Kernprognose 2025–2070: 20,6 miljoen inwoners verwacht in 2070
Over deze publicatie
Hoeveel inwoners heeft Nederland in 2070, en hoe verlopen geboorte, sterfte en migratie tot aan dat jaar? De Kernprognose 2025-2070 beschrijft de meest waarschijnlijk geachte toekomstige ontwikkeling van de bevolking in deze periode.
De belangrijkste bevindingen:
• De bevolking van Nederland blijft groeien, van 18,1 miljoen eind 2025 tot naar verwachting 19 miljoen in de loop van 2037. In 2070 worden 20,6 miljoen inwoners voorzien.
• Internationale migratie speelt een grotere rol in de toekomstige bevolkingsgroei dan geboorte en sterfte. Volgens de prognose blijft de immigratie dicht bij het huidige niveau van 312 duizend per jaar. De emigratie neemt toe tot ruim 250 duizend per jaar.
• Het aantal geboorten neemt de komende jaren toe, maar daalt weer vanaf 2038. Het jaarlijkse aantal overledenen neemt toe vanaf 2027.
• Deze prognose voor de bevolkingsgroei tot 2070 is vrijwel gelijk aan die van vorig jaar. Het aantal inwoners ligt begin 2026 ongeveer 5 duizend lager dan voorzien, vooral door een lager migratiesaldo. Voor 2070 verwachten beide prognoses 20,6 miljoen inwoners.
• De bevolkingsprognose kent onzekerheden. De bevolking in 2070 ligt zeer waarschijnlijk tussen 17,5 miljoen en 23,9 miljoen inwoners.
1. Inleiding
Dit artikel beschrijft de Kernprognose 2025-2070 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): de meest waarschijnlijk geachte ontwikkeling van de Nederlandse bevolking in de komende decennia. De prognose geeft inzicht in de verwachte bevolkingsomvang en leeftijdsopbouw tot 2070, en in het verloop van geboorte, sterfte, immigratie en emigratie. De veranderingen in de bevolking hebben gevolgen voor verschillende beleidsterreinen, zoals de zorg, de woningmarkt en de arbeidsmarkt.
De prognose is gebaseerd op demografische trends uit het verleden en recente gegevens tot en met september 2025. Op basis hiervan worden veronderstellingen gemaakt over de toekomstige ontwikkeling van de bevolking, die in een prognosemodel worden toegepast op de uitgangssituatie van 1 januari 2025. De uitkomst is een jaar-op-jaarraming van de bevolking naar leeftijd en geslacht, en van de onderliggende demografische stromen.
Deze prognose is een actualisatie van de Bevolkingsprognose 2023–2070 (Stoeldraijer et al., 2023), met de nieuwste inzichten en cijfers. Anders dan in die prognose wordt de bevolking nu niet naar herkomst onderscheiden. In 2024 is ook een Kernprognose gemaakt, voor 2024-2070 (Stoeldraijer et al., 2024). De uitkomsten van de huidige Kernprognose worden daarmee vergeleken, of met die van de Bevolkingsprognose 2023-2070.
2. Recente ontwikkelingen en bijgestelde veronderstellingen
De veronderstellingen voor geboorte (vruchtbaarheid), sterfte (levensverwachting) en migratie zijn op basis van de recente ontwikkelingen geactualiseerd:
- De veronderstelling voor de vruchtbaarheid is voor 2026 en 2027 licht naar boven bijgesteld omdat het vruchtbaarheidscijfer in 2025 iets hoger uitkomt dan verwacht. Voor de langere termijn komt de veronderstelling overeen met die van de Kernprognose 2024-2070.
- De veronderstellingen voor de levensverwachting van mannen zijn tot aan 2030 iets verlaagd, omdat deze minder is gestegen dan verwacht. Voor vrouwen komt de levensverwachting tot aan 2029 vrijwel overeen met die van de Kernprognose 2024-2070. Op de lange termijn is de levensverwachting voor mannen, en in iets mindere mate die voor vrouwen, naar beneden bijgesteld ten opzichte van de Kernprognose 2024-2070.
- De veronderstellingen voor de immigratie voor de korte termijn zijn aangepast naar meer asielmigratie en minder overige immigratie. Voor de lange termijn wordt aangesloten bij de migratieveronderstelling uit de Kernprognose 2024-2070.
Waarnemingen 2024 en 2025 vergeleken met prognoses
In 2024 lag de immigratie 7 duizend personen (2 procent) lager dan een jaar eerder verwacht was in de Bevolkingsprognose 2023–2070. Het aantal emigranten lag juist ruim 7 duizend (4 procent) hoger. Het aantal levend geboren kinderen kwam ongeveer uit op het geprognosticeerde aantal, het aantal overledenen was krap 3 duizend (anderhalf procent) hoger. De bevolkingsgroei in 2024 was daardoor 17 duizend (14 procent) lager dan verwacht.
De cijfers voor 2025 zijn een raming op basis van voorlopige cijfers tot en met september. Het aantal immigranten komt bijna 2 duizend (1 procent) lager uit dan verwacht in de Kernprognose 2024–2070, het aantal emigranten is bijna 2 duizend (1 procent) hoger. Het aantal levend geboren kinderen is ruim duizend (1 procent) hoger, het aantal overledenen bijna 2 duizend (1 procent) lager dan volgens de prognose. De raming voor de bevolkingsgroei in 2025 is daardoor ruim duizend (1 procent) lager dan de groei die in de Kernprognose werd verwacht.
2.1 Geboorte
Sinds 2010 is het aantal geboorten, met tussentijdse schommelingen, gedaald van 184 duizend naar 166 duizend in 2025 (raming op basis van voorlopige cijfers tot en met september). Er worden vooral minder eerste kinderen geboren.
Verwachting geboorten: toename tot 2038, daarna daling
Deze Kernprognose verwacht dat het jaarlijkse aantal geboorten toeneemt naar 198 duizend rond 2038, zowel door een hoger gemiddeld kindertal als door een toename van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Daarna wordt een daling verwacht tot 190 duizend rond 2052. Er zijn dan minder vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
Ten opzichte van de Kernprognose 2024-2070 worden er volgens deze Kernprognose net iets meer geboorten verwacht in 2025 en 2026. Daarna zijn de verschillen met de Kernprognose 2024-2070 klein, tussen de plus 100 en min 2 100 per jaar tot 2070.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 181,3 | ||||
| 1981 | 178,6 | ||||
| 1982 | 172,1 | ||||
| 1983 | 170,2 | ||||
| 1984 | 174,4 | ||||
| 1985 | 178,1 | ||||
| 1986 | 184,5 | ||||
| 1987 | 186,7 | ||||
| 1988 | 186,6 | ||||
| 1989 | 189,0 | ||||
| 1990 | 198,0 | ||||
| 1991 | 198,7 | ||||
| 1992 | 196,7 | ||||
| 1993 | 195,7 | ||||
| 1994 | 195,6 | ||||
| 1995 | 190,5 | ||||
| 1996 | 189,5 | ||||
| 1997 | 192,4 | ||||
| 1998 | 199,4 | ||||
| 1999 | 200,4 | ||||
| 2000 | 206,6 | ||||
| 2001 | 202,6 | ||||
| 2002 | 202,1 | ||||
| 2003 | 200,3 | ||||
| 2004 | 194,0 | ||||
| 2005 | 187,9 | ||||
| 2006 | 185,1 | ||||
| 2007 | 181,3 | ||||
| 2008 | 184,6 | ||||
| 2009 | 184,9 | ||||
| 2010 | 184,4 | ||||
| 2011 | 180,1 | ||||
| 2012 | 176,0 | ||||
| 2013 | 171,3 | ||||
| 2014 | 175,2 | ||||
| 2015 | 170,5 | ||||
| 2016 | 172,5 | ||||
| 2017 | 169,8 | ||||
| 2018 | 168,5 | ||||
| 2019 | 169,7 | ||||
| 2020 | 168,7 | ||||
| 2021 | 179,4 | ||||
| 2022 | 167,5 | ||||
| 2023 | 164,5 | ||||
| 2024 | 166,1 | 165,2 | |||
| 2025 | 166,4 | 165,4 | 166,4 | 157,5 – 174,8 | 162,2 – 170,9 |
| 2026 | 167,2 | 167,4 | 155,4 – 179,5 | 161,6 – 173,7 | |
| 2027 | 170,4 | 169,8 | 154,8 – 184,9 | 162,7 – 177,8 | |
| 2028 | 174,1 | 172,9 | 155,3 – 190,7 | 164,2 – 182,0 | |
| 2029 | 178,6 | 176,8 | 156,2 – 197,1 | 166,8 – 187,3 | |
| 2030 | 183,1 | 181,0 | 157,7 – 204,0 | 169,8 – 192,4 | |
| 2031 | 187,0 | 184,9 | 158,5 – 210,9 | 172,7 – 197,6 | |
| 2032 | 190,1 | 188,2 | 159,7 – 217,6 | 175,1 – 201,8 | |
| 2033 | 192,8 | 191,0 | 160,5 – 223,6 | 176,6 – 205,7 | |
| 2034 | 195,0 | 193,5 | 161,4 – 228,2 | 177,5 – 209,2 | |
| 2035 | 196,7 | 195,5 | 161,9 – 232,6 | 178,0 – 212,2 | |
| 2036 | 197,9 | 197,0 | 161,5 – 236,1 | 178,6 – 214,6 | |
| 2037 | 198,6 | 197,9 | 160,1 – 239,2 | 179,0 – 216,3 | |
| 2038 | 198,7 | 198,3 | 158,8 – 241,3 | 178,7 – 217,4 | |
| 2039 | 198,4 | 198,2 | 157,2 – 243,2 | 177,7 – 218,2 | |
| 2040 | 197,9 | 197,8 | 155,6 – 244,4 | 176,5 – 219,1 | |
| 2041 | 197,3 | 197,2 | 153,9 – 245,2 | 175,3 – 219,8 | |
| 2042 | 196,6 | 196,6 | 152,0 – 245,7 | 174,1 – 220,0 | |
| 2043 | 195,8 | 195,8 | 150,1 – 246,9 | 173,0 – 219,7 | |
| 2044 | 195,0 | 195,1 | 148,0 – 248,0 | 171,6 – 219,6 | |
| 2045 | 194,2 | 194,3 | 145,9 – 249,5 | 170,0 – 219,5 | |
| 2046 | 193,4 | 193,5 | 144,3 – 250,3 | 168,4 – 219,9 | |
| 2047 | 192,7 | 192,8 | 143,4 – 250,9 | 166,8 – 220,2 | |
| 2048 | 192,0 | 192,1 | 142,5 – 250,2 | 165,4 – 220,2 | |
| 2049 | 191,5 | 191,5 | 141,5 – 249,5 | 164,0 – 220,0 | |
| 2050 | 191,0 | 190,9 | 140,4 – 249,6 | 162,8 – 220,0 | |
| 2051 | 190,6 | 190,5 | 139,8 – 250,7 | 161,6 – 220,0 | |
| 2052 | 190,3 | 190,1 | 139,0 – 252,1 | 160,5 – 220,1 | |
| 2053 | 190,2 | 189,9 | 137,7 – 253,0 | 159,9 – 219,9 | |
| 2054 | 190,2 | 189,9 | 136,3 – 253,7 | 159,5 – 220,5 | |
| 2055 | 190,4 | 190,0 | 135,5 – 254,7 | 159,3 – 221,0 | |
| 2056 | 190,7 | 190,3 | 135,0 – 255,2 | 158,9 – 221,9 | |
| 2057 | 191,3 | 190,8 | 134,8 – 256,1 | 158,6 – 223,0 | |
| 2058 | 192,2 | 191,6 | 134,7 – 258,3 | 158,8 – 224,6 | |
| 2059 | 193,2 | 192,6 | 134,7 – 260,9 | 158,8 – 226,3 | |
| 2060 | 194,6 | 193,8 | 134,6 – 264,2 | 159,5 – 228,5 | |
| 2061 | 196,1 | 195,3 | 134,2 – 266,8 | 159,7 – 230,1 | |
| 2062 | 197,8 | 197,0 | 133,9 – 270,5 | 160,2 – 232,3 | |
| 2063 | 199,7 | 198,7 | 134,0 – 273,5 | 161,0 – 234,8 | |
| 2064 | 201,5 | 200,5 | 133,8 – 277,2 | 162,0 – 237,8 | |
| 2065 | 203,3 | 202,3 | 133,3 – 280,0 | 162,8 – 240,6 | |
| 2066 | 205,0 | 204,0 | 132,7 – 284,0 | 163,0 – 243,1 | |
| 2067 | 206,5 | 205,6 | 132,9 – 287,9 | 163,6 – 246,0 | |
| 2068 | 207,8 | 206,9 | 132,9 – 291,3 | 164,2 – 248,5 | |
| 2069 | 208,8 | 208,1 | 132,5 – 294,3 | 164,8 – 250,7 | |
| 2070 | 209,6 | 209,0 | 132,0 – 295,6 | 165,4 – 251,9 |
Ontwikkeling TFR in het verleden
De ontwikkeling van het aantal kinderen dat jaarlijks wordt geboren, hangt deels af van de ontwikkeling van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijden. Om hiervoor te corrigeren is het totale vruchtbaarheidscijfer (Total Fertility Rate, afgekort TFR) een geschikte maat. De TFR kan worden beschouwd als het gemiddeld aantal kinderen dat vrouwen zouden hebben als de vruchtbaarheidscijfers van dat jaar van hun vijftiende tot hun vijftigste zouden gelden.
De TFR daalde van 1,80 in 2010 naar 1,43 in 2024, met een tussentijdse opleving van 1,62 in 2021. In 2025 komt de TFR naar verwachting uit op 1,42 (raming op basis van voorlopige cijfers tot en met september 2025). Sinds 2010 worden er dus gemiddeld steeds minder kinderen per vrouw geboren. De daling van de TFR is het sterkst onder jonge vrouwen. Het is niet precies duidelijk waarom mensen steeds minder vaak kinderen krijgen. Er zijn wel aanwijzingen dat de onzekere situatie van jonge mensen op tal van levensterreinen (wonen, werk, relatie) een belangrijke rol speelt. Meer achtergronden bij de dalende TFR zijn te vinden in Van Duin & Feijten (2023), Stoeldraijer et al. (2023) en Van Wijk (2025).
Model en veronderstellingen voor geboorte
De Bevolkingsprognose 2023-2070 veronderstelde een lichte daling van de TFR naar 1,40 in de jaren tot en met 2026, om daarna te stijgen naar 1,65 op de lange termijn. De verwachte stijging komt doordat wordt verwacht dat vrouwen op latere leeftijd alsnog een kind (erbij) zullen krijgen. Omdat de TFR in 2025 (1,42) iets hoger is dan verondersteld (1,40), is de veronderstelling voor de TFR voor de korte termijn licht naar boven bijgesteld.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 1,6 | ||||
| 1981 | 1,56 | ||||
| 1982 | 1,5 | ||||
| 1983 | 1,47 | ||||
| 1984 | 1,49 | ||||
| 1985 | 1,51 | ||||
| 1986 | 1,55 | ||||
| 1987 | 1,56 | ||||
| 1988 | 1,55 | ||||
| 1989 | 1,55 | ||||
| 1990 | 1,62 | ||||
| 1991 | 1,61 | ||||
| 1992 | 1,59 | ||||
| 1993 | 1,57 | ||||
| 1994 | 1,57 | ||||
| 1995 | 1,53 | ||||
| 1996 | 1,53 | ||||
| 1997 | 1,56 | ||||
| 1998 | 1,63 | ||||
| 1999 | 1,65 | ||||
| 2000 | 1,72 | ||||
| 2001 | 1,71 | ||||
| 2002 | 1,73 | ||||
| 2003 | 1,75 | ||||
| 2004 | 1,73 | ||||
| 2005 | 1,71 | ||||
| 2006 | 1,72 | ||||
| 2007 | 1,72 | ||||
| 2008 | 1,77 | ||||
| 2009 | 1,79 | ||||
| 2010 | 1,8 | ||||
| 2011 | 1,76 | ||||
| 2012 | 1,72 | ||||
| 2013 | 1,68 | ||||
| 2014 | 1,71 | ||||
| 2015 | 1,66 | ||||
| 2016 | 1,66 | ||||
| 2017 | 1,62 | ||||
| 2018 | 1,59 | ||||
| 2019 | 1,57 | ||||
| 2020 | 1,54 | ||||
| 2021 | 1,62 | ||||
| 2022 | 1,49 | ||||
| 2023 | 1,43 | ||||
| 2024 | 1,43 | 1,42 | |||
| 2025 | 1,42 | 1,4 | 1,42 | 1,34 – 1,49 | 1,38 – 1,45 |
| 2026 | 1,4 | 1,41 | 1,31 – 1,52 | 1,36 – 1,47 | |
| 2027 | 1,42 | 1,42 | 1,29 – 1,55 | 1,36 – 1,49 | |
| 2028 | 1,44 | 1,44 | 1,29 – 1,59 | 1,37 – 1,52 | |
| 2029 | 1,47 | 1,46 | 1,3 – 1,63 | 1,38 – 1,55 | |
| 2030 | 1,5 | 1,49 | 1,31 – 1,68 | 1,4 – 1,58 | |
| 2031 | 1,53 | 1,52 | 1,32 – 1,72 | 1,42 – 1,61 | |
| 2032 | 1,55 | 1,54 | 1,32 – 1,75 | 1,43 – 1,64 | |
| 2033 | 1,57 | 1,56 | 1,33 – 1,78 | 1,44 – 1,67 | |
| 2034 | 1,58 | 1,58 | 1,34 – 1,81 | 1,46 – 1,69 | |
| 2035 | 1,6 | 1,59 | 1,34 – 1,84 | 1,47 – 1,72 | |
| 2036 | 1,61 | 1,61 | 1,34 – 1,87 | 1,48 – 1,73 | |
| 2037 | 1,62 | 1,62 | 1,34 – 1,89 | 1,48 – 1,75 | |
| 2038 | 1,63 | 1,62 | 1,34 – 1,91 | 1,49 – 1,76 | |
| 2039 | 1,63 | 1,63 | 1,34 – 1,92 | 1,49 – 1,77 | |
| 2040 | 1,64 | 1,63 | 1,33 – 1,94 | 1,48 – 1,78 | |
| 2041 | 1,64 | 1,64 | 1,33 – 1,95 | 1,48 – 1,79 | |
| 2042 | 1,64 | 1,64 | 1,32 – 1,96 | 1,48 – 1,8 | |
| 2043 | 1,64 | 1,64 | 1,31 – 1,97 | 1,48 – 1,8 | |
| 2044 | 1,64 | 1,64 | 1,3 – 1,98 | 1,47 – 1,81 | |
| 2045 | 1,64 | 1,64 | 1,3 – 1,99 | 1,47 – 1,81 | |
| 2046 | 1,64 | 1,64 | 1,29 – 2,0 | 1,47 – 1,82 | |
| 2047 | 1,64 | 1,64 | 1,28 – 2,0 | 1,46 – 1,82 | |
| 2048 | 1,64 | 1,64 | 1,27 – 2,01 | 1,46 – 1,83 | |
| 2049 | 1,64 | 1,64 | 1,27 – 2,02 | 1,46 – 1,83 | |
| 2050 | 1,64 | 1,64 | 1,26 – 2,03 | 1,45 – 1,83 | |
| 2051 | 1,64 | 1,64 | 1,25 – 2,03 | 1,45 – 1,84 | |
| 2052 | 1,64 | 1,64 | 1,24 – 2,04 | 1,45 – 1,84 | |
| 2053 | 1,64 | 1,64 | 1,24 – 2,05 | 1,44 – 1,84 | |
| 2054 | 1,64 | 1,64 | 1,23 – 2,06 | 1,44 – 1,85 | |
| 2055 | 1,64 | 1,64 | 1,22 – 2,06 | 1,43 – 1,85 | |
| 2056 | 1,64 | 1,64 | 1,22 – 2,07 | 1,43 – 1,85 | |
| 2057 | 1,64 | 1,64 | 1,21 – 2,08 | 1,43 – 1,86 | |
| 2058 | 1,64 | 1,64 | 1,2 – 2,08 | 1,43 – 1,86 | |
| 2059 | 1,64 | 1,64 | 1,2 – 2,09 | 1,42 – 1,87 | |
| 2060 | 1,65 | 1,64 | 1,19 – 2,1 | 1,42 – 1,87 | |
| 2061 | 1,65 | 1,65 | 1,19 – 2,1 | 1,42 – 1,87 | |
| 2062 | 1,65 | 1,65 | 1,18 – 2,11 | 1,42 – 1,88 | |
| 2063 | 1,65 | 1,65 | 1,18 – 2,12 | 1,41 – 1,88 | |
| 2064 | 1,65 | 1,65 | 1,17 – 2,12 | 1,41 – 1,88 | |
| 2065 | 1,65 | 1,65 | 1,17 – 2,13 | 1,41 – 1,89 | |
| 2066 | 1,65 | 1,65 | 1,16 – 2,14 | 1,41 – 1,89 | |
| 2067 | 1,65 | 1,65 | 1,16 – 2,14 | 1,4 – 1,89 | |
| 2068 | 1,65 | 1,65 | 1,15 – 2,15 | 1,4 – 1,9 | |
| 2069 | 1,65 | 1,65 | 1,14 – 2,16 | 1,4 – 1,9 | |
| 2070 | 1,65 | 1,65 | 1,14 – 2,16 | 1,4 – 1,9 |
Gemiddelde leeftijd bij moederschap naar 32,9 jaar
In 2024 waren vrouwen gemiddeld 31,8 jaar oud bij de geboorte van hun kinderen. Voor de lange termijn wordt een verdere stijging verondersteld van de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen naar 32,5 jaar vanaf 2032 en verder toenemend naar 32,9 jaar in 2070. Dat komt overeen met de verwachting in de Bevolkingsprognose 2023-2070.
2.2 Sterfte
Door het toenemend aantal ouderen neemt het aantal overledenen jaarlijks toe, met zo nu en dan fluctuaties van jaar op jaar. In 2019 overleden 152 duizend mensen. In 2020 nam het aantal overledenen na de uitbraak van het coronavirus in februari plotseling toe, tot 169 duizend in 2020 en 171 duizend in 2021. In de jaren 2020 tot en met 2022 overleden in Nederland naar schatting 10 procent meer mensen dan wanneer er geen coronapandemie was geweest (CBS, 2023).
Vanaf 2022 overleden er minder mensen aan corona, en de totale sterfte bleef in die jaren rond de 170 duizend. In 2025 komt het totaal aantal overledenen uit op 173 duizend (op basis van voorlopige cijfers tot en met september 2025).
Verwachting sterfte: toename overledenen tot aan 2055
Het jaarlijkse aantal overledenen zal naar verwachting geleidelijk toenemen, tot een maximum van 211 duizend rond 2055, en daarna geleidelijk dalen tot 192 duizend in 2070. Ten opzichte van de verwachting uit de Kernprognose 2024–2070 ligt het aantal overledenen de eerstkomende jaren wat lager, en tussen 2028 en 2035 juist wat hoger. Vanaf 2035 zijn de verschillen in het verwachte aantal overledenen tussen de Kernprognoses 2024-2070 en 2025-2070 kleiner dan 2 duizend per jaar.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 114,3 | ||||
| 1981 | 115,5 | ||||
| 1982 | 117,3 | ||||
| 1983 | 117,8 | ||||
| 1984 | 119,8 | ||||
| 1985 | 122,7 | ||||
| 1986 | 125,3 | ||||
| 1987 | 122,2 | ||||
| 1988 | 124,2 | ||||
| 1989 | 128,9 | ||||
| 1990 | 128,8 | ||||
| 1991 | 130,0 | ||||
| 1992 | 129,8 | ||||
| 1993 | 137,8 | ||||
| 1994 | 133,5 | ||||
| 1995 | 135,7 | ||||
| 1996 | 137,6 | ||||
| 1997 | 135,8 | ||||
| 1998 | 137,5 | ||||
| 1999 | 140,5 | ||||
| 2000 | 140,5 | ||||
| 2001 | 140,4 | ||||
| 2002 | 142,4 | ||||
| 2003 | 141,9 | ||||
| 2004 | 136,6 | ||||
| 2005 | 136,4 | ||||
| 2006 | 135,4 | ||||
| 2007 | 133,0 | ||||
| 2008 | 135,1 | ||||
| 2009 | 134,2 | ||||
| 2010 | 136,1 | ||||
| 2011 | 135,7 | ||||
| 2012 | 140,8 | ||||
| 2013 | 141,2 | ||||
| 2014 | 139,2 | ||||
| 2015 | 147,1 | ||||
| 2016 | 149,0 | ||||
| 2017 | 150,2 | ||||
| 2018 | 153,4 | ||||
| 2019 | 151,9 | ||||
| 2020 | 168,7 | ||||
| 2021 | 171,0 | ||||
| 2022 | 170,1 | ||||
| 2023 | 169,5 | ||||
| 2024 | 172,2 | 175,0 | |||
| 2025 | 172,6 | 174,2 | 172,6 | 160,5 – 189,0 | 166,2 – 180,6 |
| 2026 | 173,8 | 172,5 | 155,8 – 193,5 | 163,7 – 182,9 | |
| 2027 | 173,8 | 173,4 | 153,3 – 198,8 | 163,1 – 186,0 | |
| 2028 | 174,1 | 174,8 | 152,9 – 204,3 | 164,0 – 189,2 | |
| 2029 | 174,7 | 176,5 | 153,0 – 209,8 | 165,7 – 193,2 | |
| 2030 | 175,5 | 178,4 | 153,8 – 214,8 | 167,6 – 197,0 | |
| 2031 | 178,0 | 180,4 | 153,8 – 218,7 | 168,9 – 200,7 | |
| 2032 | 180,5 | 182,8 | 153,4 – 222,3 | 169,9 – 203,5 | |
| 2033 | 183,0 | 185,2 | 153,9 – 225,5 | 170,9 – 206,2 | |
| 2034 | 185,4 | 187,5 | 154,8 – 229,2 | 172,2 – 209,1 | |
| 2035 | 187,8 | 189,7 | 156,6 – 232,1 | 173,7 – 211,5 | |
| 2036 | 190,0 | 191,9 | 157,3 – 235,4 | 174,9 – 214,0 | |
| 2037 | 192,1 | 194,0 | 158,3 – 238,1 | 175,9 – 216,3 | |
| 2038 | 194,1 | 195,9 | 158,3 – 240,9 | 177,2 – 218,8 | |
| 2039 | 195,9 | 197,6 | 158,8 – 241,8 | 178,6 – 220,7 | |
| 2040 | 197,6 | 199,1 | 159,8 – 242,8 | 179,9 – 221,4 | |
| 2041 | 199,0 | 200,5 | 161,1 – 244,1 | 180,6 – 222,2 | |
| 2042 | 200,4 | 201,7 | 162,0 – 245,9 | 180,9 – 222,8 | |
| 2043 | 201,6 | 202,8 | 162,6 – 245,8 | 181,7 – 223,7 | |
| 2044 | 202,6 | 203,7 | 163,9 – 245,7 | 182,7 – 224,4 | |
| 2045 | 203,7 | 204,6 | 165,4 – 245,5 | 184,1 – 224,7 | |
| 2046 | 204,6 | 205,4 | 166,9 – 247,0 | 185,1 – 225,7 | |
| 2047 | 205,5 | 206,1 | 167,9 – 249,0 | 186,2 – 226,6 | |
| 2048 | 206,4 | 206,9 | 168,9 – 250,8 | 186,8 – 227,7 | |
| 2049 | 207,3 | 207,7 | 168,9 – 253,5 | 187,8 – 229,0 | |
| 2050 | 208,1 | 208,5 | 168,5 – 255,0 | 188,4 – 230,1 | |
| 2051 | 208,9 | 209,3 | 168,5 – 256,7 | 189,3 – 231,5 | |
| 2052 | 209,6 | 209,9 | 169,6 – 257,1 | 189,7 – 231,9 | |
| 2053 | 210,2 | 210,5 | 170,8 – 257,1 | 190,5 – 232,4 | |
| 2054 | 210,5 | 210,8 | 171,2 – 256,9 | 190,8 – 233,0 | |
| 2055 | 210,6 | 211,0 | 171,6 – 256,5 | 191,0 – 233,2 | |
| 2056 | 210,5 | 210,9 | 171,6 – 255,7 | 190,8 – 233,3 | |
| 2057 | 210,2 | 210,5 | 171,8 – 254,4 | 190,9 – 232,9 | |
| 2058 | 209,5 | 209,9 | 171,3 – 252,7 | 190,6 – 232,6 | |
| 2059 | 208,6 | 209,1 | 170,9 – 252,3 | 190,0 – 231,1 | |
| 2060 | 207,5 | 208,0 | 170,6 – 250,4 | 188,9 – 229,1 | |
| 2061 | 206,2 | 206,7 | 169,2 – 249,5 | 187,5 – 227,4 | |
| 2062 | 204,6 | 205,1 | 168,5 – 247,3 | 185,9 – 226,1 | |
| 2063 | 202,9 | 203,4 | 167,8 – 246,9 | 184,5 – 224,9 | |
| 2064 | 201,1 | 201,6 | 166,8 – 243,9 | 183,3 – 222,7 | |
| 2065 | 199,3 | 199,7 | 165,4 – 241,0 | 181,7 – 220,7 | |
| 2066 | 197,6 | 197,9 | 163,1 – 239,6 | 180,1 – 218,7 | |
| 2067 | 195,9 | 196,2 | 161,4 – 238,7 | 178,3 – 217,4 | |
| 2068 | 194,4 | 194,7 | 159,9 – 238,7 | 176,6 – 215,9 | |
| 2069 | 193,2 | 193,3 | 158,5 – 237,6 | 174,9 – 214,1 | |
| 2070 | 192,2 | 192,3 | 157,7 – 237,6 | 173,6 – 212,8 |
Ontwikkeling levensverwachting in het verleden
Het aantal mensen dat overlijdt, wordt beïnvloed door de veranderende leeftijdsopbouw van de bevolking en het feit dat mensen steeds ouder worden. De periode-levensverwachting wordt niet beïnvloed door de leeftijdsopbouw van de bevolking, en is daarom een geschiktere maat om de ontwikkelingen in de sterfte te volgen dan absolute aantallen overledenen (Stoeldraijer & Harmsen, 2017). De periode-levensverwachting geeft aan hoe oud kinderen die zijn geboren in een bepaald jaar zullen worden als de sterftekansen naar leeftijd van dat jaar hun hele leven zouden gelden.
Stijgende trend zet door, na daling in coronajaren
De levensverwachting in Nederland laat sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw een stijgende trend zien (Stoeldraijer, 2020). Kortdurende gebeurtenissen zoals griepgolven kunnen tot fluctuaties leiden. Tijdens de coronapandemie in 2020 daalde de levensverwachting voor mannen met 0,8 jaar en voor vrouwen met 0,5 jaar. Vanaf 2022 begon de levensverwachting weer te stijgen. Voor mannen was de levensverwachting in 2024 terug op het niveau van vóór corona (80,5 jaar), voor 2025 wordt deze geraamd op 80,7 jaar. De levensverwachting voor vrouwen is geraamd op 83,5 in 2025; vrouwen zijn daarmee bijna terug op het niveau van vóór corona (83,6 jaar in 2019).
Trends in Nederland en andere West-Europese landen
Om een stabielere langetermijntrend te schatten kijkt de prognose niet alleen naar de sterfte-ontwikkeling in Nederland, maar ook naar de ontwikkeling van Nederland en tien andere West-Europese landen samen. In 2024 bleef de ontwikkeling van de levensverwachting in Nederland achter bij het gemiddelde van deze groep. De levensverwachting voor de groep komt in 2024 voor zowel mannen als vrouwen voor het eerst weer hoger uit dan de waarnemingen in 2019: voor mannen 80,3 jaar in 2024 (80,0 jaar in 2019) en voor vrouwen 84,8 jaar (84,6 jaar in 2019) (Eurostat, 2025).
| West-Europa1) - Mannen (jaren) | Nederland - Mannen (jaren) | West-Europa1) - Vrouwen (jaren) | Nederland - Vrouwen (jaren) | |
|---|---|---|---|---|
| 1970 | 68,57 | 70,81 | 74,78 | 76,51 |
| 1971 | 68,69 | 71,00 | 74,98 | 76,79 |
| 1972 | 68,89 | 70,82 | 75,26 | 76,80 |
| 1973 | 69,03 | 71,33 | 75,40 | 77,17 |
| 1974 | 69,35 | 71,62 | 75,78 | 77,64 |
| 1975 | 69,40 | 71,46 | 75,89 | 77,72 |
| 1976 | 69,63 | 71,53 | 76,18 | 77,93 |
| 1977 | 70,10 | 72,09 | 76,76 | 78,55 |
| 1978 | 70,14 | 71,93 | 76,86 | 78,50 |
| 1979 | 70,42 | 72,45 | 77,15 | 78,94 |
| 1980 | 70,64 | 72,46 | 77,37 | 79,19 |
| 1981 | 70,93 | 72,71 | 77,60 | 79,33 |
| 1982 | 71,27 | 72,73 | 77,91 | 79,42 |
| 1983 | 71,33 | 72,92 | 77,97 | 79,57 |
| 1984 | 71,78 | 72,95 | 78,45 | 79,67 |
| 1985 | 71,84 | 73,06 | 78,47 | 79,66 |
| 1986 | 72,11 | 73,06 | 78,70 | 79,59 |
| 1987 | 72,46 | 73,50 | 79,11 | 80,06 |
| 1988 | 72,61 | 73,67 | 79,23 | 80,24 |
| 1989 | 72,79 | 73,65 | 79,42 | 79,91 |
| 1990 | 72,87 | 73,81 | 79,57 | 80,08 |
| 1991 | 73,03 | 74,04 | 79,76 | 80,14 |
| 1992 | 73,41 | 74,30 | 80,12 | 80,27 |
| 1993 | 73,52 | 73,98 | 80,11 | 79,98 |
| 1994 | 73,90 | 74,57 | 80,48 | 80,29 |
| 1995 | 74,04 | 74,60 | 80,61 | 80,35 |
| 1996 | 74,35 | 74,66 | 80,80 | 80,32 |
| 1997 | 74,76 | 75,16 | 81,06 | 80,53 |
| 1998 | 74,96 | 75,18 | 81,20 | 80,67 |
| 1999 | 75,19 | 75,33 | 81,33 | 80,42 |
| 2000 | 75,59 | 75,53 | 81,67 | 80,55 |
| 2001 | 75,91 | 75,81 | 81,92 | 80,69 |
| 2002 | 76,11 | 75,99 | 81,98 | 80,67 |
| 2003 | 76,23 | 76,24 | 81,96 | 80,91 |
| 2004 | 76,89 | 76,87 | 82,62 | 81,42 |
| 2005 | 77,06 | 77,20 | 82,69 | 81,58 |
| 2006 | 77,47 | 77,64 | 83,05 | 81,87 |
| 2007 | 77,66 | 78,03 | 83,16 | 82,30 |
| 2008 | 77,88 | 78,33 | 83,19 | 82,26 |
| 2009 | 78,11 | 78,55 | 83,37 | 82,63 |
| 2010 | 78,42 | 78,78 | 83,61 | 82,71 |
| 2011 | 78,75 | 79,20 | 83,84 | 82,84 |
| 2012 | 78,87 | 79,16 | 83,80 | 82,81 |
| 2013 | 79,08 | 79,43 | 83,97 | 83,02 |
| 2014 | 79,44 | 79,88 | 84,28 | 83,27 |
| 2015 | 79,22 | 79,74 | 83,98 | 83,10 |
| 2016 | 79,53 | 79,88 | 84,28 | 83,10 |
| 2017 | 79,58 | 80,07 | 84,24 | 83,30 |
| 2018 | 79,69 | 80,16 | 84,33 | 83,31 |
| 2019 | 79,98 | 80,47 | 84,60 | 83,55 |
| 2020 | 79,20 | 79,66 | 84,00 | 83,05 |
| 2021 | 79,33 | 79,68 | 84,15 | 82,96 |
| 2022 | 79,49 | 80,11 | 84,08 | 83,08 |
| 2023 | 79,89 | 80,31 | 84,44 | 83,32 |
| 2024 | 80,25 | 80,52 | 84,77 | 83,26 |
| 2025* | 80,68 | 83,52 | ||
| 1) Denemarken, Duitsland, Engeland en Wales, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland | ||||
Model en veronderstellingen voor sterfte
Het CBS gebruikt voor de prognose van de sterftekansen een extrapolatiemodel: er wordt vanuit gegaan dat de toekomstige trends een voortzetting zijn van die uit het verleden (Stoeldraijer et al., 2013). In het model wordt naast de Nederlandse trend ook de meer stabiele gezamenlijke trend in een groep van Nederland en tien andere West-Europese landen meegenomen. Tijdelijke versnellingen en vertragingen in de Nederlandse trends hebben zo een minder groot effect op de toekomstverwachtingen. Ook wordt rekening gehouden met het effect van rookgedrag op de sterfte (Janssen, 2019). Voor de Kernprognose 2025-2070 zijn voor Nederland cijfers uit 1970-2025 gebruikt en cijfers uit 1970-2024 voor de andere West-Europese landen (Eurostat, 2025).
Sterftemodel aangepast
Vanwege de coronapandemie werd het model in de prognoses van 2020 tot en met 2024 alleen geschat op basis van data tot en met 2019. Dit werd gecombineerd met een aanname over welk deel van de opgelopen achterstand in de levensverwachting tijdens de pandemie blijvend zou blijken te zijn. In de huidige prognose wordt aangenomen dat de nog resterende achterstand in de West-Europese levensverwachting ten opzichte van een scenario waarin de trends tot en met 2019 onverstoord hadden doorgezet, blijvend is. Het extrapolatiemodel is aangepast waardoor de data van de jaren na 2019 nu ook worden meegenomen. In de bijlage wordt het sterftemodel nader uitgelegd.
Verwachte ontwikkeling levensverwachting: stijging tot 2070
In de Kernprognose 2025-2070 wordt verwacht dat de levensverwachting van mannen zal toenemen naar 87,3 jaar en die van vrouwen naar 90,6 jaar in 2070. Dit is een toename van 6,7 jaar voor mannen en 7,0 jaar voor vrouwen ten opzichte van 2025. De model-voorspelling van de Kernprognose 2025-2070 sluit aan bij de langdurende verschillen met West-Europa. De langetermijnontwikkeling in de Kernprognose 2025–2070 verschilt weinig van die in de Kernprognose 2024–2070. In 2070 is de levensverwachting 0,19 jaar lager voor mannen en 0,04 jaar lager voor vrouwen.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 72,48 | ||||
| 1981 | 72,71 | ||||
| 1982 | 72,73 | ||||
| 1983 | 72,93 | ||||
| 1984 | 72,96 | ||||
| 1985 | 73,08 | ||||
| 1986 | 73,09 | ||||
| 1987 | 73,51 | ||||
| 1988 | 73,68 | ||||
| 1989 | 73,66 | ||||
| 1990 | 73,84 | ||||
| 1991 | 74,05 | ||||
| 1992 | 74,3 | ||||
| 1993 | 73,98 | ||||
| 1994 | 74,58 | ||||
| 1995 | 74,6 | ||||
| 1996 | 74,66 | ||||
| 1997 | 75,16 | ||||
| 1998 | 75,19 | ||||
| 1999 | 75,34 | ||||
| 2000 | 75,54 | ||||
| 2001 | 75,8 | ||||
| 2002 | 75,99 | ||||
| 2003 | 76,24 | ||||
| 2004 | 76,87 | ||||
| 2005 | 77,19 | ||||
| 2006 | 77,63 | ||||
| 2007 | 78,01 | ||||
| 2008 | 78,32 | ||||
| 2009 | 78,53 | ||||
| 2010 | 78,77 | ||||
| 2011 | 79,18 | ||||
| 2012 | 79,14 | ||||
| 2013 | 79,41 | ||||
| 2014 | 79,87 | ||||
| 2015 | 79,73 | ||||
| 2016 | 79,88 | ||||
| 2017 | 80,06 | ||||
| 2018 | 80,16 | ||||
| 2019 | 80,46 | ||||
| 2020 | 79,66 | ||||
| 2021 | 79,69 | ||||
| 2022 | 80,1 | ||||
| 2023 | 80,31 | ||||
| 2024 | 80,52 | 80,53 | |||
| 2025 | 80,68 | 80,77 | 80,68 | 79,91 – 81,45 | 80,3 – 81,06 |
| 2026 | 81,0 | 80,88 | 79,8 – 81,97 | 80,35 – 81,42 | |
| 2027 | 81,23 | 81,08 | 79,74 – 82,41 | 80,42 – 81,74 | |
| 2028 | 81,46 | 81,27 | 79,73 – 82,81 | 80,51 – 82,03 | |
| 2029 | 81,69 | 81,46 | 79,74 – 83,18 | 80,61 – 82,31 | |
| 2030 | 81,91 | 81,65 | 79,77 – 83,54 | 80,72 – 82,59 | |
| 2031 | 82,07 | 81,84 | 79,81 – 83,88 | 80,83 – 82,85 | |
| 2032 | 82,23 | 82,02 | 79,84 – 84,19 | 80,94 – 83,1 | |
| 2033 | 82,4 | 82,19 | 79,88 – 84,5 | 81,04 – 83,33 | |
| 2034 | 82,56 | 82,35 | 79,92 – 84,79 | 81,15 – 83,56 | |
| 2035 | 82,72 | 82,51 | 79,96 – 85,07 | 81,25 – 83,78 | |
| 2036 | 82,88 | 82,67 | 80,01 – 85,34 | 81,35 – 83,99 | |
| 2037 | 83,04 | 82,83 | 80,06 – 85,61 | 81,46 – 84,2 | |
| 2038 | 83,19 | 82,99 | 80,11 – 85,87 | 81,56 – 84,41 | |
| 2039 | 83,35 | 83,14 | 80,16 – 86,12 | 81,67 – 84,62 | |
| 2040 | 83,5 | 83,3 | 80,22 – 86,38 | 81,77 – 84,82 | |
| 2041 | 83,65 | 83,45 | 80,28 – 86,62 | 81,88 – 85,02 | |
| 2042 | 83,8 | 83,6 | 80,34 – 86,87 | 81,99 – 85,22 | |
| 2043 | 83,95 | 83,75 | 80,4 – 87,11 | 82,09 – 85,41 | |
| 2044 | 84,1 | 83,9 | 80,46 – 87,34 | 82,2 – 85,61 | |
| 2045 | 84,25 | 84,05 | 80,52 – 87,58 | 82,3 – 85,79 | |
| 2046 | 84,39 | 84,2 | 80,59 – 87,81 | 82,41 – 85,98 | |
| 2047 | 84,54 | 84,34 | 80,65 – 88,03 | 82,51 – 86,17 | |
| 2048 | 84,68 | 84,48 | 80,71 – 88,25 | 82,62 – 86,35 | |
| 2049 | 84,82 | 84,63 | 80,78 – 88,47 | 82,72 – 86,53 | |
| 2050 | 84,96 | 84,77 | 80,84 – 88,69 | 82,82 – 86,71 | |
| 2051 | 85,1 | 84,91 | 80,91 – 88,91 | 82,93 – 86,89 | |
| 2052 | 85,24 | 85,04 | 80,97 – 89,12 | 83,03 – 87,06 | |
| 2053 | 85,38 | 85,18 | 81,04 – 89,33 | 83,13 – 87,23 | |
| 2054 | 85,51 | 85,32 | 81,1 – 89,53 | 83,23 – 87,4 | |
| 2055 | 85,65 | 85,45 | 81,17 – 89,74 | 83,33 – 87,57 | |
| 2056 | 85,78 | 85,59 | 81,23 – 89,94 | 83,43 – 87,74 | |
| 2057 | 85,91 | 85,72 | 81,3 – 90,14 | 83,53 – 87,91 | |
| 2058 | 86,04 | 85,85 | 81,36 – 90,34 | 83,63 – 88,07 | |
| 2059 | 86,17 | 85,98 | 81,43 – 90,53 | 83,73 – 88,23 | |
| 2060 | 86,3 | 86,11 | 81,49 – 90,73 | 83,82 – 88,4 | |
| 2061 | 86,43 | 86,24 | 81,56 – 90,92 | 83,92 – 88,55 | |
| 2062 | 86,56 | 86,36 | 81,62 – 91,11 | 84,02 – 88,71 | |
| 2063 | 86,68 | 86,49 | 81,68 – 91,3 | 84,11 – 88,87 | |
| 2064 | 86,81 | 86,61 | 81,75 – 91,48 | 84,21 – 89,02 | |
| 2065 | 86,93 | 86,74 | 81,81 – 91,67 | 84,3 – 89,18 | |
| 2066 | 87,05 | 86,86 | 81,87 – 91,85 | 84,39 – 89,33 | |
| 2067 | 87,17 | 86,98 | 81,93 – 92,03 | 84,48 – 89,48 | |
| 2068 | 87,29 | 87,1 | 82,0 – 92,21 | 84,57 – 89,63 | |
| 2069 | 87,41 | 87,22 | 82,06 – 92,38 | 84,66 – 89,78 | |
| 2070 | 87,53 | 87,34 | 82,12 – 92,56 | 84,75 – 89,92 |
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 79,18 | ||||
| 1981 | 79,32 | ||||
| 1982 | 79,41 | ||||
| 1983 | 79,56 | ||||
| 1984 | 79,68 | ||||
| 1985 | 79,66 | ||||
| 1986 | 79,61 | ||||
| 1987 | 80,06 | ||||
| 1988 | 80,24 | ||||
| 1989 | 79,92 | ||||
| 1990 | 80,11 | ||||
| 1991 | 80,15 | ||||
| 1992 | 80,28 | ||||
| 1993 | 80,0 | ||||
| 1994 | 80,31 | ||||
| 1995 | 80,36 | ||||
| 1996 | 80,35 | ||||
| 1997 | 80,55 | ||||
| 1998 | 80,69 | ||||
| 1999 | 80,45 | ||||
| 2000 | 80,58 | ||||
| 2001 | 80,71 | ||||
| 2002 | 80,69 | ||||
| 2003 | 80,93 | ||||
| 2004 | 81,44 | ||||
| 2005 | 81,6 | ||||
| 2006 | 81,89 | ||||
| 2007 | 82,31 | ||||
| 2008 | 82,28 | ||||
| 2009 | 82,65 | ||||
| 2010 | 82,72 | ||||
| 2011 | 82,85 | ||||
| 2012 | 82,82 | ||||
| 2013 | 83,04 | ||||
| 2014 | 83,29 | ||||
| 2015 | 83,13 | ||||
| 2016 | 83,13 | ||||
| 2017 | 83,32 | ||||
| 2018 | 83,33 | ||||
| 2019 | 83,57 | ||||
| 2020 | 83,07 | ||||
| 2021 | 82,99 | ||||
| 2022 | 83,09 | ||||
| 2023 | 83,34 | ||||
| 2024 | 83,27 | 83,22 | |||
| 2025 | 83,52 | 83,51 | 83,52 | 82,75 – 84,29 | 83,14 – 83,9 |
| 2026 | 83,79 | 83,84 | 82,75 – 84,93 | 83,3 – 84,38 | |
| 2027 | 84,07 | 84,11 | 82,77 – 85,44 | 83,45 – 84,77 | |
| 2028 | 84,34 | 84,33 | 82,79 – 85,87 | 83,57 – 85,09 | |
| 2029 | 84,61 | 84,53 | 82,81 – 86,25 | 83,68 – 85,38 | |
| 2030 | 84,88 | 84,72 | 82,84 – 86,61 | 83,79 – 85,66 | |
| 2031 | 85,06 | 84,91 | 82,87 – 86,95 | 83,9 – 85,92 | |
| 2032 | 85,23 | 85,08 | 82,9 – 87,25 | 84,0 – 86,15 | |
| 2033 | 85,4 | 85,25 | 82,94 – 87,56 | 84,11 – 86,39 | |
| 2034 | 85,57 | 85,42 | 82,99 – 87,86 | 84,22 – 86,63 | |
| 2035 | 85,74 | 85,6 | 83,05 – 88,15 | 84,34 – 86,86 | |
| 2036 | 85,91 | 85,78 | 83,11 – 88,44 | 84,46 – 87,1 | |
| 2037 | 86,08 | 85,95 | 83,18 – 88,73 | 84,58 – 87,32 | |
| 2038 | 86,25 | 86,12 | 83,24 – 89,0 | 84,7 – 87,55 | |
| 2039 | 86,41 | 86,29 | 83,31 – 89,27 | 84,81 – 87,76 | |
| 2040 | 86,57 | 86,45 | 83,37 – 89,53 | 84,93 – 87,97 | |
| 2041 | 86,73 | 86,61 | 83,44 – 89,79 | 85,04 – 88,18 | |
| 2042 | 86,88 | 86,77 | 83,51 – 90,04 | 85,16 – 88,39 | |
| 2043 | 87,04 | 86,93 | 83,57 – 90,28 | 85,27 – 88,59 | |
| 2044 | 87,19 | 87,08 | 83,64 – 90,53 | 85,38 – 88,79 | |
| 2045 | 87,34 | 87,24 | 83,71 – 90,77 | 85,49 – 88,98 | |
| 2046 | 87,49 | 87,39 | 83,78 – 91,0 | 85,61 – 89,18 | |
| 2047 | 87,64 | 87,54 | 83,85 – 91,23 | 85,72 – 89,37 | |
| 2048 | 87,78 | 87,69 | 83,92 – 91,46 | 85,83 – 89,56 | |
| 2049 | 87,92 | 87,84 | 83,99 – 91,69 | 85,93 – 89,74 | |
| 2050 | 88,07 | 87,98 | 84,06 – 91,91 | 86,04 – 89,93 | |
| 2051 | 88,21 | 88,13 | 84,13 – 92,13 | 86,15 – 90,11 | |
| 2052 | 88,35 | 88,27 | 84,2 – 92,34 | 86,25 – 90,29 | |
| 2053 | 88,48 | 88,41 | 84,27 – 92,56 | 86,36 – 90,46 | |
| 2054 | 88,62 | 88,55 | 84,33 – 92,76 | 86,46 – 90,64 | |
| 2055 | 88,75 | 88,69 | 84,4 – 92,97 | 86,57 – 90,81 | |
| 2056 | 88,88 | 88,82 | 84,47 – 93,18 | 86,67 – 90,98 | |
| 2057 | 89,02 | 88,96 | 84,53 – 93,38 | 86,77 – 91,14 | |
| 2058 | 89,15 | 89,09 | 84,6 – 93,57 | 86,87 – 91,31 | |
| 2059 | 89,27 | 89,22 | 84,66 – 93,77 | 86,96 – 91,47 | |
| 2060 | 89,4 | 89,35 | 84,73 – 93,96 | 87,06 – 91,63 | |
| 2061 | 89,53 | 89,47 | 84,79 – 94,15 | 87,16 – 91,79 | |
| 2062 | 89,65 | 89,6 | 84,85 – 94,34 | 87,25 – 91,95 | |
| 2063 | 89,77 | 89,72 | 84,92 – 94,53 | 87,34 – 92,1 | |
| 2064 | 89,89 | 89,85 | 84,98 – 94,71 | 87,44 – 92,25 | |
| 2065 | 90,01 | 89,97 | 85,04 – 94,9 | 87,53 – 92,41 | |
| 2066 | 90,13 | 90,09 | 85,1 – 95,07 | 87,62 – 92,56 | |
| 2067 | 90,24 | 90,21 | 85,16 – 95,25 | 87,71 – 92,7 | |
| 2068 | 90,36 | 90,32 | 85,22 – 95,43 | 87,8 – 92,85 | |
| 2069 | 90,47 | 90,44 | 85,28 – 95,6 | 87,88 – 92,99 | |
| 2070 | 90,59 | 90,55 | 85,33 – 95,77 | 87,97 – 93,14 |
2.3 Migratie
Migratie van en naar Nederland kent een grillig verloop. Uiteenlopende gebeurtenissen en ontwikkelingen hebben altijd invloed gehad op het aantal immigranten en emigranten (zie ook CBS, 2025a). Nadat vanaf 2004 Oost-Europese landen tot de Europese Unie toetraden, kwamen veel immigranten hier om te werken. Vaak vestigden zij zich niet definitief in Nederland, maar verhuisden na enige tijd weer terug naar hun land van herkomst. Daardoor ging ook het emigratiecijfer omhoog.
Het aantal migranten dat hierheen komt om te studeren is de afgelopen twintig jaar ook toegenomen. Na afloop van hun studie verlaten de meeste internationale studenten Nederland weer (Nuffic, 2025). Daarnaast komen ook vluchtelingen naar Nederland, die hier asiel aanvragen. Mensen die als vluchteling naar Nederland komen en een verblijfsvergunning krijgen, vestigen zich meestal voor lange tijd, al dan niet met hun gezinsleden (CBS, 2025b). Daardoor stuwen zij het emigratiecijfer minder op dan arbeids- en studiemigranten.
Ontwikkeling migratie in het verleden
Vanaf 2005 is het aantal immigranten vrijwel jaarlijks toegenomen. Er was een piek in de asielmigratie in 2016 uit Syrië. In 2022 kwamen veel ontheemden uit Oekraïne na de Russische invasie. In 2020 en 2021 was er tijdelijk zowel minder immigratie als minder emigratie, als gevolg van de reisbeperkingen tijdens de coronapandemie. Toen kwamen er minder mensen naar Nederland en daardoor keerden er ook minder mensen naar het buitenland terug.
Sinds 2023 neemt de immigratie opnieuw af, maar blijft hoger dan vóór corona. Emigratie van in het buitenland geboren mensen nam toe van 80 duizend inwoners in 2010 tot 163 duizend in 2024. De emigratie van mensen die in Nederland zijn geboren, schommelt sinds 2010 tussen 39 duizend en 46 duizend per jaar. In de coronajaren 2020 en 2021 waren deze aantallen tijdelijk lager (31 duizend en 35 duizend).
| Immigranten (x 1 000) | Emigranten (x 1 000) | |
|---|---|---|
| 1995 | 96,1 | 82,2 |
| 1996 | 108,7 | 91,9 |
| 1997 | 109,9 | 82,0 |
| 1998 | 122,4 | 79,3 |
| 1999 | 119,2 | 78,8 |
| 2000 | 132,9 | 79,0 |
| 2001 | 133,4 | 82,6 |
| 2002 | 121,3 | 96,9 |
| 2003 | 104,5 | 104,8 |
| 2004 | 94,0 | 110,2 |
| 2005 | 92,3 | 119,7 |
| 2006 | 101,2 | 132,5 |
| 2007 | 116,8 | 122,6 |
| 2008 | 143,5 | 117,8 |
| 2009 | 146,4 | 111,9 |
| 2010 | 154,4 | 121,4 |
| 2011 | 163,0 | 133,2 |
| 2012 | 158,4 | 144,5 |
| 2013 | 164,8 | 145,7 |
| 2014 | 182,9 | 147,9 |
| 2015 | 204,6 | 149,5 |
| 2016 | 230,7 | 151,5 |
| 2017 | 235,0 | 154,3 |
| 2018 | 243,7 | 157,4 |
| 2019 | 269,1 | 161,0 |
| 2020 | 220,9 | 152,5 |
| 2021 | 252,5 | 145,3 |
| 2022 | 403,1 | 179,3 |
| 2023 | 335,7 | 198,3 |
| 2024 | 316,3 | 208,5 |
| 2025* | 312,0 | 211,2 |
| In Nederland geboren (x 1 000) | In het buitenland geboren (x 1 000) | |
|---|---|---|
| 1995 | 39,9 | 42,3 |
| 1996 | 40,4 | 51,6 |
| 1997 | 37,8 | 44,1 |
| 1998 | 35,8 | 43,5 |
| 1999 | 35,8 | 43,0 |
| 2000 | 37,4 | 41,6 |
| 2001 | 39,4 | 43,2 |
| 2002 | 43,6 | 53,3 |
| 2003 | 45,9 | 58,9 |
| 2004 | 47,4 | 62,9 |
| 2005 | 53,7 | 66,0 |
| 2006 | 59,3 | 73,2 |
| 2007 | 56,3 | 66,3 |
| 2008 | 51,2 | 66,6 |
| 2009 | 40,0 | 71,9 |
| 2010 | 41,7 | 79,6 |
| 2011 | 45,9 | 87,3 |
| 2012 | 45,4 | 99,1 |
| 2013 | 44,6 | 101,1 |
| 2014 | 46,6 | 101,2 |
| 2015 | 46,4 | 103,1 |
| 2016 | 45,2 | 106,3 |
| 2017 | 43,4 | 110,9 |
| 2018 | 41,4 | 115,9 |
| 2019 | 39,3 | 121,8 |
| 2020 | 30,6 | 121,9 |
| 2021 | 35,0 | 110,3 |
| 2022 | 43,3 | 136,0 |
| 2023 | 42,5 | 155,8 |
| 2024 | 45,2 | 163,3 |
| 2025* | 46,2 | 165,0 |
Verwachting immigratie: afname op korte termijn
Op de korte termijn worden minder immigranten verwacht dan in de afgelopen jaren: 312 duizend in 2025 en 302 duizend in 2026. Daarna weer een lichte toename, naar bijna 310 duizend in 2030. Net als in de Kernprognose 2024–2070 worden in de Kernprognose 2025–2070 voor de lange termijn 311 duizend immigranten per jaar verwacht.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1945 | 29,1 | ||||
| 1946 | 107,4 | ||||
| 1947 | 54,4 | ||||
| 1948 | 46,3 | ||||
| 1949 | 36,3 | ||||
| 1950 | 70,6 | ||||
| 1951 | 58,0 | ||||
| 1952 | 33,7 | ||||
| 1953 | 35,4 | ||||
| 1954 | 42,4 | ||||
| 1955 | 52,1 | ||||
| 1956 | 51,8 | ||||
| 1957 | 50,1 | ||||
| 1958 | 68,0 | ||||
| 1959 | 37,2 | ||||
| 1960 | 45,4 | ||||
| 1961 | 55,1 | ||||
| 1962 | 66,0 | ||||
| 1963 | 55,1 | ||||
| 1964 | 67,1 | ||||
| 1965 | 76,6 | ||||
| 1966 | 81,8 | ||||
| 1967 | 55,8 | ||||
| 1968 | 64,5 | ||||
| 1969 | 76,4 | ||||
| 1970 | 90,8 | ||||
| 1971 | 97,1 | ||||
| 1972 | 83,3 | ||||
| 1973 | 86,7 | ||||
| 1974 | 95,8 | ||||
| 1975 | 119,3 | ||||
| 1976 | 83,0 | ||||
| 1977 | 83,9 | ||||
| 1978 | 89,2 | ||||
| 1979 | 104,6 | ||||
| 1980 | 112,5 | ||||
| 1981 | 80,2 | ||||
| 1982 | 70,7 | ||||
| 1983 | 66,8 | ||||
| 1984 | 66,9 | ||||
| 1985 | 79,4 | ||||
| 1986 | 87,4 | ||||
| 1987 | 95,9 | ||||
| 1988 | 91,2 | ||||
| 1989 | 98,9 | ||||
| 1990 | 117,4 | ||||
| 1991 | 120,2 | ||||
| 1992 | 116,9 | ||||
| 1993 | 119,2 | ||||
| 1994 | 99,3 | ||||
| 1995 | 96,1 | ||||
| 1996 | 108,7 | ||||
| 1997 | 109,9 | ||||
| 1998 | 122,4 | ||||
| 1999 | 119,2 | ||||
| 2000 | 132,9 | ||||
| 2001 | 133,4 | ||||
| 2002 | 121,3 | ||||
| 2003 | 104,5 | ||||
| 2004 | 94,0 | ||||
| 2005 | 92,3 | ||||
| 2006 | 101,2 | ||||
| 2007 | 116,8 | ||||
| 2008 | 143,5 | ||||
| 2009 | 146,4 | ||||
| 2010 | 154,4 | ||||
| 2011 | 163,0 | ||||
| 2012 | 158,4 | ||||
| 2013 | 164,8 | ||||
| 2014 | 182,9 | ||||
| 2015 | 204,6 | ||||
| 2016 | 230,7 | ||||
| 2017 | 235,0 | ||||
| 2018 | 243,7 | ||||
| 2019 | 269,1 | ||||
| 2020 | 220,9 | ||||
| 2021 | 252,5 | ||||
| 2022 | 403,1 | ||||
| 2023 | 335,7 | ||||
| 2024 | 316,3 | 319,2 | |||
| 2025 | 312,0 | 314,2 | 312,0 | 277,8 – 351,0 | 293,8 – 331,2 |
| 2026 | 308,1 | 302,2 | 252,3 – 355,2 | 275,6 – 329,2 | |
| 2027 | 309,3 | 303,8 | 240,8 – 370,3 | 270,5 – 337,3 | |
| 2028 | 310,3 | 306,8 | 235,7 – 384,4 | 269,3 – 345,2 | |
| 2029 | 310,0 | 310,7 | 233,9 – 397,1 | 270,3 – 352,6 | |
| 2030 | 308,9 | 309,6 | 229,2 – 402,0 | 267,6 – 354,5 | |
| 2031 | 309,8 | 310,5 | 227,3 – 406,4 | 265,7 – 359,1 | |
| 2032 | 310,2 | 310,6 | 224,1 – 409,2 | 264,8 – 361,5 | |
| 2033 | 309,8 | 309,8 | 221,5 – 411,1 | 262,8 – 361,3 | |
| 2034 | 309,1 | 309,1 | 219,3 – 414,8 | 261,8 – 359,8 | |
| 2035 | 309,3 | 309,3 | 217,8 – 417,9 | 259,4 – 361,4 | |
| 2036 | 309,4 | 309,4 | 217,7 – 418,8 | 256,7 – 363,6 | |
| 2037 | 309,4 | 309,4 | 217,6 – 418,8 | 255,2 – 365,9 | |
| 2038 | 309,4 | 309,4 | 216,1 – 419,7 | 254,9 – 367,2 | |
| 2039 | 309,5 | 309,5 | 212,8 – 419,6 | 254,8 – 368,0 | |
| 2040 | 309,6 | 309,6 | 209,6 – 418,8 | 253,8 – 369,1 | |
| 2041 | 309,6 | 309,6 | 208,4 – 418,6 | 252,9 – 368,4 | |
| 2042 | 309,7 | 309,7 | 208,8 – 420,6 | 251,7 – 369,0 | |
| 2043 | 309,8 | 309,8 | 208,1 – 425,2 | 251,2 – 369,8 | |
| 2044 | 309,9 | 309,9 | 207,9 – 430,0 | 250,7 – 370,8 | |
| 2045 | 309,9 | 309,9 | 208,3 – 434,1 | 250,8 – 372,1 | |
| 2046 | 309,9 | 309,9 | 208,5 – 436,2 | 251,3 – 372,7 | |
| 2047 | 309,9 | 309,9 | 208,9 – 436,8 | 251,3 – 374,4 | |
| 2048 | 310,0 | 310,0 | 207,7 – 438,5 | 251,1 – 376,5 | |
| 2049 | 310,0 | 310,0 | 206,4 – 440,3 | 250,4 – 378,4 | |
| 2050 | 310,0 | 310,0 | 205,8 – 441,5 | 250,0 – 380,2 | |
| 2051 | 310,0 | 310,0 | 203,6 – 439,4 | 250,1 – 380,8 | |
| 2052 | 310,1 | 310,1 | 203,6 – 437,0 | 249,9 – 381,0 | |
| 2053 | 310,1 | 310,1 | 201,0 – 434,6 | 249,9 – 381,7 | |
| 2054 | 310,1 | 310,1 | 200,5 – 434,0 | 249,2 – 381,5 | |
| 2055 | 310,1 | 310,1 | 199,0 – 433,6 | 249,7 – 380,5 | |
| 2056 | 310,2 | 310,2 | 200,5 – 432,8 | 250,4 – 378,0 | |
| 2057 | 310,2 | 310,2 | 201,8 – 430,4 | 250,6 – 377,0 | |
| 2058 | 310,3 | 310,3 | 202,7 – 430,0 | 251,2 – 376,7 | |
| 2059 | 310,4 | 310,4 | 202,1 – 430,9 | 249,6 – 377,1 | |
| 2060 | 310,5 | 310,5 | 201,0 – 434,5 | 248,2 – 377,9 | |
| 2061 | 310,6 | 310,6 | 200,2 – 436,3 | 245,5 – 379,3 | |
| 2062 | 310,7 | 310,7 | 199,1 – 439,1 | 244,8 – 380,0 | |
| 2063 | 310,9 | 310,9 | 199,2 – 439,6 | 243,5 – 379,9 | |
| 2064 | 311,0 | 311,0 | 199,5 – 438,7 | 243,1 – 380,4 | |
| 2065 | 311,1 | 311,1 | 201,0 – 438,4 | 242,6 – 381,8 | |
| 2066 | 311,2 | 311,2 | 201,3 – 439,1 | 244,1 – 383,1 | |
| 2067 | 311,3 | 311,3 | 202,0 – 439,4 | 245,3 – 382,9 | |
| 2068 | 311,4 | 311,4 | 200,2 – 438,2 | 247,2 – 382,5 | |
| 2069 | 311,5 | 311,5 | 199,1 – 436,9 | 247,9 – 382,5 | |
| 2070 | 311,5 | 311,5 | 197,4 – 436,7 | 248,6 – 382,9 |
Model en veronderstellingen voor de immigratie
In de Kernprognose 2024-2070 was de verwachting dat de immigratie in 2025 lager zou liggen dan in 2023 en 2024, vooral omdat het aantal immigranten uit Oekraïne verder zou afnemen. De asielmigratie in 2024 was hoger dan eerder verwacht, en die hogere verwachting werd ook doorgetrokken naar 2025 en 2026, omdat werd voorzien dat de achterstand in behandeling van nareisverzoeken in deze jaren zou worden ingelopen door de IND (Stoeldraijer et al., 2024). De overige immigratie werd tot 2028 naar beneden bijgesteld omdat de immigratie uit de Europese Unie en uit Oostelijk Aziatische landen lager was dan verwacht.
Immigratie 2025: andere samenstelling dan eerder verwacht
De immigratie in 2025 wordt op basis van de eerste negen maanden geraamd op 312 duizend personen. Dat wijkt nauwelijks af van de verwachting in de Bevolkingsprognose 2023-2070 (315 duizend). Wel is de verwachte samenstelling anders: er worden meer asielmigranten (inclusief nareizigers) verondersteld, en minder overige immigranten. Voor 2025 wordt de asielmigratie geraamd op 43 duizend en in 2026 op 35 duizend. Dat zijn er respectievelijk 17 duizend en 9 duizend meer dan verondersteld in de Bevolkingsprognose 2023-2070.
De immigratie uit de Europese Unie en uit Oostelijk Aziatische landen nam iets af en lag tezamen 25 duizend personen lager dan voorzien in de Bevolkingsprognose 2023-2070. De immigratie uit Aziatisch Midden-Oosten nam toe en lag 14 duizend hoger dan was verondersteld, door hogere asielmigratie (inclusief nareizigers).
De hogere aantallen asielmigranten in 2025 en 2026 komen vooral door de versnelde inschrijving in de Basisregistratie personen (BRP) van asielzoekers die meer dan zes maanden in Nederland verblijven in een opvanglocatie. Tussen oktober 2024 en juli 2025 is de inschrijf-achterstand gedaald van 18 duizend naar 3 duizend. Daarnaast is de afhandeling van nareisverzoeken versneld ten opzichte van de verwachting, mede door de opheffing van de tijdelijke stop op beoordeling van Syrische asiel- en nareisverzoeken op 10 juni 2025 (IND, 2025).
Immigratie in huidige en vorige prognose
Voor de langere termijn wordt in de Kernprognose aangesloten bij de veronderstellingen uit de Bevolkingsprognose 2023-2070. Vanaf 2030 wordt, net als in de Bevolkingsprognose, uitgegaan van 25 duizend asielmigranten per jaar. Voor de overige immigratie wordt in de periode 2025-2028 het verschil tussen de raming in 2025 en de verwachting uit de Bevolkingsprognose 2023-2070 in vier jaar afgebouwd. Vanaf 2029 is de veronderstelling voor de overige immigratie weer vrijwel gelijk aan de veronderstelling van de Bevolkingsprognose.
Verwachting emigratie: meer emigranten tot 2030, daarna nog lichte stijging
Het aantal emigranten loopt volgens de Kernprognose 2025-2070 op van 211 duizend in 2025 (raming op basis van voorlopige cijfers tot en met september) tot 240 duizend in 2030. Voor de lange termijn worden 257 duizend emigranten per jaar verwacht.
Doordat in 2025 minder immigranten uit de EU en uit Oostelijk Azië kwamen dan werd verwacht, zal de emigratie van mensen uit die gebieden de komende jaren ook lager zijn dan eerder verwacht. Daarentegen was de asielmigratie in 2025 juist hoger dan verwacht, wat op termijn tot meer emigratie leidt. Die is echter beperkt, omdat een minderheid van de asielmigranten uiteindelijk weer vertrekt. Voor de jaren 2026 tot 2030 wordt daardoor in de Kernprognose 2025-2070 voorzien dat de emigratie een paar duizend lager ligt dan volgens de Kernprognose 2024-2070. Op de lange termijn zijn de aantallen in beide prognoses nagenoeg gelijk.
Emigratie in huidige en vorige prognose
In de Bevolkingsprognose 2023–2070 werd verondersteld dat de emigratie van in het buitenland geboren mensen zou toenemen tot 166 duizend in 2025. Op basis van de voorlopige cijfers tot en met september komt deze emigratie in 2025 iets lager uit, op 165 duizend. Bij de emigratie van in Europa geboren migranten zijn er tegengestelde ontwikkelingen: er waren 2 duizend emigranten meer uit Oost-EU dan verwacht, en duizend minder uit West-EU dan verwacht.
De emigratie van in Nederland geboren mensen ligt in 2025 7 procent (3 duizend personen) hoger dan verwacht in de Bevolkingsprognose 2023-2070. Al met al komt de totale emigratie in 2025 1 procent (2 duizend personen) hoger uit dan was verwacht in de Bevolkingsprognose 2023–2070 en in de Kernprognose 2024-2070.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1995 | 82,2 | ||||
| 1996 | 91,9 | ||||
| 1997 | 82,0 | ||||
| 1998 | 79,3 | ||||
| 1999 | 78,8 | ||||
| 2000 | 79,0 | ||||
| 2001 | 82,6 | ||||
| 2002 | 96,9 | ||||
| 2003 | 104,8 | ||||
| 2004 | 110,2 | ||||
| 2005 | 119,7 | ||||
| 2006 | 132,5 | ||||
| 2007 | 122,6 | ||||
| 2008 | 117,8 | ||||
| 2009 | 111,9 | ||||
| 2010 | 121,4 | ||||
| 2011 | 133,2 | ||||
| 2012 | 144,5 | ||||
| 2013 | 145,7 | ||||
| 2014 | 147,9 | ||||
| 2015 | 149,5 | ||||
| 2016 | 151,5 | ||||
| 2017 | 154,3 | ||||
| 2018 | 157,4 | ||||
| 2019 | 161,0 | ||||
| 2020 | 152,5 | ||||
| 2021 | 145,3 | ||||
| 2022 | 179,3 | ||||
| 2023 | 198,3 | ||||
| 2024 | 208,5 | 204,2 | |||
| 2025 | 211,2 | 209,5 | 211,2 | 190,5 – 237,7 | 199,6 – 222,7 |
| 2026 | 216,4 | 213,7 | 187,2 – 247,1 | 200,1 – 228,2 | |
| 2027 | 225,9 | 223,1 | 191,7 – 262,5 | 207,0 – 240,6 | |
| 2028 | 236,3 | 233,8 | 199,1 – 277,7 | 215,6 – 253,9 | |
| 2029 | 239,1 | 236,4 | 199,2 – 285,5 | 216,5 – 259,5 | |
| 2030 | 241,1 | 239,5 | 200,0 – 293,7 | 217,9 – 264,8 | |
| 2031 | 242,4 | 241,4 | 199,5 – 299,3 | 218,3 – 268,2 | |
| 2032 | 243,2 | 242,6 | 198,6 – 302,8 | 218,2 – 270,1 | |
| 2033 | 243,5 | 243,1 | 197,5 – 303,6 | 218,7 – 271,1 | |
| 2034 | 244,3 | 244,0 | 196,8 – 307,8 | 218,8 – 273,0 | |
| 2035 | 245,1 | 244,9 | 195,6 – 312,5 | 218,6 – 275,3 | |
| 2036 | 246,0 | 245,9 | 194,0 – 315,4 | 218,2 – 277,6 | |
| 2037 | 246,9 | 246,8 | 194,4 – 315,4 | 218,9 – 279,1 | |
| 2038 | 247,7 | 247,7 | 194,2 – 315,0 | 219,0 – 279,9 | |
| 2039 | 248,4 | 248,4 | 194,2 – 316,9 | 218,7 – 280,0 | |
| 2040 | 249,0 | 249,0 | 193,1 – 317,8 | 218,2 – 281,1 | |
| 2041 | 249,6 | 249,5 | 192,1 – 320,6 | 218,4 – 282,3 | |
| 2042 | 250,1 | 250,0 | 191,9 – 322,2 | 218,6 – 283,4 | |
| 2043 | 250,5 | 250,5 | 191,5 – 327,2 | 218,7 – 285,1 | |
| 2044 | 250,9 | 250,9 | 192,4 – 329,5 | 218,3 – 286,0 | |
| 2045 | 251,3 | 251,3 | 192,0 – 332,1 | 218,3 – 287,3 | |
| 2046 | 251,6 | 251,6 | 191,3 – 333,2 | 218,4 – 288,0 | |
| 2047 | 251,9 | 251,9 | 190,4 – 332,4 | 218,4 – 289,2 | |
| 2048 | 252,1 | 252,1 | 190,6 – 334,0 | 217,9 – 290,4 | |
| 2049 | 252,4 | 252,3 | 191,1 – 333,5 | 217,8 – 291,5 | |
| 2050 | 252,6 | 252,6 | 191,0 – 335,9 | 218,2 – 292,9 | |
| 2051 | 252,9 | 252,9 | 190,4 – 334,8 | 219,3 – 293,8 | |
| 2052 | 253,1 | 253,1 | 189,0 – 335,4 | 219,1 – 294,7 | |
| 2053 | 253,3 | 253,3 | 186,9 – 336,9 | 218,9 – 295,2 | |
| 2054 | 253,6 | 253,6 | 185,7 – 339,9 | 218,0 – 296,6 | |
| 2055 | 253,8 | 253,8 | 185,1 – 341,3 | 218,0 – 297,2 | |
| 2056 | 254,1 | 254,1 | 185,5 – 342,6 | 218,0 – 298,3 | |
| 2057 | 254,3 | 254,3 | 185,3 – 341,7 | 218,5 – 298,2 | |
| 2058 | 254,6 | 254,6 | 184,7 – 344,1 | 218,8 – 298,5 | |
| 2059 | 254,9 | 254,9 | 183,2 – 345,8 | 219,1 – 299,1 | |
| 2060 | 255,2 | 255,2 | 182,2 – 349,0 | 219,1 – 299,4 | |
| 2061 | 255,5 | 255,5 | 181,8 – 351,4 | 219,0 – 299,4 | |
| 2062 | 255,7 | 255,8 | 183,6 – 350,2 | 218,5 – 299,1 | |
| 2063 | 256,0 | 256,0 | 185,2 – 350,9 | 218,0 – 299,1 | |
| 2064 | 256,3 | 256,3 | 187,0 – 348,0 | 217,8 – 300,3 | |
| 2065 | 256,5 | 256,5 | 186,5 – 348,3 | 217,5 – 300,8 | |
| 2066 | 256,8 | 256,8 | 185,2 – 347,1 | 217,8 – 301,1 | |
| 2067 | 257,0 | 257,1 | 184,5 – 346,9 | 218,4 – 300,7 | |
| 2068 | 257,3 | 257,3 | 184,4 – 348,7 | 218,5 – 300,6 | |
| 2069 | 257,5 | 257,5 | 184,2 – 349,6 | 218,5 – 300,5 | |
| 2070 | 257,9 | 257,9 | 183,7 – 352,6 | 218,2 – 300,6 |
Model en veronderstellingen voor de emigratie
De schatting van de emigratie gebeurt apart voor mensen die in Nederland zijn geboren en voor mensen die buiten Nederland zijn geboren, omdat hun kansen om te emigreren sterk verschillen. Voor mensen die in het buitenland zijn geboren is het veel waarschijnlijker dat ze Nederland op een gegeven moment weer zullen verlaten, dan voor mensen die hier zijn geboren.
De toekomstige emigratie van mensen die in het buitenland zijn geboren, wordt geschat door veronderstellingen over het emigratiegedrag naar verblijfsduur te combineren met de immigratieveronderstellingen: hoeveel immigranten vertrekken weer, en na hoeveel jaar? De veronderstellingen voor het emigratiegedrag zijn gebaseerd op het waargenomen gedrag van de immigratiecohorten sinds 1999 (Stoeldraijer et al., 2023). Vanwege de afwijkende patronen tijdens de coronapandemie is de periode 2020-2022 niet meegenomen in het berekenen van het vertrekpercentage (het aandeel immigranten dat vertrekt gedurende een bepaalde periode).
Door minder immigratie ook minder emigratie
In 2024 en 2025 emigreerden minder in het buitenland geboren personen dan verwacht in de Bevolkingsprognose 2023-2070. Dit kwam door lager dan verwachte immigratie. De vertrekkansen van deze groep lagen juist iets hoger dan voorzien. In de Kernprognose 2025-2070 wordt na vier jaar weer aangesloten bij de vertrekkansen volgens de Bevolkingsprognose 2023-2070. Het totale veronderstelde vertrekpercentage voor personen die in het buitenland zijn geboren bedraagt volgens deze prognose 73 procent. Voor de emigratiekansen voor in Nederland geboren personen wordt direct aangesloten bij de veronderstellingen uit de Bevolkingsprognose 2023–2070.
3. Ontwikkeling van de bevolking
Op basis van de in het voorgaande hoofdstuk beschreven veronderstellingen zal de bevolking van Nederland verder doorgroeien tot 2070. Wel zal het groeitempo voorlopig afnemen. De vergrijzing neemt verder toe.
3.1 Bevolkingsomvang
Verwachting: 2,5 miljoen meer inwoners in 2070 dan in 2025
In augustus 2024 passeerde Nederland de grens van 18 miljoen inwoners. Het aantal van 19 miljoen zal naar verwachting in 2037 worden gehaald, en de 20 miljoen wordt bereikt in 2059. Op 1 januari 2070 wonen er volgens de prognose 20,6 miljoen mensen in Nederland, 2,5 miljoen meer dan op 1 januari 2025.
Onzekerheidsmarges
De prognosecijfers zijn met onzekerheden omgeven. Zo kan het aantal migranten van jaar tot jaar sterk fluctueren. Ook is niet zeker of de stijging van de levensverwachting in de toekomst in hetzelfde tempo zal doorzetten en of het gemiddelde kindertal op de lange termijn op 1,65 uitkomt. De bevolking in 2070 ligt zeer waarschijnlijk tussen 17,5 miljoen en 23,9 miljoen inwoners.
Verschil met vorige prognose klein
De bijstellingen in de huidige prognose betekenen dat Nederland op 1 januari 2026 volgens de nieuwe berekeningen 5 duizend inwoners minder heeft dan werd verwacht in de vorige prognose (Kernprognose 2024-2070). Het verschil tussen de huidige en vorige prognose neemt toe in verdere prognosejaren, oplopend tot 70 duizend minder inwoners in 2070 dan eerder verwacht. De verschillen ten opzichte van de vorige prognose liggen ruim binnen het 67-procent-prognose-interval en zijn daarmee relatief klein.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 14,091 | ||||
| 1981 | 14,209 | ||||
| 1982 | 14,286 | ||||
| 1983 | 14,34 | ||||
| 1984 | 14,395 | ||||
| 1985 | 14,454 | ||||
| 1986 | 14,529 | ||||
| 1987 | 14,615 | ||||
| 1988 | 14,715 | ||||
| 1989 | 14,805 | ||||
| 1990 | 14,893 | ||||
| 1991 | 15,01 | ||||
| 1992 | 15,129 | ||||
| 1993 | 15,239 | ||||
| 1994 | 15,342 | ||||
| 1995 | 15,424 | ||||
| 1996 | 15,494 | ||||
| 1997 | 15,567 | ||||
| 1998 | 15,654 | ||||
| 1999 | 15,76 | ||||
| 2000 | 15,864 | ||||
| 2001 | 15,987 | ||||
| 2002 | 16,105 | ||||
| 2003 | 16,193 | ||||
| 2004 | 16,258 | ||||
| 2005 | 16,306 | ||||
| 2006 | 16,334 | ||||
| 2007 | 16,358 | ||||
| 2008 | 16,405 | ||||
| 2009 | 16,486 | ||||
| 2010 | 16,575 | ||||
| 2011 | 16,656 | ||||
| 2012 | 16,73 | ||||
| 2013 | 16,78 | ||||
| 2014 | 16,829 | ||||
| 2015 | 16,901 | ||||
| 2016 | 16,979 | ||||
| 2017 | 17,082 | ||||
| 2018 | 17,181 | ||||
| 2019 | 17,282 | ||||
| 2020 | 17,408 | ||||
| 2021 | 17,475 | ||||
| 2022 | 17,591 | ||||
| 2023 | 17,811 | ||||
| 2024 | 17,943 | ||||
| 2025 | 18,044 | 18,048 | |||
| 2026 | 18,139 | 18,144 | 18,139 | 18,091 – 18,181 | 18,116 – 18,16 |
| 2027 | 18,229 | 18,222 | 18,12 – 18,313 | 18,171 – 18,27 | |
| 2028 | 18,309 | 18,299 | 18,138 – 18,455 | 18,218 – 18,38 | |
| 2029 | 18,383 | 18,37 | 18,135 – 18,593 | 18,254 – 18,478 | |
| 2030 | 18,458 | 18,445 | 18,128 – 18,732 | 18,284 – 18,583 | |
| 2031 | 18,533 | 18,518 | 18,113 – 18,858 | 18,317 – 18,693 | |
| 2032 | 18,61 | 18,591 | 18,101 – 19,019 | 18,358 – 18,795 | |
| 2033 | 18,686 | 18,664 | 18,09 – 19,188 | 18,387 – 18,905 | |
| 2034 | 18,762 | 18,737 | 18,099 – 19,355 | 18,42 – 19,012 | |
| 2035 | 18,837 | 18,808 | 18,082 – 19,505 | 18,463 – 19,112 | |
| 2036 | 18,91 | 18,878 | 18,067 – 19,657 | 18,503 – 19,218 | |
| 2037 | 18,981 | 18,947 | 18,08 – 19,791 | 18,521 – 19,301 | |
| 2038 | 19,05 | 19,013 | 18,08 – 19,956 | 18,553 – 19,414 | |
| 2039 | 19,117 | 19,078 | 18,069 – 20,076 | 18,581 – 19,519 | |
| 2040 | 19,18 | 19,139 | 18,084 – 20,17 | 18,587 – 19,62 | |
| 2041 | 19,241 | 19,198 | 18,062 – 20,289 | 18,61 – 19,712 | |
| 2042 | 19,299 | 19,255 | 18,043 – 20,436 | 18,624 – 19,816 | |
| 2043 | 19,355 | 19,31 | 18,01 – 20,619 | 18,647 – 19,925 | |
| 2044 | 19,409 | 19,362 | 17,967 – 20,701 | 18,672 – 20,024 | |
| 2045 | 19,46 | 19,413 | 17,974 – 20,839 | 18,68 – 20,104 | |
| 2046 | 19,509 | 19,461 | 17,947 – 20,991 | 18,678 – 20,182 | |
| 2047 | 19,556 | 19,507 | 17,928 – 21,148 | 18,685 – 20,259 | |
| 2048 | 19,601 | 19,552 | 17,907 – 21,252 | 18,665 – 20,337 | |
| 2049 | 19,645 | 19,595 | 17,882 – 21,42 | 18,664 – 20,412 | |
| 2050 | 19,687 | 19,637 | 17,842 – 21,548 | 18,666 – 20,492 | |
| 2051 | 19,727 | 19,676 | 17,823 – 21,657 | 18,659 – 20,588 | |
| 2052 | 19,766 | 19,715 | 17,809 – 21,755 | 18,671 – 20,651 | |
| 2053 | 19,803 | 19,752 | 17,795 – 21,791 | 18,657 – 20,704 | |
| 2054 | 19,84 | 19,788 | 17,781 – 21,862 | 18,655 – 20,775 | |
| 2055 | 19,876 | 19,824 | 17,757 – 22,015 | 18,65 – 20,853 | |
| 2056 | 19,913 | 19,859 | 17,699 – 22,127 | 18,655 – 20,936 | |
| 2057 | 19,949 | 19,895 | 17,68 – 22,267 | 18,64 – 21,017 | |
| 2058 | 19,986 | 19,931 | 17,662 – 22,326 | 18,645 – 21,062 | |
| 2059 | 20,024 | 19,968 | 17,662 – 22,456 | 18,637 – 21,137 | |
| 2060 | 20,064 | 20,007 | 17,648 – 22,581 | 18,649 – 21,207 | |
| 2061 | 20,107 | 20,048 | 17,594 – 22,631 | 18,656 – 21,3 | |
| 2062 | 20,152 | 20,092 | 17,559 – 22,712 | 18,663 – 21,368 | |
| 2063 | 20,2 | 20,139 | 17,589 – 22,829 | 18,666 – 21,454 | |
| 2064 | 20,252 | 20,189 | 17,577 – 22,983 | 18,688 – 21,542 | |
| 2065 | 20,307 | 20,243 | 17,516 – 23,106 | 18,702 – 21,645 | |
| 2066 | 20,366 | 20,3 | 17,488 – 23,238 | 18,725 – 21,74 | |
| 2067 | 20,427 | 20,36 | 17,487 – 23,446 | 18,739 – 21,833 | |
| 2068 | 20,492 | 20,424 | 17,485 – 23,585 | 18,756 – 21,925 | |
| 2069 | 20,56 | 20,49 | 17,484 – 23,756 | 18,778 – 22,022 | |
| 2070 | 20,629 | 20,559 | 17,515 – 23,933 | 18,784 – 22,134 |
Verwachting leeftijdssamenstelling: vanaf nu meer ouderen dan jongeren
De bevolking groeit niet alleen, maar verandert ook van samenstelling. Het aantal ouderen (65+) is vanaf nu groter dan het aantal jongeren (jonger dan 20). Het aantal jongeren neemt na een kleine daling toe tot 4,0 miljoen rond 2046. Daarna blijft het lange tijd op ongeveer dat niveau, en komt aan het einde van de prognoseperiode uit op 4,1 miljoen. Het aantal 20- tot 65-jarigen schommelt de komende jaren rond de 10,6 miljoen. Na 2038 gaat de omvang van deze bevolkingsgroep toenemen, tot 11,1 miljoen in 2070.
Het aantal 65-plussers loopt naar verwachting op van 3,8 miljoen aan het einde van 2025 naar 4,8 miljoen vanaf 2040. Op de lange termijn stijgt het naar verwachting verder, naar 5,4 miljoen in 2070. Uitgedrukt in procenten neemt het aandeel 65-plussers in de bevolking toe van 21 procent in 2025, naar 25 procent in 2040 en uiteindelijk 26 procent in 2070.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 4,432 | ||||
| 1981 | 4,396 | ||||
| 1982 | 4,331 | ||||
| 1983 | 4,253 | ||||
| 1984 | 4,168 | ||||
| 1985 | 4,085 | ||||
| 1986 | 4,019 | ||||
| 1987 | 3,968 | ||||
| 1988 | 3,922 | ||||
| 1989 | 3,875 | ||||
| 1990 | 3,822 | ||||
| 1991 | 3,786 | ||||
| 1992 | 3,762 | ||||
| 1993 | 3,746 | ||||
| 1994 | 3,751 | ||||
| 1995 | 3,76 | ||||
| 1996 | 3,772 | ||||
| 1997 | 3,787 | ||||
| 1998 | 3,809 | ||||
| 1999 | 3,84 | ||||
| 2000 | 3,873 | ||||
| 2001 | 3,908 | ||||
| 2002 | 3,941 | ||||
| 2003 | 3,969 | ||||
| 2004 | 3,988 | ||||
| 2005 | 3,988 | ||||
| 2006 | 3,976 | ||||
| 2007 | 3,957 | ||||
| 2008 | 3,94 | ||||
| 2009 | 3,934 | ||||
| 2010 | 3,928 | ||||
| 2011 | 3,914 | ||||
| 2012 | 3,895 | ||||
| 2013 | 3,871 | ||||
| 2014 | 3,846 | ||||
| 2015 | 3,828 | ||||
| 2016 | 3,818 | ||||
| 2017 | 3,817 | ||||
| 2018 | 3,811 | ||||
| 2019 | 3,792 | ||||
| 2020 | 3,775 | ||||
| 2021 | 3,743 | ||||
| 2022 | 3,738 | ||||
| 2023 | 3,75 | ||||
| 2024 | 3,733 | ||||
| 2025 | 3,719 | 3,717 | |||
| 2026 | 3,709 | 3,703 | 3,709 | 3,697 – 3,721 | 3,703 – 3,715 |
| 2027 | 3,689 | 3,694 | 3,667 – 3,719 | 3,681 – 3,708 | |
| 2028 | 3,678 | 3,681 | 3,636 – 3,723 | 3,661 – 3,704 | |
| 2029 | 3,665 | 3,665 | 3,599 – 3,726 | 3,635 – 3,697 | |
| 2030 | 3,657 | 3,653 | 3,569 – 3,735 | 3,613 – 3,696 | |
| 2031 | 3,653 | 3,646 | 3,537 – 3,751 | 3,596 – 3,702 | |
| 2032 | 3,658 | 3,648 | 3,512 – 3,778 | 3,582 – 3,715 | |
| 2033 | 3,669 | 3,657 | 3,49 – 3,818 | 3,583 – 3,738 | |
| 2034 | 3,687 | 3,673 | 3,479 – 3,865 | 3,584 – 3,77 | |
| 2035 | 3,703 | 3,688 | 3,461 – 3,919 | 3,582 – 3,8 | |
| 2036 | 3,725 | 3,708 | 3,451 – 3,974 | 3,592 – 3,836 | |
| 2037 | 3,747 | 3,729 | 3,439 – 4,033 | 3,595 – 3,873 | |
| 2038 | 3,771 | 3,753 | 3,428 – 4,09 | 3,601 – 3,911 | |
| 2039 | 3,798 | 3,779 | 3,417 – 4,153 | 3,611 – 3,954 | |
| 2040 | 3,823 | 3,805 | 3,405 – 4,22 | 3,618 – 3,996 | |
| 2041 | 3,849 | 3,831 | 3,399 – 4,285 | 3,626 – 4,045 | |
| 2042 | 3,864 | 3,847 | 3,372 – 4,345 | 3,619 – 4,076 | |
| 2043 | 3,891 | 3,874 | 3,358 – 4,419 | 3,623 – 4,121 | |
| 2044 | 3,919 | 3,904 | 3,352 – 4,498 | 3,633 – 4,169 | |
| 2045 | 3,947 | 3,931 | 3,341 – 4,573 | 3,637 – 4,224 | |
| 2046 | 3,973 | 3,957 | 3,326 – 4,652 | 3,642 – 4,271 | |
| 2047 | 3,997 | 3,982 | 3,315 – 4,717 | 3,646 – 4,314 | |
| 2048 | 4,018 | 4,003 | 3,292 – 4,785 | 3,651 – 4,354 | |
| 2049 | 4,034 | 4,021 | 3,283 – 4,834 | 3,648 – 4,384 | |
| 2050 | 4,046 | 4,034 | 3,255 – 4,871 | 3,652 – 4,418 | |
| 2051 | 4,053 | 4,043 | 3,224 – 4,916 | 3,641 – 4,445 | |
| 2052 | 4,057 | 4,048 | 3,213 – 4,949 | 3,632 – 4,473 | |
| 2053 | 4,057 | 4,049 | 3,198 – 4,984 | 3,618 – 4,479 | |
| 2054 | 4,054 | 4,048 | 3,172 – 5,037 | 3,599 – 4,507 | |
| 2055 | 4,05 | 4,044 | 3,157 – 5,076 | 3,581 – 4,521 | |
| 2056 | 4,044 | 4,039 | 3,122 – 5,108 | 3,559 – 4,522 | |
| 2057 | 4,037 | 4,033 | 3,106 – 5,123 | 3,536 – 4,526 | |
| 2058 | 4,03 | 4,026 | 3,083 – 5,102 | 3,519 – 4,536 | |
| 2059 | 4,024 | 4,02 | 3,071 – 5,123 | 3,496 – 4,545 | |
| 2060 | 4,02 | 4,015 | 3,034 – 5,127 | 3,475 – 4,552 | |
| 2061 | 4,017 | 4,012 | 3,02 – 5,152 | 3,454 – 4,56 | |
| 2062 | 4,016 | 4,01 | 2,992 – 5,186 | 3,442 – 4,586 | |
| 2063 | 4,018 | 4,011 | 2,96 – 5,202 | 3,427 – 4,587 | |
| 2064 | 4,022 | 4,014 | 2,942 – 5,218 | 3,412 – 4,608 | |
| 2065 | 4,029 | 4,02 | 2,931 – 5,239 | 3,404 – 4,622 | |
| 2066 | 4,038 | 4,029 | 2,915 – 5,276 | 3,405 – 4,643 | |
| 2067 | 4,05 | 4,039 | 2,888 – 5,342 | 3,395 – 4,676 | |
| 2068 | 4,064 | 4,052 | 2,871 – 5,359 | 3,389 – 4,705 | |
| 2069 | 4,079 | 4,067 | 2,872 – 5,412 | 3,395 – 4,741 | |
| 2070 | 4,097 | 4,084 | 2,847 – 5,434 | 3,394 – 4,779 |
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 8,044 | ||||
| 1981 | 8,171 | ||||
| 1982 | 8,287 | ||||
| 1983 | 8,399 | ||||
| 1984 | 8,519 | ||||
| 1985 | 8,64 | ||||
| 1986 | 8,742 | ||||
| 1987 | 8,843 | ||||
| 1988 | 8,953 | ||||
| 1989 | 9,054 | ||||
| 1990 | 9,165 | ||||
| 1991 | 9,291 | ||||
| 1992 | 9,407 | ||||
| 1993 | 9,507 | ||||
| 1994 | 9,582 | ||||
| 1995 | 9,63 | ||||
| 1996 | 9,661 | ||||
| 1997 | 9,696 | ||||
| 1998 | 9,735 | ||||
| 1999 | 9,789 | ||||
| 2000 | 9,839 | ||||
| 2001 | 9,905 | ||||
| 2002 | 9,966 | ||||
| 2003 | 10,003 | ||||
| 2004 | 10,019 | ||||
| 2005 | 10,029 | ||||
| 2006 | 10,028 | ||||
| 2007 | 10,033 | ||||
| 2008 | 10,05 | ||||
| 2009 | 10,08 | ||||
| 2010 | 10,108 | ||||
| 2011 | 10,147 | ||||
| 2012 | 10,119 | ||||
| 2013 | 10,084 | ||||
| 2014 | 10,064 | ||||
| 2015 | 10,065 | ||||
| 2016 | 10,075 | ||||
| 2017 | 10,105 | ||||
| 2018 | 10,131 | ||||
| 2019 | 10,176 | ||||
| 2020 | 10,24 | ||||
| 2021 | 10,274 | ||||
| 2022 | 10,327 | ||||
| 2023 | 10,46 | ||||
| 2024 | 10,532 | ||||
| 2025 | 10,569 | 10,578 | |||
| 2026 | 10,594 | 10,611 | 10,594 | 10,561 – 10,626 | 10,579 – 10,611 |
| 2027 | 10,628 | 10,608 | 10,536 – 10,675 | 10,572 – 10,645 | |
| 2028 | 10,635 | 10,614 | 10,493 – 10,729 | 10,557 – 10,673 | |
| 2029 | 10,635 | 10,615 | 10,441 – 10,775 | 10,533 – 10,699 | |
| 2030 | 10,63 | 10,614 | 10,396 – 10,824 | 10,503 – 10,725 | |
| 2031 | 10,627 | 10,613 | 10,35 – 10,873 | 10,476 – 10,75 | |
| 2032 | 10,622 | 10,611 | 10,29 – 10,924 | 10,444 – 10,771 | |
| 2033 | 10,616 | 10,605 | 10,236 – 10,969 | 10,411 – 10,793 | |
| 2034 | 10,603 | 10,592 | 10,164 – 11,008 | 10,378 – 10,795 | |
| 2035 | 10,583 | 10,572 | 10,109 – 11,042 | 10,335 – 10,79 | |
| 2036 | 10,565 | 10,552 | 10,051 – 11,072 | 10,296 – 10,803 | |
| 2037 | 10,557 | 10,544 | 10,007 – 11,122 | 10,26 – 10,807 | |
| 2038 | 10,557 | 10,543 | 9,975 – 11,182 | 10,234 – 10,833 | |
| 2039 | 10,571 | 10,556 | 9,954 – 11,246 | 10,235 – 10,865 | |
| 2040 | 10,592 | 10,576 | 9,93 – 11,287 | 10,228 – 10,91 | |
| 2041 | 10,619 | 10,603 | 9,922 – 11,351 | 10,219 – 10,951 | |
| 2042 | 10,657 | 10,639 | 9,92 – 11,44 | 10,232 – 11,006 | |
| 2043 | 10,683 | 10,665 | 9,921 – 11,528 | 10,239 – 11,045 | |
| 2044 | 10,704 | 10,684 | 9,909 – 11,595 | 10,239 – 11,073 | |
| 2045 | 10,724 | 10,704 | 9,882 – 11,618 | 10,244 – 11,114 | |
| 2046 | 10,738 | 10,717 | 9,857 – 11,643 | 10,23 – 11,158 | |
| 2047 | 10,754 | 10,733 | 9,836 – 11,697 | 10,232 – 11,185 | |
| 2048 | 10,777 | 10,755 | 9,82 – 11,771 | 10,243 – 11,226 | |
| 2049 | 10,804 | 10,781 | 9,814 – 11,837 | 10,245 – 11,273 | |
| 2050 | 10,829 | 10,804 | 9,812 – 11,921 | 10,24 – 11,315 | |
| 2051 | 10,854 | 10,827 | 9,803 – 12,001 | 10,25 – 11,368 | |
| 2052 | 10,877 | 10,849 | 9,797 – 12,062 | 10,248 – 11,423 | |
| 2053 | 10,901 | 10,871 | 9,792 – 12,106 | 10,247 – 11,456 | |
| 2054 | 10,927 | 10,896 | 9,752 – 12,165 | 10,251 – 11,488 | |
| 2055 | 10,951 | 10,919 | 9,742 – 12,211 | 10,262 – 11,531 | |
| 2056 | 10,968 | 10,936 | 9,72 – 12,256 | 10,254 – 11,573 | |
| 2057 | 10,985 | 10,954 | 9,68 – 12,306 | 10,254 – 11,631 | |
| 2058 | 11,004 | 10,973 | 9,678 – 12,357 | 10,244 – 11,662 | |
| 2059 | 11,024 | 10,993 | 9,663 – 12,429 | 10,243 – 11,695 | |
| 2060 | 11,041 | 11,011 | 9,621 – 12,477 | 10,246 – 11,724 | |
| 2061 | 11,062 | 11,033 | 9,596 – 12,511 | 10,263 – 11,778 | |
| 2062 | 11,081 | 11,054 | 9,61 – 12,583 | 10,255 – 11,825 | |
| 2063 | 11,098 | 11,071 | 9,611 – 12,654 | 10,244 – 11,861 | |
| 2064 | 11,106 | 11,081 | 9,586 – 12,713 | 10,242 – 11,902 | |
| 2065 | 11,112 | 11,087 | 9,58 – 12,789 | 10,21 – 11,92 | |
| 2066 | 11,112 | 11,088 | 9,538 – 12,866 | 10,197 – 11,929 | |
| 2067 | 11,114 | 11,09 | 9,5 – 12,918 | 10,184 – 11,948 | |
| 2068 | 11,116 | 11,092 | 9,454 – 12,944 | 10,158 – 11,975 | |
| 2069 | 11,118 | 11,094 | 9,397 – 12,961 | 10,138 – 12,005 | |
| 2070 | 11,124 | 11,1 | 9,353 – 13,015 | 10,138 – 12,049 |
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 1,615 | ||||
| 1981 | 1,642 | ||||
| 1982 | 1,668 | ||||
| 1983 | 1,688 | ||||
| 1984 | 1,708 | ||||
| 1985 | 1,73 | ||||
| 1986 | 1,769 | ||||
| 1987 | 1,804 | ||||
| 1988 | 1,84 | ||||
| 1989 | 1,877 | ||||
| 1990 | 1,906 | ||||
| 1991 | 1,934 | ||||
| 1992 | 1,96 | ||||
| 1993 | 1,986 | ||||
| 1994 | 2,008 | ||||
| 1995 | 2,034 | ||||
| 1996 | 2,061 | ||||
| 1997 | 2,084 | ||||
| 1998 | 2,11 | ||||
| 1999 | 2,131 | ||||
| 2000 | 2,152 | ||||
| 2001 | 2,175 | ||||
| 2002 | 2,199 | ||||
| 2003 | 2,22 | ||||
| 2004 | 2,251 | ||||
| 2005 | 2,289 | ||||
| 2006 | 2,33 | ||||
| 2007 | 2,368 | ||||
| 2008 | 2,415 | ||||
| 2009 | 2,472 | ||||
| 2010 | 2,538 | ||||
| 2011 | 2,595 | ||||
| 2012 | 2,716 | ||||
| 2013 | 2,824 | ||||
| 2014 | 2,919 | ||||
| 2015 | 3,008 | ||||
| 2016 | 3,085 | ||||
| 2017 | 3,16 | ||||
| 2018 | 3,239 | ||||
| 2019 | 3,314 | ||||
| 2020 | 3,393 | ||||
| 2021 | 3,458 | ||||
| 2022 | 3,525 | ||||
| 2023 | 3,601 | ||||
| 2024 | 3,677 | ||||
| 2025 | 3,756 | 3,753 | |||
| 2026 | 3,835 | 3,83 | 3,835 | 3,821 – 3,846 | 3,828 – 3,841 |
| 2027 | 3,913 | 3,92 | 3,89 – 3,944 | 3,904 – 3,933 | |
| 2028 | 3,996 | 4,004 | 3,954 – 4,044 | 3,98 – 4,024 | |
| 2029 | 4,083 | 4,09 | 4,019 – 4,143 | 4,055 – 4,119 | |
| 2030 | 4,171 | 4,178 | 4,077 – 4,246 | 4,13 – 4,216 | |
| 2031 | 4,253 | 4,258 | 4,132 – 4,347 | 4,196 – 4,302 | |
| 2032 | 4,329 | 4,332 | 4,181 – 4,441 | 4,254 – 4,383 | |
| 2033 | 4,401 | 4,402 | 4,221 – 4,534 | 4,308 – 4,462 | |
| 2034 | 4,472 | 4,472 | 4,263 – 4,629 | 4,362 – 4,543 | |
| 2035 | 4,55 | 4,549 | 4,308 – 4,733 | 4,421 – 4,629 | |
| 2036 | 4,62 | 4,618 | 4,35 – 4,825 | 4,478 – 4,707 | |
| 2037 | 4,677 | 4,674 | 4,37 – 4,905 | 4,519 – 4,774 | |
| 2038 | 4,722 | 4,717 | 4,388 – 4,969 | 4,545 – 4,829 | |
| 2039 | 4,748 | 4,742 | 4,384 – 5,015 | 4,553 – 4,869 | |
| 2040 | 4,765 | 4,758 | 4,375 – 5,061 | 4,555 – 4,898 | |
| 2041 | 4,773 | 4,765 | 4,351 – 5,098 | 4,547 – 4,915 | |
| 2042 | 4,779 | 4,769 | 4,329 – 5,119 | 4,537 – 4,935 | |
| 2043 | 4,781 | 4,771 | 4,295 – 5,158 | 4,525 – 4,951 | |
| 2044 | 4,786 | 4,775 | 4,284 – 5,189 | 4,518 – 4,972 | |
| 2045 | 4,789 | 4,778 | 4,27 – 5,221 | 4,508 – 4,988 | |
| 2046 | 4,798 | 4,787 | 4,251 – 5,246 | 4,502 – 5,006 | |
| 2047 | 4,804 | 4,792 | 4,234 – 5,277 | 4,493 – 5,021 | |
| 2048 | 4,806 | 4,794 | 4,203 – 5,302 | 4,486 – 5,035 | |
| 2049 | 4,806 | 4,794 | 4,191 – 5,322 | 4,472 – 5,043 | |
| 2050 | 4,811 | 4,798 | 4,184 – 5,352 | 4,458 – 5,057 | |
| 2051 | 4,819 | 4,806 | 4,173 – 5,39 | 4,456 – 5,074 | |
| 2052 | 4,832 | 4,818 | 4,161 – 5,412 | 4,461 – 5,09 | |
| 2053 | 4,845 | 4,831 | 4,156 – 5,444 | 4,461 – 5,115 | |
| 2054 | 4,86 | 4,845 | 4,139 – 5,48 | 4,465 – 5,137 | |
| 2055 | 4,876 | 4,86 | 4,14 – 5,511 | 4,464 – 5,167 | |
| 2056 | 4,901 | 4,884 | 4,15 – 5,554 | 4,475 – 5,189 | |
| 2057 | 4,927 | 4,908 | 4,15 – 5,607 | 4,49 – 5,216 | |
| 2058 | 4,951 | 4,931 | 4,153 – 5,639 | 4,512 – 5,249 | |
| 2059 | 4,976 | 4,955 | 4,152 – 5,67 | 4,524 – 5,278 | |
| 2060 | 5,004 | 4,981 | 4,161 – 5,704 | 4,539 – 5,317 | |
| 2061 | 5,028 | 5,004 | 4,178 – 5,737 | 4,548 – 5,344 | |
| 2062 | 5,054 | 5,028 | 4,187 – 5,776 | 4,565 – 5,368 | |
| 2063 | 5,085 | 5,057 | 4,216 – 5,823 | 4,578 – 5,397 | |
| 2064 | 5,123 | 5,094 | 4,24 – 5,87 | 4,607 – 5,437 | |
| 2065 | 5,166 | 5,135 | 4,248 – 5,923 | 4,642 – 5,484 | |
| 2066 | 5,215 | 5,183 | 4,291 – 5,981 | 4,684 – 5,539 | |
| 2067 | 5,264 | 5,231 | 4,342 – 6,046 | 4,728 – 5,591 | |
| 2068 | 5,313 | 5,279 | 4,376 – 6,102 | 4,771 – 5,655 | |
| 2069 | 5,363 | 5,329 | 4,418 – 6,163 | 4,825 – 5,716 | |
| 2070 | 5,409 | 5,375 | 4,441 – 6,222 | 4,862 – 5,755 |
3.2 Bevolkingsgroei
Verwachting natuurlijke aanwas: tot 2029 krimp, daarna groei
Op de korte termijn overlijden er naar verwachting jaarlijks meer mensen dan er kinderen worden geboren. Voor de lange termijn worden er afwisselend perioden voorzien waarin er meer en waarin er minder mensen overlijden dan er kinderen worden geboren. Het omslagpunt van natuurlijke krimp naar natuurlijke groei vindt naar verwachting plaats in 2029. Dat is een jaar later dan in de vorige prognose.
Vanaf 2027 ligt de verwachte natuurlijke aanwas –het aantal levendgeborenen min het aantal overledenen– lager dan in de Kernprognose 2024-2070 was verwacht. Dat komt omdat er in de huidige Kernprognose zowel minder geboorten als meer overlijdens worden verwacht. In de hele periode tot aan 2070 is de natuurlijke aanwas lager dan in de vorige Kernprognose, met verschillen uiteenlopend van 100 tot 5 duizend.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1980 | 67,0 | ||||
| 1981 | 63,1 | ||||
| 1982 | 54,8 | ||||
| 1983 | 52,5 | ||||
| 1984 | 54,6 | ||||
| 1985 | 55,4 | ||||
| 1986 | 59,2 | ||||
| 1987 | 64,5 | ||||
| 1988 | 62,5 | ||||
| 1989 | 60,1 | ||||
| 1990 | 69,1 | ||||
| 1991 | 68,7 | ||||
| 1992 | 66,9 | ||||
| 1993 | 58,0 | ||||
| 1994 | 62,1 | ||||
| 1995 | 54,8 | ||||
| 1996 | 52,0 | ||||
| 1997 | 56,7 | ||||
| 1998 | 61,9 | ||||
| 1999 | 60,0 | ||||
| 2000 | 66,1 | ||||
| 2001 | 62,2 | ||||
| 2002 | 59,7 | ||||
| 2003 | 58,4 | ||||
| 2004 | 57,5 | ||||
| 2005 | 51,5 | ||||
| 2006 | 49,7 | ||||
| 2007 | 48,3 | ||||
| 2008 | 49,5 | ||||
| 2009 | 50,7 | ||||
| 2010 | 48,3 | ||||
| 2011 | 44,3 | ||||
| 2012 | 35,1 | ||||
| 2013 | 30,1 | ||||
| 2014 | 36,0 | ||||
| 2015 | 23,4 | ||||
| 2016 | 23,5 | ||||
| 2017 | 19,6 | ||||
| 2018 | 15,2 | ||||
| 2019 | 17,8 | ||||
| 2020 | 0,0 | ||||
| 2021 | 8,5 | ||||
| 2022 | -2,6 | ||||
| 2023 | -5,0 | ||||
| 2024 | -6,0 | -9,8 | |||
| 2025 | -6,1 | -8,9 | -6,1 | -24,4 – 9,1 | -15,4 – 1,4 |
| 2026 | -6,6 | -5,0 | -28,8 – 15,3 | -16,6 – 5,0 | |
| 2027 | -3,4 | -3,6 | -32,4 – 21,0 | -17,6 – 8,5 | |
| 2028 | 0,0 | -1,9 | -35,7 – 26,0 | -18,7 – 11,3 | |
| 2029 | 3,9 | 0,3 | -37,8 – 30,9 | -19,1 – 14,4 | |
| 2030 | 7,6 | 2,6 | -39,5 – 36,1 | -19,2 – 17,6 | |
| 2031 | 8,9 | 4,4 | -41,0 – 41,2 | -19,1 – 20,8 | |
| 2032 | 9,6 | 5,3 | -42,7 – 45,2 | -19,4 – 23,1 | |
| 2033 | 9,8 | 5,8 | -44,3 – 48,3 | -19,7 – 24,9 | |
| 2034 | 9,6 | 6,0 | -45,9 – 50,5 | -20,3 – 26,2 | |
| 2035 | 9,0 | 5,7 | -47,5 – 52,7 | -21,2 – 27,0 | |
| 2036 | 8,0 | 5,1 | -50,0 – 54,8 | -22,6 – 27,7 | |
| 2037 | 6,5 | 4,0 | -52,9 – 56,6 | -24,7 – 28,0 | |
| 2038 | 4,7 | 2,4 | -56,1 – 57,7 | -27,1 – 28,2 | |
| 2039 | 2,5 | 0,6 | -58,6 – 58,5 | -29,5 – 27,7 | |
| 2040 | 0,4 | -1,4 | -60,7 – 58,9 | -31,6 – 26,9 | |
| 2041 | -1,8 | -3,3 | -62,9 – 59,0 | -33,6 – 25,5 | |
| 2042 | -3,8 | -5,1 | -65,9 – 58,3 | -35,6 – 24,1 | |
| 2043 | -5,8 | -6,9 | -69,3 – 57,4 | -37,7 – 22,7 | |
| 2044 | -7,6 | -8,6 | -72,5 – 55,9 | -39,9 – 21,6 | |
| 2045 | -9,5 | -10,3 | -75,2 – 54,6 | -42,4 – 20,5 | |
| 2046 | -11,2 | -11,8 | -77,6 – 53,3 | -44,6 – 19,6 | |
| 2047 | -12,8 | -13,4 | -80,4 – 52,4 | -46,8 – 18,7 | |
| 2048 | -14,3 | -14,8 | -83,2 – 51,7 | -48,4 – 17,3 | |
| 2049 | -15,8 | -16,3 | -85,9 – 51,1 | -49,8 – 16,1 | |
| 2050 | -17,2 | -17,6 | -88,0 – 50,4 | -50,9 – 14,9 | |
| 2051 | -18,3 | -18,8 | -89,6 – 49,6 | -52,1 – 14,5 | |
| 2052 | -19,3 | -19,8 | -90,2 – 48,8 | -53,6 – 14,5 | |
| 2053 | -19,9 | -20,5 | -90,6 – 48,4 | -55,1 – 14,8 | |
| 2054 | -20,3 | -20,9 | -90,8 – 48,1 | -56,3 – 15,0 | |
| 2055 | -20,3 | -21,0 | -91,4 – 48,2 | -57,5 – 15,2 | |
| 2056 | -19,8 | -20,6 | -92,0 – 49,2 | -58,1 – 15,5 | |
| 2057 | -18,8 | -19,7 | -92,4 – 51,4 | -58,2 – 16,4 | |
| 2058 | -17,4 | -18,3 | -92,7 – 54,7 | -57,2 – 17,8 | |
| 2059 | -15,4 | -16,5 | -92,3 – 57,7 | -55,4 – 20,2 | |
| 2060 | -12,9 | -14,2 | -90,7 – 60,5 | -53,2 – 23,4 | |
| 2061 | -10,0 | -11,4 | -88,4 – 63,7 | -51,0 – 27,1 | |
| 2062 | -6,8 | -8,2 | -85,7 – 68,2 | -48,8 – 30,6 | |
| 2063 | -3,2 | -4,7 | -83,4 – 73,6 | -46,5 – 34,1 | |
| 2064 | 0,4 | -1,1 | -81,2 – 78,9 | -44,1 – 38,0 | |
| 2065 | 4,0 | 2,6 | -79,4 – 84,2 | -41,3 – 42,6 | |
| 2066 | 7,4 | 6,1 | -77,5 – 89,4 | -38,6 – 47,5 | |
| 2067 | 10,6 | 9,4 | -76,2 – 94,8 | -36,2 – 52,4 | |
| 2068 | 13,3 | 12,3 | -74,7 – 99,8 | -34,1 – 56,7 | |
| 2069 | 15,7 | 14,7 | -73,5 – 104,1 | -32,2 – 60,4 | |
| 2070 | 17,4 | 16,7 | -72,0 – 106,9 | -30,5 – 62,9 |
Verwachting migratiesaldo: daling, maar blijft positief
Het migratiesaldo –het aantal immigranten min het aantal emigranten– zal naar verwachting dalen in de toekomst, van 101 duizend in 2025 naar 70 duizend in 2030. Daarna daalt het migratiesaldo verder, maar in een lager tempo. Heel geleidelijk neemt het af naar 54 duizend in 2070, maar het blijft positief: meer mensen zullen zich naar verwachting in Nederland vestigen dan er vertrekken.
Vooral tot 2032 lager dan in vorige prognose
Het migratiesaldo is tot 2029 jaarlijks enkele duizenden lager dan de verwachting was in de Kernprognose 2024-2070. Van 2029 tot en met 2031 is het migratiesaldo juist meer dan duizend hoger. Daarna kruipt het verwachte migratiesaldo weer naar de verwachte waarden van de vorige prognose.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1995 | 13,9 | ||||
| 1996 | 16,8 | ||||
| 1997 | 27,9 | ||||
| 1998 | 43,1 | ||||
| 1999 | 40,4 | ||||
| 2000 | 53,9 | ||||
| 2001 | 50,8 | ||||
| 2002 | 24,3 | ||||
| 2003 | -0,3 | ||||
| 2004 | -16,2 | ||||
| 2005 | -27,4 | ||||
| 2006 | -31,3 | ||||
| 2007 | -5,8 | ||||
| 2008 | 25,7 | ||||
| 2009 | 34,5 | ||||
| 2010 | 33,1 | ||||
| 2011 | 29,8 | ||||
| 2012 | 13,9 | ||||
| 2013 | 19,1 | ||||
| 2014 | 35,1 | ||||
| 2015 | 55,1 | ||||
| 2016 | 79,2 | ||||
| 2017 | 80,7 | ||||
| 2018 | 86,4 | ||||
| 2019 | 108,0 | ||||
| 2020 | 68,4 | ||||
| 2021 | 107,2 | ||||
| 2022 | 223,8 | ||||
| 2023 | 137,4 | ||||
| 2024 | 107,8 | 115,0 | |||
| 2025 | 100,8 | 104,7 | 100,8 | 58,7 – 141,8 | 81,5 – 121,9 |
| 2026 | 91,8 | 88,5 | 33,8 – 142,6 | 61,6 – 115,9 | |
| 2027 | 83,4 | 80,7 | 15,5 – 146,1 | 48,4 – 113,2 | |
| 2028 | 74,0 | 73,0 | 0,0 – 146,3 | 37,6 – 108,6 | |
| 2029 | 70,9 | 74,3 | -3,3 – 153,9 | 36,7 – 112,2 | |
| 2030 | 67,9 | 70,1 | -10,1 – 154,3 | 30,6 – 109,6 | |
| 2031 | 67,4 | 69,0 | -12,2 – 156,6 | 28,0 – 110,1 | |
| 2032 | 67,0 | 68,0 | -14,2 – 156,8 | 26,2 – 110,2 | |
| 2033 | 66,3 | 66,7 | -16,0 – 155,1 | 24,7 – 109,6 | |
| 2034 | 64,8 | 65,1 | -18,3 – 152,9 | 22,6 – 108,2 | |
| 2035 | 64,2 | 64,4 | -20,1 – 151,8 | 21,2 – 107,4 | |
| 2036 | 63,4 | 63,5 | -22,1 – 151,6 | 19,8 – 106,5 | |
| 2037 | 62,5 | 62,6 | -23,1 – 151,4 | 18,7 – 106,1 | |
| 2038 | 61,7 | 61,8 | -23,1 – 151,2 | 17,8 – 106,0 | |
| 2039 | 61,1 | 61,1 | -23,0 – 150,8 | 16,7 – 106,0 | |
| 2040 | 60,5 | 60,6 | -23,8 – 150,7 | 15,7 – 105,4 | |
| 2041 | 60,0 | 60,1 | -24,1 – 151,3 | 15,1 – 104,7 | |
| 2042 | 59,7 | 59,7 | -24,6 – 151,9 | 14,6 – 104,2 | |
| 2043 | 59,3 | 59,3 | -25,6 – 152,6 | 13,8 – 103,9 | |
| 2044 | 58,9 | 59,0 | -26,7 – 153,6 | 13,1 – 103,4 | |
| 2045 | 58,6 | 58,6 | -27,2 – 154,1 | 12,8 – 103,1 | |
| 2046 | 58,3 | 58,3 | -26,5 – 154,3 | 13,1 – 103,5 | |
| 2047 | 58,0 | 58,1 | -26,3 – 153,5 | 13,3 – 104,8 | |
| 2048 | 57,8 | 57,9 | -26,8 – 153,5 | 13,0 – 105,9 | |
| 2049 | 57,6 | 57,6 | -27,8 – 153,4 | 12,1 – 106,7 | |
| 2050 | 57,4 | 57,4 | -28,7 – 152,7 | 11,3 – 107,0 | |
| 2051 | 57,2 | 57,2 | -29,7 – 150,9 | 10,4 – 106,9 | |
| 2052 | 56,9 | 56,9 | -31,0 – 148,9 | 10,4 – 105,8 | |
| 2053 | 56,7 | 56,7 | -32,2 – 148,0 | 10,2 – 104,7 | |
| 2054 | 56,5 | 56,6 | -33,3 – 147,3 | 10,0 – 103,6 | |
| 2055 | 56,3 | 56,3 | -34,1 – 146,1 | 9,1 – 103,1 | |
| 2056 | 56,1 | 56,1 | -34,7 – 144,5 | 8,6 – 102,5 | |
| 2057 | 55,9 | 55,9 | -34,4 – 143,8 | 8,3 – 101,6 | |
| 2058 | 55,7 | 55,7 | -34,7 – 144,4 | 7,7 – 100,2 | |
| 2059 | 55,5 | 55,5 | -36,1 – 145,4 | 6,7 – 99,7 | |
| 2060 | 55,3 | 55,3 | -39,2 – 145,7 | 5,4 – 99,9 | |
| 2061 | 55,2 | 55,1 | -41,0 – 146,0 | 4,8 – 101,4 | |
| 2062 | 55,0 | 55,0 | -41,6 – 146,3 | 4,5 – 102,6 | |
| 2063 | 54,8 | 54,8 | -40,3 – 147,6 | 4,5 – 103,6 | |
| 2064 | 54,7 | 54,7 | -39,1 – 149,3 | 4,6 – 104,2 | |
| 2065 | 54,6 | 54,5 | -38,6 – 151,6 | 4,8 – 104,4 | |
| 2066 | 54,4 | 54,4 | -39,4 – 153,7 | 5,1 – 104,8 | |
| 2067 | 54,3 | 54,3 | -40,7 – 154,2 | 5,3 – 104,8 | |
| 2068 | 54,1 | 54,1 | -40,8 – 152,9 | 5,6 – 105,4 | |
| 2069 | 54,0 | 54,0 | -39,9 – 150,3 | 6,2 – 105,9 | |
| 2070 | 53,6 | 53,6 | -39,3 – 148,7 | 6,2 – 105,9 | |
Verwachting bevolkingsgroei: voorlopig minder snelle groei
De bevolkingsgroei is de som van de natuurlijke aanwas en het migratiesaldo. Voor 2025 wordt een bevolkingsgroei van 95 duizend voorzien. De komende jaren zal de bevolkingsgroei afnemen, maar in de hele prognoseperiode blijft de bevolking groeien. Rond 2055 is de bevolkingsgroei het geringst, 35 duizend, daarna neemt deze naar verwachting weer langzaam toe.
Verwachte groei iets lager dan in vorige prognose
Vergeleken met de Kernprognose 2024-2070 wordt er voor de komende tien jaar jaarlijks 3 duizend personen minder aan bevolkingsgroei verwacht. Ook daarna is de verwachte bevolkingsgroei in de huidige prognose lager dan in de vorige prognose, maar is het verschil kleiner.
| Jaar | Waarneming | Prognose 2024-2070 | Prognose 2025-2070 | Prognose-interval 95% | Prognose-interval 67% |
|---|---|---|---|---|---|
| 1995 | 69,8 | ||||
| 1996 | 73,2 | ||||
| 1997 | 87,1 | ||||
| 1998 | 106,0 | ||||
| 1999 | 103,7 | ||||
| 2000 | 123,1 | ||||
| 2001 | 118,2 | ||||
| 2002 | 87,3 | ||||
| 2003 | 65,5 | ||||
| 2004 | 47,5 | ||||
| 2005 | 28,7 | ||||
| 2006 | 23,8 | ||||
| 2007 | 47,4 | ||||
| 2008 | 80,4 | ||||
| 2009 | 89,2 | ||||
| 2010 | 80,8 | ||||
| 2011 | 74,5 | ||||
| 2012 | 49,2 | ||||
| 2013 | 49,7 | ||||
| 2014 | 71,4 | ||||
| 2015 | 78,4 | ||||
| 2016 | 102,4 | ||||
| 2017 | 99,6 | ||||
| 2018 | 101,1 | ||||
| 2019 | 125,4 | ||||
| 2020 | 67,8 | ||||
| 2021 | 115,3 | ||||
| 2022 | 220,6 | ||||
| 2023 | 131,7 | ||||
| 2024 | 101,7 | 105,2 | |||
| 2025 | 94,7 | 95,9 | 94,7 | 47,4 – 136,5 | 72,4 – 116,3 |
| 2026 | 85,1 | 83,5 | 22,3 – 139,6 | 53,4 – 112,0 | |
| 2027 | 80,0 | 77,1 | 3,4 – 145,9 | 40,5 – 111,4 | |
| 2028 | 74,0 | 71,0 | -13,0 – 149,9 | 29,2 – 109,4 | |
| 2029 | 74,7 | 74,6 | -16,9 – 161,4 | 28,5 – 115,9 | |
| 2030 | 75,5 | 72,7 | -23,3 – 166,0 | 23,0 – 116,2 | |
| 2031 | 76,3 | 73,4 | -25,2 – 172,2 | 21,2 – 118,9 | |
| 2032 | 76,6 | 73,3 | -27,3 – 175,8 | 19,7 – 120,3 | |
| 2033 | 76,1 | 72,5 | -29,9 – 177,1 | 18,4 – 120,6 | |
| 2034 | 74,4 | 71,1 | -32,9 – 176,5 | 16,8 – 119,9 | |
| 2035 | 73,2 | 70,2 | -35,0 – 176,2 | 15,3 – 119,8 | |
| 2036 | 71,3 | 68,6 | -37,5 – 176,1 | 12,9 – 119,2 | |
| 2037 | 69,0 | 66,6 | -40,3 – 176,3 | 10,2 – 118,4 | |
| 2038 | 66,4 | 64,2 | -43,2 – 176,8 | 7,1 – 117,5 | |
| 2039 | 63,6 | 61,7 | -46,0 – 176,7 | 4,0 – 116,4 | |
| 2040 | 60,9 | 59,2 | -48,8 – 176,2 | 1,0 – 115,1 | |
| 2041 | 58,3 | 56,9 | -51,9 – 175,7 | -1,6 – 113,7 | |
| 2042 | 55,9 | 54,6 | -55,2 – 175,5 | -4,2 – 112,3 | |
| 2043 | 53,5 | 52,4 | -58,5 – 175,5 | -6,8 – 111,1 | |
| 2044 | 51,3 | 50,4 | -61,6 – 175,6 | -9,5 – 109,9 | |
| 2045 | 49,1 | 48,3 | -64,5 – 175,3 | -12,0 – 108,4 | |
| 2046 | 47,1 | 46,5 | -66,6 – 175,0 | -14,3 – 107,2 | |
| 2047 | 45,3 | 44,7 | -68,2 – 174,7 | -16,4 – 106,1 | |
| 2048 | 43,5 | 43,0 | -69,5 – 174,2 | -18,7 – 105,1 | |
| 2049 | 41,8 | 41,4 | -71,0 – 172,9 | -21,3 – 104,4 | |
| 2050 | 40,3 | 39,9 | -73,0 – 171,0 | -24,0 – 104,1 | |
| 2051 | 38,8 | 38,4 | -75,0 – 168,6 | -26,5 – 103,6 | |
| 2052 | 37,6 | 37,1 | -77,1 – 167,1 | -28,0 – 102,4 | |
| 2053 | 36,8 | 36,2 | -78,7 – 166,1 | -28,7 – 100,5 | |
| 2054 | 36,3 | 35,6 | -80,3 – 165,7 | -28,9 – 98,6 | |
| 2055 | 36,1 | 35,4 | -81,6 – 165,1 | -29,2 – 97,4 | |
| 2056 | 36,3 | 35,6 | -82,5 – 164,7 | -29,5 – 97,0 | |
| 2057 | 37,1 | 36,2 | -82,0 – 164,5 | -29,9 – 97,2 | |
| 2058 | 38,3 | 37,4 | -80,9 – 165,6 | -30,0 – 98,2 | |
| 2059 | 40,1 | 39,0 | -79,9 – 167,9 | -29,7 – 100,3 | |
| 2060 | 42,4 | 41,1 | -79,8 – 170,9 | -28,6 – 103,5 | |
| 2061 | 45,1 | 43,8 | -80,4 – 173,8 | -26,7 – 107,7 | |
| 2062 | 48,2 | 46,8 | -80,5 – 176,8 | -24,2 – 112,2 | |
| 2063 | 51,6 | 50,1 | -79,1 – 180,9 | -21,6 – 117,1 | |
| 2064 | 55,1 | 53,7 | -76,6 – 186,5 | -18,6 – 121,9 | |
| 2065 | 58,6 | 57,1 | -73,9 – 193,1 | -15,5 – 126,4 | |
| 2066 | 61,9 | 60,5 | -72,1 – 199,3 | -12,1 – 130,5 | |
| 2067 | 64,9 | 63,7 | -70,9 – 203,9 | -8,5 – 134,2 | |
| 2068 | 67,5 | 66,4 | -69,7 – 206,7 | -4,9 – 137,6 | |
| 2069 | 69,7 | 68,8 | -68,4 – 208,5 | -1,6 – 140,7 | |
| 2070 | 71,0 | 70,3 | -67,3 – 209,6 | 0,4 – 142,6 |
4. Conclusie
Volgens de nieuwe Kernprognose 2025-2070 groeit de bevolking door tot 20,6 miljoen inwoners in 2070. Internationale migratie speelt een belangrijke rol bij de toekomstige bevolkingsgroei. De verwachting is dat er meer mensen zullen immigreren dan er inwoners vertrekken. Het aantal overledenen zal in de toekomst toenemen en in iets mindere mate ook het aantal geboorten. Tot aan 2070 overlijden er in totaal meer mensen dan er kinderen worden geboren.
Kleine verschillen met vorige Kernprognose
De verwachte bevolkingsomvang in 2070 ligt dicht bij de waarden van de Kernprognose 2024-2070. In vergelijking met de vorige prognose is de levensverwachting iets lager dan eerder is verondersteld (behalve bij vrouwen tot aan 2028), wat betekent dat er meer sterfte zal zijn dan eerder verwacht. De vruchtbaarheid wordt na 2028 ook lager verondersteld, wat een iets kleiner aantal geboorten oplevert. De verwachte omvang van het migratiesaldo is op de korte termijn iets lager verondersteld en op de lange termijn nagenoeg gelijk gebleven.
Verklaring demografische ontwikkelingen
Voor het opstellen van veronderstellingen wordt zo veel mogelijk kennis benut over demografische ontwikkelingen, en wat daarop van invloed is. Over sommige vraagstukken is nog niet alles bekend. Zo is er nog geen volledige verklaring waarom het geboortecijfer laag is, en waarom het sterftecijfer nog steeds relatief hoog is in vergelijking met vóór corona. Aanvullend onderzoek kan hier hopelijk meer licht op werpen.
Onzekerheidsmarges
Prognoses zijn onzeker. De onzekerheidsmarges rondom de prognose geven een indruk van de bandbreedte waarbinnen het aantal inwoners zich in de toekomst waarschijnlijk zal bevinden. De bevolking in 2070 ligt zeer waarschijnlijk tussen 17,5 miljoen en 23,9 miljoen inwoners.
Referenties
CBS (2023). 2022 derde jaar op rij met oversterfte.
CBS (2025a). Tijdlijn migratie, 1849-2025.
CBS (2025b). Dashboard Asiel en Integratie.
Duin, C. van & Feijten, P. (2023). Dalende vruchtbaarheid sinds 2010: de rol van opleidingsniveau. Statistische Trends, 6 december 2023.
Eurostat (2025). Life expectancy by age and sex [demo_mlexpec]. Geraadpleegd 3 november 2025 via https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/bookmark/32088de3-db63-4564-9afe-06d2fbab4564?lang=en&createdAt=2025-11-03T10:56:00Z
IND (2025). De IND in cijfers: Maandcijfers september 2025. Geraadpleegd 3 november 2025 via https://ind.nl/nl/de-ind-in-cijfers
Janssen, F. (2019). Smoking's impact on mortality in Europe. Population and Societies, 571, 1-4.
Nuffic (2025). Stayrate en arbeidsmarktpositie van internationale afgestudeerden 2013-2022.
Stoeldraijer, L., Duin, C. van & Janssen, F. (2013). Bevolkingsprognose 2012–2060: model en veronderstellingen betreffende de sterfte. Bevolkingstrends, 27 juni 2013.
Stoeldraijer, L. & Harmsen, C. (2017). De levensverwachting meet de sterfte. Bevolkingstrends, 2017(4).
Stoeldraijer, L. (2020). Sterfte en levensverwachting in de 21ste eeuw: waarom veranderde de trend rond 2012? Statistische Trends, 25 september 2020.
Stoeldraijer, L., Feijten, P. & Duin, C. van (2023). Bevolkingsprognose 2023-2070: minder geboorten, meer migratie. Statistische Trends, 15 december 2023.
Stoeldraijer, L., Duin, C. van, Feijten, P., Wennekes, M. & Nicolaas, H. (2024). Kernprognose 2024–2070: een miljoen inwoners erbij in 2037. Statistische Trends, 17 december 2024.
Wijk, D. van (2025). Veel jongvolwassenen worstelen met eisen ouderschap. Demos 41(2): 8.
Begrippenlijst
Bevolking
De inwoners van Nederland. In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente (de Basisregistratie Personen, BRP). In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, daarin opgenomen. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. Personen voor wie uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO-militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven, zijn niet opgenomen in het bevolkingsregister.
Emigratie
Uitschrijving uit het bevolkingsregister vanwege vertrek van mensen naar het buitenland bedoeld voor minimaal 8 maanden. Hierbij wordt het saldo van de administratieve correcties opgeteld. Het saldo van de administratieve correcties is de som van de administratieve opnemingen en afvoeringen. Een administratieve opneming is de opneming van een persoon in de bevolkingsregisters van een gemeente op verzoek van de betrokkene. Deze opneming is niet het gevolg van geboorte, immigratie of vestiging van die persoon vanuit een andere gemeente in Nederland. Een administratieve opneming is meestal een hervestiging van een persoon die eerder administratief is afgevoerd en verklaart nooit uit Nederland te zijn weggeweest.
Een administratieve afvoering is de verwijdering van een persoon uit de bevolkingsregisters van een gemeente nadat de gemeente heeft vastgesteld dat de verblijfplaats niet bekend is, deze persoon niet bereikbaar is en waarschijnlijk geen inwoner meer is van een Nederlandse gemeente. Een administratieve afvoering is meestal het gevolg van het vertrek van een persoon naar het buitenland zonder dat deze de gemeente hiervan op de hoogte heeft gesteld.
Immigratie
Tot de immigranten worden alleen mensen gerekend die als inwoner in een Nederlandse gemeente staan ingeschreven. Wie korter dan vier maanden in Nederland verblijft, is niet verplicht om zich in te schrijven. Veel tijdelijke buitenlandse werknemers worden daarom niet bij de arbeidsmigranten geteld. Asielzoekers kunnen zich alleen inschrijven bij een gemeente als ze een verblijfstatus hebben, of minimaal een half jaar gebruikmaken van een opvangvoorziening voor asielzoekers. Alleen na inschrijving worden ze gerekend tot de asielmigranten.
Asielmigratie
Asielmigranten zijn asielzoekers, statushouders of uitgenodigde vluchtelingen die zijn opgenomen in het gemeentelijk bevolkingsregister. Niet iedereen die een asielverzoek indient, wordt tot Nederland toegelaten en als immigrant in de gemeentelijke bevolkingsregisters ingeschreven. Asielmigranten die mogen blijven, worden meestal pas enige tijd na indiening van hun asielverzoek ingeschreven in de gemeentelijke bevolkingsregisters. Inschrijving in het gemeentelijk bevolkingsregister vindt plaats op het moment dat de asielzoeker een verblijfstitel krijgt en de centrale opvang verlaat. Ook asielzoekers die langer dan een half jaar in een centrale opvangvoorziening verblijven, komen in aanmerking voor inschrijving in de gemeentelijke bevolkingsregisters. Degenen die buiten de centrale opvang wonen, worden ingeschreven als zij legaal in Nederland verblijven.
Herkomst
De herkomst van personen die in het buitenland zijn geboren, wordt bepaald door hun geboorteland. Bij personen die in Nederland geboren zijn, wordt de herkomst bepaald door het geboorteland van de ouders. Wanneer beide ouders in het buitenland zijn geboren, is het geboorteland van de moeder leidend in het bepalen van de herkomst. Wanneer de moeder in Nederland is geboren of het geboorteland van de moeder onbekend is, wordt het geboorteland van de vader gebruikt.
Voor de bevolkingsprognoses van het CBS zijn de herkomstlanden ingedeeld in 14 groepen:
- West-Europese landen in de EU (exclusief personen met een Nederlandse achtergrond).
- Midden- en Oost-Europese landen in de EU (lidstaten toegetreden in 2004 en later).
- Overig Europa (exclusief EU en Turkije)
- Turkije
- Marokko
- Nederlandse Cariben (Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
- Indonesië
- Suriname
- Afrika (exclusief Marokko)
- Aziatisch Midden-Oosten
- Oostelijk Azië (exclusief Indonesië)
- Latijns-Amerika (exclusief Suriname en Nederlandse Cariben).
- Noord-Amerika en Oceanië
- Nederland
Periode-levensverwachting
De leeftijd die iemand zou bereiken als de sterftekansen naar leeftijd van een gekozen jaar iemands hele leven zouden gelden. Het geeft aan hoe oud een pasgeborene uit dat jaar gemiddeld zal worden als vanaf dat jaar de vooruitgang op het gebied van gezondheid en medische kennis zou stilvallen.
De werkelijke levensduur, het aantal jaren dat een persoon mag verwachten te leven, wordt ook wel de cohort-levensverwachting genoemd. Het nadeel van de cohort-levensverwachting is dat deze pas exact kan worden berekend wanneer alle personen van de groep zijn overleden. Aangevuld met prognoses kan er wel een schatting gemaakt worden van de levensduur van nog niet uitgestorven cohorten.
Voor meer uitleg over en een berekening van de levensverwachting, zie Stoeldraijer en Harmsen (2017).
Prognose
Verwachte toekomstige ontwikkeling.
Prognose-interval
Marge (onder- of bovengrens) rond een prognose die een indruk geeft van de verwachte nauwkeurigheid van die prognose. Met betrekking tot prognose-intervallen van de bevolking wordt aangenomen dat de kans dat de toekomstige bevolkingsomvang hiertussen zal liggen, 67 procent dan wel 95 procent is. Opgemerkt dient te worden dat deze kansverdeling ook een prognose is, aangezien deze gebaseerd is op aannamen waarvan de geldigheid onzeker is.
Indien cijfers voor verschillende leeftijdsgroepen worden gepresenteerd, dan hebben de onder- en bovengrens van het 67 procent en het 95 procent prognose-interval betrekking op elke afzonderlijke leeftijdsgroep. De som van de cijfers over alle onderscheiden leeftijdsklassen voor zowel de ondergrens als de bovengrens komt niet overeen met respectievelijk de onder- en bovengrens van de totale bevolking.
Totaal vruchtbaarheidscijfer (TFR)
Het vruchtbaarheidscijfer is het aantal kinderen geboren bij vrouwen van een bepaalde leeftijd gedeeld door het aantal vrouwen in de bevolking met die leeftijd. Het schat de kans dat een vrouw op een gegeven leeftijd een kind krijgt. Het totaal vruchtbaarheidscijfer (TFR, total fertility rate) is de som van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers van één jaar. Het valt te interpreteren als het gemiddeld kindertal dat vrouwen zouden hebben als de vruchtbaarheidscijfers van dat jaar tot hun vijftigste zouden gelden. De TFR hangt niet af van de leeftijdsopbouw van de vrouwelijke bevolking, maar wordt wel beïnvloed door de timing van de geboorten.
Bijlage
Toelichting sterftemodel
Het CBS gebruikt voor de prognose van de sterftekansen een extrapolatiemodel (Stoeldraijer et al., 2013). Er wordt vanuit gegaan dat de toekomstige trends een voortzetting zijn van de trends uit het verleden.
Het model maakt onderscheid tussen rookgerelateerde en niet-rookgerelateerde sterfte. Om rookgerelateerde sterfte te schatten wordt de longkankersterfte als proxy gebruikt. Bij mannen is er in het verleden een omslag geweest van stijgende naar dalende rookgerelateerde sterfte. Dit gebeurde eerst bij de jongere, daarna bij oudere leeftijden, en kwam doordat minder jonge mannen begonnen met roken en er meer mannen mee stopten. Bij vrouwen is er bij leeftijden onder de 60 ook al een omslag van stijgende naar dalende rookgerelateerde sterfte, maar bij leeftijden daarboven nog niet. Die verwachte omslag bij de hogere leeftijden zorgt in de prognose voor een versnelling in de stijging van de levensverwachting van vrouwen.
Voor de niet-rookgerelateerde sterfte wordt de langetermijntrend geschat uit de ontwikkeling in een groep West-Europese landen (Denemarken, Duitsland, Engeland en Wales, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland). Dit wordt gedaan omdat zo’n groep landen gezamenlijk een stabielere trend geeft, die daardoor geschikter is voor extrapolatie over een lange tijdsduur. Voor de korte termijn wordt dat gecombineerd met een model dat het verschil in de niet-rookgerelateerde sterfte tussen Nederland en de West Europese groep voorspelt.
De coronapandemie zorgde tijdelijk voor extra sterfte, waardoor de langetermijntrend niet meer goed te schatten was. De prognoses uit 2020 tot en met 2024 maakten daarom noodgedwongen gebruik van gegevens uit de jaren tot en met 2019 om deze trend te schatten. De prognoses van 2020, 2021 en 2022 veronderstelden dat op korte termijn de sterftekansen zouden terugkeren naar hetzelfde niveau als wanneer er geen pandemie was geweest. Het herstel van de levensverwachting ging echter trager dan verwacht. Bij de prognoses van 2023 en 2024 werd daarom verondersteld dat de trend zich wel zou herstellen, maar dat het niveau van de sterfte structureel iets hoger zou blijven: deels door structurele effecten van het endemisch geworden covid, deels door andere, onbekende, factoren.
In de huidige prognose zijn twee aanpassingen in het model doorgevoerd waardoor het mogelijk is ook data van na 2019 mee te nemen in de schattingen. Ten eerste is in het extrapolatiemodel voor West-Europa een variabele toegevoegd die het effect van de coronapandemie modelleert. Voor de algemene sterftetrend geeft deze methode, voor deze editie, nog dezelfde uitkomst als een schatting met alleen de data tot en met 2019. Voor de sterfteontwikkeling naar leeftijd en geslacht zijn er wel verschillen en ook het niveau van de sterfte verschilt. De tweede aanpassing aan het sterftemodel is dat de kortetermijnontwikkeling van het verschil in sterftekansen tussen Nederland en West-Europa nu wordt geschat op basis van een recentere periode, waardoor het beter bij de ontwikkelingen van de meest recente decennia aansluit. Er wordt nu data sinds 2000 gebruikt in plaats van sinds 1970.
In de nieuwe prognose wordt verondersteld dat er in de West-Europese landen geen sprake meer is van het inlopen van na-ijlende covid-effecten in de sterfte. Wat er nog aan covid-gerelateerde sterfte is wordt verondersteld structureel te zijn en verder af te nemen in een soortgelijk tempo als de overige sterfte. Voor de lange termijn geeft het model leeftijdsspecifieke sterftekansen die jaarlijks met een vaste fractie afnemen. Voor de levensverwachting geeft dit een voortgaande stijging, maar in een geleidelijk afnemend tempo (figuur 2.2.3a en 2.2.3b).
De ontwikkeling van de sterfte in Nederland was in 2024 minder gunstig dan in West-Europa. Het kortetermijnmodel voorspelt dat Nederland de opgelopen achterstand ten opzichte van de andere landen in de komende jaren weer deels inloopt. Dat geeft in de eerste jaren van de prognose een sterker stijgende ontwikkeling van de levensverwachting dan in de jaren daarna.