Conjunctuurenquête Nederland, eerste kwartaal 2025

3. Ontwikkelingen vierde kwartaal 2024

Ondernemers worden in de COEN gevraagd naar ontwikkelingen over verschillende onderwerpen in het afgelopen kwartaal. Ze geven dan per onderwerp aan of het is verslechterd, gelijk is gebleven of verbeterd. Als de vraag in iedere bedrijfstak wordt gesteld kan een cijfer voor het totale niet-financiële bedrijfsleven worden gemaakt.

3.1 Ontwikkelingen totale niet-financiële bedrijfsleven

Bij vier van de zes onderwerpen waren er meer ondernemers die een verbetering zagen in het vierde kwartaal van 2024 dan een verslechtering; per saldo is de stemming daarover dus positief. Dat geldt voor de omzet, de orderontvangst, de winstgevendheid en de concurrentiepositie op de Nederlandse markt. Bij de omzet en de orderontvangst zagen per saldo de meeste ondernemers een toename. De personeelssterkte bleef per saldo gelijk en over de orderpositie zijn ondernemers licht negatief.

3.1.1 Ontwikkelingen 4e kwartaal
 januari 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)januari 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)
Omzet19,816,2
Orderontvangst*12,8
Winstgevendheid3,1-0,3
Concurrentiepositie Nederlandse markt1,64,0
Personeelssterkte0,33,3
Orderpositie*-1,4
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW
* Deze vragen waren in januari 2024 nog niet beschikbaar
 

3.2 Ontwikkelingen per bedrijfstak

De ontwikkelingen voor het totale niet-financiële bedrijfsleven geven een goed beeld op macro-economisch niveau. De uitkomsten voor de onderliggende bedrijfstakken geven een indicatie voor de ontwikkelingen op bedrijfstakniveau en zorgen daarmee voor gedetailleerdere informatie.

Ondernemers nagenoeg neutraal over personeelssterkte

In het eerste kwartaal van 2025 zijn ondernemers nagenoeg neutraal over de ontwikkeling van personeelssterkte. Per saldo bleef de personeelssterkte dus zo goed als gelijk. In de helft van de bedrijfstakken zagen ondernemers per saldo een toename van de personeelssterkte, in de andere helft een afname. In de meeste bedrijfstakken ligt het saldo daarover wel lager dan een jaar geleden.

Ondernemers in de delfstoffenwinning en de bouwnijverheid zagen met een saldo van respectievelijk bijna 27 procent en bijna 22 procent het vaakst een toename van de personeelssterkte in het afgelopen kwartaal. Bij deze bedrijfstakken is het saldo ook het sterkst gestegen ten opzichte van een jaar geleden. In de cultuur, sport en recreatie, de horeca en de detailhandel is het saldo hierover het meest gedaald ten opzichte van een jaar geleden. Ondernemers in de horeca zagen per saldo de personeelssterkte afnemen in het afgelopen kwartaal. Van alle bedrijfstakken zagen zij met een saldo van iets minder dan -13 procent het vaakst een afname van de personeelssterkte.

3.2.1 Ontwikkeling personeelssterkte
 januari 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)januari 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)
Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven)0,33,3
Delfstoffenwinning26,711,4
Bouwnijverheid21,81,4
Overige dienstverlening9,90,5
Verhuur en handel van onroerend goed9,214,7
Zakelijke dienstverlening88,8
Vervoer en opslag5,15,8
Autohandel en -reparatie2,13,1
Groothandel en handelsbemiddeling-0,64,8
Cultuur, sport en recreatie-4,36,9
Industrie-5,41,4
Landbouw, bosbouw en visserij-6,2-10,8
Informatie en communicatie-7,80,4
Detailhandel (niet in auto's)-8,22,2
Horeca-13,1-2,6
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW
 

Meeste bedrijfstakken zagen toename van orderontvangst

In het afgelopen kwartaal zag per saldo bijna 13 procent van de ondernemers de orderontvangst toenemen. In de meeste bedrijfstakken was het saldo hierover positief en zagen ondernemers dus een toename van de orderontvangst. Alleen in de horeca, de overige dienstverlening en de vervoer en opslag zagen ondernemers per saldo een afname van de orderontvangst. 

Met een saldo van bijna 28 procent zijn ondernemers in de detailhandel het meest positief gestemd. Ook ondernemers in de bouwnijverheid, de informatie en communicatie, de groothandel en de zakelijke dienstverlening zijn relatief positief. Vergeleken met een jaar eerder is de stemming over de orderontvangst het meest verbeterd in de delfstoffenwinning en de bouwnijverheid. Ondernemers in de horeca zijn met een saldo van ruim -6 procent het meest negatief gestemd.

3.2.2 Ontwikkeling orderontvangst
 januari 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)januari 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)
Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven)*12,8
Detailhandel (niet in auto's)*27,9
Bouwnijverheid22,98,8
Informatie en communicatie19,213,7
Groothandel en handelsbemiddeling18,79
Zakelijke dienstverlening1613,1
Industrie9,32,8
Autohandel en -reparatie*8,6
Cultuur, sport en recreatie7,36
Delfstoffenwinning2,5-29,4
Landbouw, bosbouw en visserij*1,3
Verhuur en handel van onroerend goed-0,64,6
Vervoer en opslag-2-4,1
Overige dienstverlening-4,48,5
Horeca-6,4-1
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW
* Voor deze bedrijfstakken was de vraag in januari 2024 nog niet beschikbaar
 

Dat ondernemers per saldo een toename zagen van de orderontvangst in de afgelopen drie maanden is nog niet terug te zien in het oordeel over de orderpositie. Er zijn meer ondernemers die de orderpositie als (te) klein beschouwen dan (te) groot; daarmee is de stemming hierover per saldo licht negatief. De bouwnijverheid is het meest positief over de orderpositie, ondernemers in de industrie zijn het meest negatief.