mensen. Daarbij ging het met name om aankoopfraude. Met hacken had 4 procent te maken en eveneens 4 procent met online bedreiging en intimidatie. Het slachtofferschap van online criminaliteit verschilde nauwelijks naar geslacht en onderwijsniveau. Wel werden jongeren vaker getroffen dan ouderen: 20 procent van de 15- tot 25-jarigen, tegenover 10 procent van de 65-plussers (CBS, 2025a).
Het CBS voert ook andere onderzoeken over dit thema uit. In de Veiligheidsmonitor is slachtofferschap van online criminaliteit opgenomen, bijvoorbeeld van phishing en hacken. In de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag wordt online seksuele intimidatie onderzocht. In 2024 gaf 5 procent van de mensen van 16 jaar of ouder aan in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek online één of meerdere ongewenste seksuele ervaringen te hebben meegemaakt (CBS, 2024).
Om de kans te verkleinen slachtoffer te worden van online criminaliteit, kunnen diverse maatregelen worden genomen om apparaten en accounts te beschermen tegen misbruik door anderen. Denk aan het gebruik van sterke wachtwoorden, het gebruik van antivirussoftware en het niet zomaar klikken op links. Het gebruik van beveiligingsmaatregelen door personen wordt onderzocht in het CBS-onderzoek OVeC. Daarnaast doet het CBS ook onderzoek naar cyberweerbaarheid van bedrijven. Uit de Cybersecuritymonitor 2024 bleek dat steeds meer bedrijven maatregelen nemen om hun klanten of medewerkers veilig te laten inloggen op hun ICT-systemen, websites of apps. Zo nam het gebruik van tweetrapsverificatie toe van 26 procent in 2017 tot 61 procent in 2024. In dat jaar had 72 procent van de bedrijven een wachtwoordbeleid, tegen 57 procent in 2017 (CBS, 2025c).
In Nederland bestaan verschillende initiatieven rondom cybercrimepreventie voor personen. Ook vanuit gemeenten is er voorlichting voor burgers. Eén van de meest recente voorbeelden is de campagne ‘Laat je niet interneppen’ van de Rijksoverheid (Rijksoverheid, 2025). Ook internationaal is er aandacht voor online veiligheid, en wetenschappers zien verschillen in online gedrag en het gebruik van beveiligingsmaatregelen tussen internetgebruikers (Rughiniș & Rughiniș, 2014; Baltuttis et al., 2024). Onder andere geslacht en leeftijd zijn hierbij belangrijke factoren (McGill & Thompson, 2021; Choi et al., 2016). Naar onderwijsniveau is minder onderzoek verricht, evenals naar de redenen waarom mensen bepaalde maatregelen niet treffen. Kennis en bewustwording van verschillen in online veiligheid en de beweegredenen van mensen kan helpen om voorlichting gerichter te maken en daarmee mensen beter te beschermen tegen online criminaliteit.
Deze publicatie gaat in op dergelijke beveiligingsmaatregelen en daarbij staan de volgende onderzoeksvragen centraal:
- In welke mate nemen internetgebruikers van 15 jaar of ouder beveiligingsmaatregelen om hun internetapparatuur en persoonlijke online informatie te beschermen? En verschilt dit naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau?
- Welke redenen hebben internetgebruikers om geen beveiligingsmaatregelen te treffen? En verschilt dit naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau?
- In welke mate hangt het nemen van beveiligingsmaatregelen samen met slachtofferschap van online criminaliteit? Er wordt daarbij gekeken naar het slachtofferschap van hacken.
De resultaten bieden inzicht in (on)veilig gedrag op het internet en online slachtofferschap.