Opvattingen over de timing van het ouderschap

4. Conclusie

De volwassen bevolking in Nederland blijkt duidelijk normen te hebben over welke zaken geregeld moeten zijn voordat men een gezin gaat stichten. De meeste volwassenen vinden het belangrijk dat er voldoende inkomen is om een gezin te onderhouden. Ook het hebben van een vaste relatie en samenwonen vindt een groot deel van belang. Dat iemand getrouwd is voordat er kinderen komen, wordt het minst vaak als een belangrijke voorwaarde gezien. Dat komt overeen met de ontwikkeling dat steeds meer kinderen buiten het huwelijk worden geboren. Vooral 65-plussers, personen met een niet-westerse achtergrond, laagopgeleiden en gelovigen hechten waarde aan trouwen voordat er kinderen komen. Een afgeronde opleiding voor het ouderschap vindt zo’n 70 procent van de volwassen bevolking belangrijk. Vooral personen met een niet-westerse achtergrond, 18- tot 25-jarigen en 75-plussers, katholieken en mensen met een overig geloof vinden dit van belang. Een vaste baan is van belang voor het ouderschap volgens driekwart van de volwassenen, en meer nog voor 18- tot 25-jarigen, mensen met een migratieachtergrond en laagopgeleiden.

Als ideale leeftijd voor het moederschap wordt gemiddeld 25,8 jaar genoemd; voor het vaderschap is dat 26,8 jaar. Dat is respectievelijk vier en zes lager dan de gemiddeldeleeftijd waarop mensen daadwerkelijk kinderen krijgen. Dat het nog steeds de norm is om een aantal zaken op orde te hebben voordat men aan kinderen begint en dit tegenwoordig langer duurt (bijvoorbeeld afronden opleiding en vinden van vast werk), speelt mogelijk een rol bij dit uitstel. Als minimumleeftijd voor het moederschap noemt de volwassen bevolking gemiddeld 19,7 jaar; voor het vaderschap is dit 20,4 jaar. Vanaf 43,0 jaar vindt men een vrouw gemiddeld genomen te oud voor het moederschap; voor het vaderschap ligt de grens bij 47,2 jaar.

Bevolkingsgroepen verschillen van mening over de ideale leeftijd voor het ouderschap,evenals over de leeftijd waarop mensen te jong dan wel te oud zijn om een kind te krijgen.Zo geven ouderen en mensen met een migratieachtergrond er de voorkeur aan wanneer men wat jonger is bij de geboorte van het eerste kind. Niet-gelovigen en hoogopgeleiden geven de voorkeur aan ouderschap op wat latere leeftijd.