Cybersecuritymonitor 2022

3. Cybersecurityincidenten

In het voorgaande hoofdstuk werd gekeken naar de maatregelen die bedrijven en personen nemen om meer cyberweerbaar te worden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ICT-veiligheidsincidenten die plaatsvinden, ondanks de genomen maatregelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gewone incidenten, die door onopzettelijk of eigen toedoen ontstaan, en incidenten ten gevolge van een aanval van buitenaf. Bij het laatste type incident wordt ook wel gesproken van ’cybercrime’. Cybercrime kan worden omschreven als ’alle delicten die gepleegd worden met behulp van ICT’ (CBS, 2017a). We praten dus over strafbare feiten gepleegd door cybercriminelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan aan online fraude, DDoS aanvallen en inbraak in computers.

3.1 Bedrijven

3.1.1 Type ICT-veiligheidsincidenten

In de ICT-enquête onderscheiden we twee soorten ICT-veiligheidsincidenten: incidenten door eigen toedoen en incidenten als gevolg van een aanval van buitenaf. Voor beide soorten incidenten onderscheiden we drie varianten: uitval van een ICT-systeem, datavernietiging (vernietiging of verminking van elektronische gegevens) en dataonthulling (onthulling van vertrouwelijke elektronische gegevens). Hiermee komen we op zes typen ICT-veiligheidsincidenten in totaal.

Intermezzo: Overzicht ICT-veiligheidsincidenten De drie ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak zijn: Uitval van ICT-systeem als gevolg van een ICT-gerelateerd veiligheidsincident, zoals een hardware- of softwarestoring. Datavernietiging of dataverminking als gevolg van een ICT-gerelateerd veiligheidsincident, zoals een hardware- of softwarestoring. Dataonthulling door onopzettelijk toedoen van eigen personeel. De drie ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buitenaf zijn: Uitval van ICT-systeem ten gevolge van een aanval van buitenaf, zoals een DDoS of Ransomware-aanval waarbij ICT-systemen niet meer gebruikt kunnen worden. Datavernietiging of dataverminking ten gevolge van een infectie met kwaadaardige software of door ongeoorloofde elektronische toegang. Dataonthulling door cyberinbraak, phishing of pharming. [voetnoot: Zie voetnoot paragraaf 2.2.1 in hoofdstuk 2 voor een toelichting van phishing en pharming. ]

3.1.1 ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak (a) of een aanval van buitenaf (b) per grootteklasse

ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak (a) of een aanval van buitenaf (b) per grootteklasse

Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021f, 2022f)

 

3.1.2 Cybersecurityincidenten per grootteklasse

In de ICT-enquête wordt aan een representatieve steekproef van bedrijven gevraagd hoe vaak ze te maken hebben gehad met elk van de eerder genoemde ICT-veiligheidsincidenten. Ook wordt gevraagd of er kosten werden gemaakt ten gevolge van de ICT-veiligheidsincidenten. Deze vragen zijn inmiddels zes opeenvolgende jaren voorgelegd. We kijken nu eerst naar de In het volgende deel worden eerst de resultaten per grootteklasse besproken. Daarna wordt gekeken naar de ontwikkeling van ICT-veiligheidsincidenten per bedrijfstak.

Grote bedrijven hebben vaker incidenten dan kleine bedrijven

In figuren 3.1.1(a) en 3.1.1(b) wordt voor de periode 2016–2021 per grootteklasse het percentage van bedrijven getoond dat minstens één ICT-veiligheidsincident heeft gehad als gevolg van respectievelijk een interne oorzaak of een aanval van buitenaf. Voor beide figuren worden dus de hiervoor genoemde type incidenten (uitval ICT-systeem, datavernietiging en dataonthulling) samengenomen. Het lichtgekleurde deel van de staafdiagrammen geeft het percentage bedrijven dat aangeeft dat er kosten met het ICT-incident gemoeid waren.

Grote bedrijven hebben over de jaren heen consistent meer incidenten dan kleine bedrijven. Dit geldt voor zowel interne incidenten als incidenten door een aanval van buitenaf. Dit patroon kan meerdere oorzaken hebben. Bij de interne incidenten, zoals uitval van ICT-systemen door hardware of software storingen, speelt mee dat grote bedrijven vaker een grote, meer complexe ICT-infrastructuur hebben. Een groter aantal computers of meer hardware binnen het bedrijf gaat gepaard met een grotere kans op schade aan één van de systemen. Wat betreft de incidenten door een aanval van buitenaf lijkt het aannemelijk dat grote bedrijven een grotere interesse hebben van cybercriminelen omdat er meer te halen valt of de (publiciteits) schade groter is. Wat verder een rol kan spelen, is dat grote bedrijven vaak meer ICT-specialisten in dienst hebben, waardoor de kans op detectie van ICT-veiligheidsincidenten waarschijnlijk groter is.

Aantal bedrijven met ICT-veiligheidsincidenten neemt af

Figuren 3.1.1(a) en 3.1.1(b) laten een afname zien van het totaal aantal ICT-veiligheidsincidenten met zowel een interne oorzaak als door een aanval van buitenaf. Deze daling was zichtbaar onder bedrijven in alle grootteklassen. Voor de incidenten met een interne oorzaak is dit niet overal duidelijk, zeker niet voor de grootste bedrijven: bij deze groep zien we een toename over de jaren 2017–2019, gevolgd door weer een afname voor de jaren 2020–2021. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat interne incidenten niet per se te voorkomen zijn: een kapot hardware onderdeel is iets wat nu eenmaal kan ontstaan.

Ook valt voor een deel deze daling te verklaren door de iets nauwere formulering van de categorie ‘dataonthulling door eigen personeel’. Vanaf 2020 is daar duidelijk bij vermeld dat het uitdrukkelijk gaat om onopzettelijke dataonthulling door eigen personeel, en niet om opzettelijk toedoen. In dat laatste geval valt het incident onder dataonthulling als gevolg van een aanval van buitenaf, omdat het hoort bij de categorie cybercrime. Door de duidelijkere omschrijving dat het gaat om onopzettelijke handelingen van eigen personeel, is het mogelijk dat dit heeft geleid tot een afname van incidenten in deze categorie

Voor de ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buitenaf is de afname voor alle grootteklassen over de periode 2016–2019 waar te nemen. In het jaar 2020 is juist weer een lichte toename van ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buiten te zien, wat in het laatste jaar 2021 weer iets daalt. Zo is te zien dat in 2016 bijna 40 procent van de grote bedrijven (250 of meer werknemers) met een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf te maken heeft gehad, terwijl dat in 2019 was afgenomen tot 19 procent. In 2020 steeg het aantal grote bedrijven dat een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf meldde tot 22 procent, maar in 2021 daalde dit weer tot 20 procent.

De helft van de ICT-veiligheidsincidenten gaat gepaard met kosten

Wat figuren 3.1.1(a) en 3.1.1(b) ook laten zien is dat lang niet alle ICT-veiligheidsincidenten met kosten gepaard gaan. Ongeveer de helft van de bedrijven die ICT-veiligheidsincidenten hadden, ging dat gepaard met kosten. Voor 2020 en 2021 is het aandeel bedrijven met kosten zelfs nog wat gedaald vergeleken met het jaar daarvoor. In 2020 en 2021 gaat nog maar ongeveer een derde van de ICT-veiligheidsincidenten gepaard met kosten.

Ook als alleen naar de incidenten met kosten gekeken wordt, is te zien dat het aantal meldingen gehalveerd is: in 2016 gaf 19 procent van de grote bedrijven aan een ICT-veiligheidsincident met kosten gehad te hebben, terwijl dat in 2020 nog maar 9 procent was. In 2021 is dit nog wat verder afgenomen: bij 8 procent van de grote bedrijven vond een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf plaats dat met kosten gepaard ging. Deze afname van het aantal ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buitenaf is waarneembaar voor alle grootteklassen. Toch zal verderop aangetoond worden dat deze afname wel iets genuanceerder bekeken moet worden, omdat het beeld is samengesteld uit drie verschillende soorten incidenten en de ontwikkelingen per type incident verschillen.

Het is dus vaak het geval dat er wel sprake was van een ICT-veiligheidsincident, maar dat dit niet direct heeft geleid tot kosten. Dit geldt voor zowel incidenten met een interne oorzaak als incidenten als gevolg van een aanval van buitenaf. Vanaf 2020 wordt aan bedrijven ook gevraagd hoe hoog de kosten waren als percentage van de omzet; deze resultaten worden later in dit hoofdstuk besproken.

3.1.2 ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak (a) of door een aanval van buitenaf (b) per bedrijfstak voor bedrijven met 2 of meer werknemers

ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak (a) of door een aanval van buitenaf (b) per bedrijfstak voor bedrijven met 2 of meer werknemers Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021f, 2022f)

 

3.1.3 Cybersecurityincidenten per bedrijfstak

In figuren 3.1.2(a) en 3.1.2(b) wordt voor de periode 2016–2021 de aantallen ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak of door een aanval van buitenaf per bedrijfstak gespecificeerd voor bedrijven met twee of meer werknemers. Het lichtgekleurde deel van de staafdiagrammen geeft het percentage van bedrijven weer dat aangeeft dat er ook kosten aan de ICT-veiligheidsincidenten verbonden waren.

Het aandeel bedrijven met een intern ICT-veiligheidsincident is in 2020 en 2021 behoorlijk afgenomen ten opzicht van 2019. Ook hier wordt de trend mogelijk deels verklaard door kleine aanpassing in de vraagstelling. Voor de bedrijfstakken ‘Gezondheids- en welzijnszorg’ en ´Financiële dienstverlening’ is in figuur 3.1.2(a) te zien dat in 2020 en 2021 ruim 20 procent van de bedrijven een intern incident heeft gemeld, waarvan weer ongeveer de een derde kosten met zich meebracht. De Industrie en ICT-sector zitten juist iets onder die 20 procent interne ICT-veiligheidsincidenten, opnieuw met ongeveer een derde van die incidenten die ook met kosten gepaard gaan. Alleen de horeca had aanzienlijk minder interne incidenten: in 2020 had 13 procent van de horecabedrijven een ICT-veiligheidsincident met interne oorzaak, wat in 2021 nog verder afgenomen is naar 6 procent. De interne incidenten met kosten zijn daar wederom ongeveer een derde van. Op zich is dit niet vreemd omdat in de horeca waarschijnlijk minder met een computer gewerkt wordt, zodat de kans op uitval door een hardware- of softwarestoring ook kleiner is.

Opnieuw zien we bij de industrie dat het percentage van bedrijven dat een incident door een aanval van buitenaf meldt over de laatste zes jaar afgenomen is. Bij de ICT-bedrijven is er in 2020 een kleine toename te zien ten opzicht van 2019 van het aantal bedrijven dat een ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buiten meldt, maar in 2021 is neemt het percentage bedrijven dat een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buiten meldt weer af. Ook het aandeel ICT-veiligheidsincidenten gepaard met kosten neemt af, ook relatief ten opzichte van het totaal aantal ICT-veiligheidsincidenten.

Voor incidenten door een aanval van buitenaf (figuur 3.1.2(b)), vinden we vooral lage percentages bedrijven die hier melding van maken: voor bedrijven uit de Financiële dienstverlening ging het in 2021 om 3 procent van de bedrijven; voor bedrijven uit de ICT-sector, de Industrie en de Gezondheids- en welzijnssector was het 2 procent van de bedrijven; en bedrijven uit de Horeca melden helemaal geen ICT-veiligheidsincidenten waaraan kosten verbonden waren.

3.1.3 ICT-veiligheidsincidenten per categorie per grootteklasse

ICT-veiligheidsincidenten per categorie per grootteklasse

Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021f, 2022f)

 

3.1.4 ICT-veiligheidsincidenten per categorie per bedrijfstak

ICT-veiligheidsincidenten per categorie per bedrijfstak

Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021f, 2022f)

 

3.1.4 Cybersecurityincidenten per type incident

In dit deel wordt nagegaan wat de bijdragen van de drie afzonderlijke type incidenten zijn: uitval, datavernietiging en dataonthulling.

Cybersecurityincidenten per type incident per grootteklasse

In figuren 3.1.3(a1–c1) toont de linker kolom de interne ICT-veiligheidsincidenten voor respectievelijk uitval van ICT-systemen, datavernietiging en dataonthulling per grootteklasse. Figuren 3.1.3(a2–c2) geven de incidenten door een aanval van buitenaf voor dezelfde drie typen incidenten per grootteklasse.

Voor de interne incidenten zijn de eerder gevonden daling in het aandeel bedrijven met een intern ICT-incident ook terug te zien in de onderliggende specifiekere categoriëen van incidenten. Er was eerder al geconcludeerd dat het aandeel bedrijven met een interne incidenten toeneemt met de bedrijfsgrootte. Als we naar de drie typen interne incidenten kijken dan zien we dat deze toename voornamelijk toe te schrijven is aan de uitval van ICT-systemen door een hardware- of softwarestoring, zoals te zien is in figuur 3.1.3(a1): ongeveer 9 procent van de kleine bedrijven had in 2021 een uitval door een storing, terwijl dit voor grote bedrijven zo’n 42 procent was. Beide percentages zijn een stuk lager dan de in 2019 gemeten percentages (respectievelijk 24 en 56 procent).

Datavernietiging door een hardwarestoring komt bij minder dan 10 procent van de bedrijven voor; bovendien is de samenhang met de grootte van het bedrijf minder sterk aanwezig. Wel is te zien dat ook dataonthulling vaker bij grote dan bij kleine bedrijven voorkomt, maar omdat het aantal bedrijven met dergelijke incidenten gering is, draagt deze categorie een stuk minder bij aan het totaal van interne incidenten. De ontwikkeling over de tijd is voor de interne incidenten minder eenduidig en varieert naar categorie. Voor dataonthulling door een intern incident, getoond in figuur 3.1.3(c1), is tot voor 2020 een toename over de tijd te zien voor de grote bedrijven van 250 of meer werknemers, terwijl vanaf 2020 weer afneemt. Dit is anders dan de ontwikkeling voor het totaal aan interne incidenten. De ontwikkelingen variëren dus sterk naar type incident.

Figuur 3.1.3(a2–c2) laat zien dat alle typen incidenten als gevolg van een aanval van buitenaf vaker voorkomen bij grote bedrijven. Dit komt overeen met het eerder beschreven patroon voor het totaal van incidenten door een aanval van buitenaf. Dit is alleen toe te schrijven aan de afname van uitval van ICT-systemen en vernietiging van data door een aanval van buitenaf. Het aantal bedrijven dat dataonthulling als gevolg van een cyberinbraak meldt, is echter weer toegenomen over de afgelopen vier jaar, vooral als er naar de grote bedrijven gekeken wordt. Er kan dus geconcludeerd worden dat alleen kijkend naar de cijfers voor dataonthulling, we een toename van het aantal incidenten zien. Dit neemt echter niet weg dat als we de incidenten van datavernietiging en uitval van ICT-systemen meenemen, het aantal incidenten over de jaren afgenomen is.

Cybersecurityincidenten per type incident per bedrijfstak

Figuren 3.1.4(a1–c1) toont de linker kolom de interne ICT-veiligheidsincidenten voor respectievelijk uitval van ICT-systemen, datavernietiging en dataonthulling per bedrijfstak. Figuren 3.1.4(a2–c2) geven de incidenten door een aanval van buitenaf voor dezelfde drie typen ICT-veiligheidsincidenten per bedrijfstak. Net als we bij afname van ICT-veiligheidsincidenten per grootteklasse zien we dat voor de meeste bedrijfstakken een afname van het percentage van bedrijven per bedrijfstak dat een ICT-veiligheidsincident met een interne oorzaak en door een aanval van buiten meldt. Voor grote bedrijven zien we een stijging in het percentage bedrijven binnen de categorie ‘Onthulling door cyberinbraak’. Deze toename is alleen zichtbaar binnen de Financiële dienstverlening.

3.1.5 Kostenverdeling van de ICT-veiligheidsincidenten

Kostenverdeling van ICT-veiligheidsincidenten met interne oorzaak

3.1.5(a) Percentage van bedrijven per grootteklasse die kosten hadden na een intern ICT-veiligheidsincident, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincidentJaar< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)
1 (ZZP'ers)'201,30,20,10,100
1 (ZZP'ers)'210,700,20,100
2 - (Totaal)'203,40,50,20,100
2 - (Totaal)'212,20,40,200,10
2 - 9'202,60,40,10,100
2 - 9'211,40,40,200,10
10 - 49'206,10,90,3000
10 - 49'215,40,60,4000
50 - 249'209,90,70,10,100
50 - 249'218,60,60,20,100
250 -'2012,80,90,5000
250 -'21150,70,3000

3.1.5(b) Percentage van bedrijven per bedrijfstak met 2 of meer werknemers die kosten hadden na een intern ICT-veiligheidsincident, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincidentJaar< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ict-veiligheidsincident)
Financ. dnstverl.'205,82,10,5000
Financ. dnstverl.'216,20,20,6000
Spc.Zakelk. dnstverl.'204,410,3000
Spc.Zakelk. dnstverl.'2130,60,4000
Industrie'204,30,40,4000
Industrie'213,70,50,2000
Vervoer/ opslag '204,60,30,10,600
Vervoer/ opslag '212,50,100,100
Energie water/afval'203,90,90000
Energie water/afval'21300000
Horeca'202,50,20,2000
Horeca'210,60,70,100,50
Gezondheid/ welzijnsz.'205,21,10,2000
Gezondheid/ welzijnsz.'2130,40000

Tenslotte wordt gekeken naar de hoogte van de kosten van de ICT-veiligheidsincidenten als percentage van de omzet. Figuren 3.1.5(a) en 3.1.5(b) tonen de hoogte van de kosten van de interne ICT-veiligheidsincidenten per grootteklasse en bedrijfstak voor de laatste referentiejaren 2020 en 2021. De hoogte van de samengestelde staafjes geeft het percentage bedrijven weer met kosten die volgden uit een intern ICT-veiligheidsincident en komen dus overeen met de hoogte van de lichtgekleurde delen van de staafjes die in de grafieken 3.1.1(a) en 3.1.2(a) te zien waren. Dit keer wordt met kleur aangegeven hoe hoog deze kosten waren als percentage van de omzet van het bedrijf opgedeeld in 6 categorieën: ‘minder dan 1 %’, ‘1 tot 2 %’, ‘2 tot 5 %’, ‘5 tot 10 %’, ‘10 tot 50 %’ en ‘50 % of meer’ van de totale omzet. In de meeste gevallen waren de kosten minder dan 1 procent van de bedrijfsomzet: voor 3 op de 4 bedrijven met 2 of meer werknemers die een ICT-veiligheidsincident met kosten hadden. Daarnaast waren de kosten vaak tussen de 1 en 2 procent of tussen de 2 en 5 procent van de omzet. Voor grote bedrijven gaat hier dan, gezien de hogere omzet, om grote bedragen. In 2022 meldt 3 procent van de kleine bedrijven met 2 tot 10 werknemers die een ICT-veiligheidsincident gehad hebben, dat de kosten tussen 10 tot 50 % van de omzet waren. Dit impliceert dat het incident een behoorlijke grote impact op het bedrijf heeft gehad.

Figuur 3.1.5(b) laat dezelfde kostenverdeling voor interne ICT-veiligheidsincidenten per bedrijfstak zien. Hierbij worden alle bedrijven met 2 of meer werknemers meegenomen (ZZP dus niet). Meest opvallend is dat er relatief veel interne ICT-veiligheidsincidenten in de Financiële sector zijn, met ook relatief veel incidenten met kosten hoger dan 1 procent van de omzet. De Horeca heeft in 2021 te maken met de hoogste kosten bij interne ICT-incidenten: bij 1 op de 4 Horeca bedrijven die een intern ICT-veiligheidsincident met kosten hadden, waren de kosten tussen 10 en 50% van de totale omzet. Dit hangt samen met het feit dat de horeca veel kleine bedrijven bevat met een relatief lage omzet, zodat de kosten van ICT-veiligheidsincidenten eerder een groter percentage van de omzet omvat.

Kostenverdeling van ICT-veiligheidsincidenten door aanval van buitenaf

3.1.6(a) Percentage van bedrijven per grootteklasse die kosten hadden na een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanvalJaar< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)
1 (ZZP'ers)'200,50,10,100,10
1 (ZZP'ers)'210,30,30,1000
2 - (Totaal)'201,60,40,10,100
2 - (Totaal)'211,20,20,2000
2 - 9'201,30,30,10,100
2 - 9'210,90,20,2000
10 - 49'202,70,40,3000
10 - 49'212,40,30,30,100
50 - 249'204,10,70,30,100
50 - 249'212,80,30,7000
250 -'2070,50,50,10,10
250 -'215,710,50,100

3.1.6(b) Percentage van bedrijven per bedrijfstak met 2 of meer werknemers die kosten hadden na een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanvalJaar< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ict-veiligheidsincident door aanval)
Financ. dnstverl.'201,90,3000,10
Financ. dnstverl.'211,61,20,6000
Spc.Zakelk. dnstverl.'2010,60,30,10,10,1
Spc.Zakelk. dnstverl.'211,30,20,50,200
Industrie'202,10,30,3000
Industrie'211,60,20,20,100
Vervoer/ opslag '201,90,30,10,600
Vervoer/ opslag '211,80,200,100
Energie water/afval'201,600000
Energie water/afval'211,200000
Horeca'201,80,10000
Horeca'210,10,20000
Gezondheid/ welzijnsz.'200,40,300,300
Gezondheid/ welzijnsz.'211,500000
 
Figuren 3.1.6(a) en 3.1.6(b) geven de kostenverdeling van de ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buitenaf per grootteklasse en bedrijfstak weer. De hoogte van de samengestelde staafjes geeft dit keer het percentage bedrijven weer met kosten die volgden uit ICT-veiligheidsincident door een aanval van buiten en komen dus overeen met de hoogte van de lichtgekleurde delen van de staafjes in de grafieken 3.1.1(b) en 3.1.2(b). Zoals we al eerder gezien hebben, is het percentage van bedrijven met een ICT-veiligheidsincident ten gevolge van een aanval van buitenaf over het algemeen kleiner dan het percentage van bedrijven met een incident met interne oorzaak. Figuur 3.1.6(a) laat zien dat grote bedrijven vaker kosten hebben ten gevolge van een ICT-veiligheidsincident door een aanval dan kleine bedrijven. In 2021 meldde iets minder bedrijven kosten te hebben dan in 2020. In de meeste gevallen van de incidenten bedragen de kosten minder dan 1 procent van de omzet van het bedrijf. Opvallend is dat vooral in 2020 er bedrijven waren met kosten ten gevolge van een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf die tussen de 10 en 50 procent van de bedrijfsomzet lagen, zelfs voor de grote bedrijven van 250 of meer werknemers. Dit soort ICT-veiligheidsincidenten moeten dus een behoorlijke impact op de bedrijven hebben. In 2021 komen dit soort aanvallen niet meer voor.

De kostenverdeling van ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buiten per bedrijfstak wordt getoond in figuur 3.1.6(b). Deze figuur laat zien dat de Financiële dienstverlening relatief vaak dit soort incidenten heeft, ook met hoge kosten tot gevolg. Ook worden in 2021 in deze sector beduidend meer incidenten gemeld dan in 2020, met een stijging van 2,2 naar 3,4 procent van de bedrijven die kosten had door een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buiten. Ook bedroegen de kosten in 2021 relatief vaker meer dan 1 procent van de omzet, alhoewel het in 2020 vaker voorkwam dat de kosten tussen de 10 en 50 procent van de omzet lagen.

3.1.6 Ransomware-aanvallen

3.1.7 Aantal bedrijven per grootteklasse die in 2021 een ransomware-aanval gehad hebben.
populatieRansomware-aanval gehad (Aantal bedrijven)
1 (ZZP'ers)4034
2 - 91444
10 - 49567
50 - 249233
250 -99

In de ‘ICT-gebruik bij bedrijven’-enquête is het afgelopen jaar ook specifiek naar ransomware-aanvallen gevraagd (CBS, 2022f). Bij een ransomware-aanval worden de ICT-systemen van een bedrijf of particulier door middel van malware geblokkeerd, om zo het slachtoffer te chanteren om losgeld (ransom) te betalen om de systemen weer vrij te geven. Ransomware wordt door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid als een belangrijk risico voor de nationale veiligheid gezien (NCTV, 2023), en daarom is het belangrijk te monitoren hoe vaak dit voorkomt bij bedrijven in Nederland.

Aantal ransomware-aanvallen

Figuur 3.1.7 laat zien dat in 2021 in totaal 6 300 ransomware-aanvallen bij bedrijven zijn geweest, waarvan 4 000 bij ZZP’ers en 2 300 bij bedrijven met 2 of meer personen. In dit figuur wordt het aantal unieke bedrijven aangegeven dat aangeeft een Ransomware-aanval te hebben gehad, om de omvang van het probleem goed weer te geven. Tabel 3.1.8 geeft naast de absolute getallen ook het percentage van bedrijven per grootteklasse weer dat meldt een ransomware-aanval gehad te hebben.

Hieruit blijkt procentueel gezien grote bedrijven meer last hebben van ransomware-aanvallen dan kleine bedrijven. Ransomware-aanvallen hebben zich bij 0,3 procent van de ZZP’ers in Nederland voorgedaan, terwijl 4 procentvan de bedrijven met 250 of meer werknemers zegt een Ransomware-aanval gehad te hebben.

3.1.8 Aantal ransomware-aanvallen in 2021 per grootteklasse en het percentage per groep.
BedrijfsgrootteRansomware-aanval gehad/AantalRansomware-aanval gehad/Percentage
1 werkzame persoon (ZZP'er)4 0000,3
Totaal (2 of meer werkzame personen)2 3000,7
Grote bedrijven (10 of meer werkzame personen)9001,5
2 tot 10 werkzame personen1 4000,5
10 tot 50 werkzame personen5701,2
50 tot 250 werkzame personen2302,3
250 of meer werkzame personen1004,0

3.1.9 Percentage van bedrijven per bedrijfstak met 2 of meer werknemers die in 2021 een ransomware-aanval gehad hebben.
populatieRansomware-aanval gehad (% van bedrijven)
Totaal (2 -)0,7
Verhuur/handel onroerend goed1,5
Industrie1,2
Handel0,8
Spec. zakelijke diensten0,8
ICT-sector1,3

Figuur 3.1.9 toont de percentages van bedrijven die een ransomware-aanval gehad per bedrijfstak voor bedrijven met 2 of meer werknemers. De bedrijfstak ‘Verhuur en handel onroerend goed’ is de bedrijfstak die het meest door ransomware getroffen is: 1,5 procent van de bedrijven uit deze sector melden een ransomware-aanval gehad te hebben. Ook de ICT-sector scoort relatief hoog. Een overzicht van alle cijfers is op Statline terug te vinden.

Bedrijven betalen meestal geen losgeld

3.1.10 Percentage van de bedrijven met een ransomware-aanval die losgeld betaald hebben en die losgeld betaald hebben waarbij het losgeld niet geleid heeft tot het (deels) ontsleutelen van de ICT-systemen van het bedrijf.
BedrijfsgrootteLosgeld betaald/Totaal [%]Losgeld betaald/Zonder resultaat [%]
1 werkzame persoon (ZZP'er)0,10,0
Totaal (2 of meer werkzame personen)115,8
2 tot 10 werkzame personen149,1
10 tot 50 werkzame personen5,10,7
50 tot 250 werkzame personen5,20,6
250 of meer werkzame personen4,10,0

In tabel 3.1.10 wordt per grootteklasse weergegeven hoeveel bedrijven losgeld betaald hebben. Van alle bedrijven met 2 of meer werknemers betaalt gemiddeld 11 procentvan de bedrijven losgeld. Dit komt met name door het hoge percentage van 14 procent van de kleine bedrijven met 2 tot 10 werknemers die toch besluiten losgeld te betalen. Maar ook bij de grote bedrijven van 250 of meer werknemers betaalt nog steeds 4,1 procent van de bedrijven losgeld. Alleen bij ZZP’ers lijkt het bijna niet voor te komen dat er losgeld betaald wordt. Belangrijk is ook te constateren dat voor ruim de helft van de gevallen waarbij losgeld betaald wordt, dit niet leidt tot het (deels) ontsleutelen van de ICT-systemen, omdat 5,8 procent van de bedrijven met 2 of meer werknemers die een ransomware-aanval hebben gehad zeggen na betaling niet de ICT-system ontsleuteld gekregen te hebben.

Kostenverdeling van het losgeld en andere kosten

In figuren 3.1.11(a) en 3.1.11(b) wordt per grootteklasse en bedrijfstak de verdeling van de hoogte van het losgeld gegeven als percentage van de omzet van het bedrijf. Gemiddeld voor alle bedrijven met 2 of meer werknemers betaalt 11 procent van de bedrijven losgeld. In ongeveer de helft van de gevallen bedraagt het losgeld meer dan 50 procent van de omzet. Het is te zien dat dit voornamelijk komt door de kleine bedrijven met 2 tot 10 werknemers waarbij de omzet in het algemeen lager is. De impact voor het bedrijf dat zo’n hoog percentage van de omzet aan losgeld betaalt is groot, vooral als je mee neemt dat in een groot aantal gevallen het betalen van losgeld niet leidt tot het ontsleutelen van de data van het bedrijf. Van grote bedrijven met 250 of meer werknemers betaalt ongeveer een kwart van de bedrijven die losgeld betalen een bedrag tussen 1 en 2 procent van de totale omzet. De schade voor het bedrijf kan dus behoorlijk zijn.

In figuur 3.1.11(b) is het met name opvallend dat in de ‘Handel’ relatief veel bedrijven losgeld betalen en dat het betaalde bedrag ook hoog is: in 70 procentvan de gevallen wordt meer dan 50 procent van de omzet betaald. Dit duidt erop dat voornamelijk kleine bedrijven in de handel getroffen zijn. Inderdaad zijn het alleen de kleine Handels bedrijven met 2 tot 10 werknemers die 50 procent of meer van de omzet betalen.

3.1.11(a) Percentage van bedrijven met ransomware-aanval die losgeld betaald hebben per grootteklasse. De percentages zijn opgesplitst naar de hoogte van het losgeld als percentage van de totale omzet.
Labels< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)
1 (ZZP'ers)0,100000
2 - (Totaal)1,730,30,105,6
2 - 91,43,80009,1
10 - 492,12,20,60,200
50 - 2492,41,21,20,600
250 -3,110000

3.1.11(b) Percentage van bedrijven met ransomware-aanval die losgeld betaald hebben per bedrijfstak met 2 of meer werknemers. De percentages zijn opgesplitst naar de hoogte van het losgeld als percentage van de totale omzet.
Labels< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)
Spc.Zakelijke dienstverl.4,32,60,8000
Industrie5,43,100,500
Vervoer/ opslag 0,900100
Handel0,56,40,20016,9
Bouwnijv.002,8000
Gezondheid/ welzijnsz.010000

Naast losgeld kan een bedrijf natuurlijk ook andere kosten aan een ransomware-aanval overhouden, zoals bijvoorbeeld het vervangen van getroffen ICT-systemen, het inhuren van ICT-specialisten om de schade te beperken, maar ook het eventuele productieverlies ten gevolge van de ransomware-aanval. Figuren 3.1.12(a) en 3.1.12(b) geven per grootteklasse en bedrijfstak de verdeling van de overige kosten weer als gevolg van de ransomware-aanval. Het is meteen duidelijk dat bedrijven met een ransomware-aanval vaker kosten hebben aan overige zaken dan aan de betaling van losgeld. Zo is in figuur 3.1.12(a) te zien dat voor alle bedrijven met 2 of meer werknemers die een ransomware-aanval gehad hebben bijna de helft (48 procent) meldt dat ze andere kosten dan losgeld aan de aanval hebben gehad. Weer zijn deze kosten uitgesplitst naar percentages van de omzet. In de meeste gevallen blijven de kosten onder de 1 procent van de omzet, maar te zien is dat voor kleine percentages bedrijven de overige kosten behoorlijk op kunnen lopen: zo meldt bijvoorbeeld 5 procent van de bedrijven met 50 tot 250 werknemers dat de overige kosten tussen de 10 en 50 procent van de omzet van het bedrijf liggen. Als per bedrijfstak in figuur 3.1.12(b) gekeken wordt, valt op dat met name de Industrie veel andere kosten heeft aan een ransomware-aanval. Maar ook de ‘Handel’, ‘Bouwnijverheid’ en ‘Speciale zakelijk dienstverlening’ scoren relatief hoog.

3.1.12(a) Percentage van bedrijven met ransomware-aanval die andere kosten gehad hebben (anders dan losgeld) per grootteklasse. De percentages zijn opgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de totale omzet.
Labels< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)
1 (ZZP'ers)1,61,20,2000
2 - (Totaal)247,152,10,20
2 - 914,710,60,93,300
10 - 493908,600,60
50 - 24943,11,72100,70
250 -29,69,36,71,400

3.1.12(b) Percentage van bedrijven met ransomware-aanval die andere kosten gehad hebben (anders dan losgeld) per bedrijfstak met 2 of meer werknemers. De percentages zijn opgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de totale omzet.
Labels< 1% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)>= 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ransomware-aanval)
Spc.Zakelijke dienstverl.28,76,61,900,80
Industrie28,72,219,10,50,50
Vervoer/ opslag 15,407000
Handel32,96,83,96,100
Bouwnijv.42,100000
Gezondheid/ welzijnsz.2,51,31000

Hulp vraag bij politie en cybersecuritybedrijven

3.1.13(a) Percentage van bedrijven met ransomware-aanval die de hulp hebben in geschakeld van bij politie of bij een cybersecuritybedrijf per grootteklasse.
populatieHulp politie (% van bedrijven met ransomware-aanval)Hulp cybersecuritybedrijf (% van bedrijven met ransomware-aanval)
1 (ZZP'ers)20,6
2 - (Totaal)13,439
2 - 95,433,1
10 - 4921,344
50 - 24934,755,9
250 -34,555,9

3.1.13(b) Percentage van bedrijven met ransomware-aanval die de hulp hebben in geschakeld van bij politie of bij een cybersecuritybedrijf per bedrijfstak met 2 of meer werknemers.
populatieHulp politie (% van bedrijven met ransomware-aanval)Hulp cybersecuritybedrijf (% van bedrijven met ransomware-aanval)
Financ. dnstverl.06,1
Spc.Zakelk. dnstverl.13,647,8
Industrie30,353,4
Vervoer/ opslag 4,528,3
Energie water/afval23,223,2
Horeca047,5
Gezondheid/ welzijnsz.3,813,3

Figuur 3.1.13 toont het percentage van de bedrijven die een ransomware-aanval gehad hebben en hulp vragen bij de politie of een cybersecuritybedrijf. Van alle bedrijven met 2 of meer werknemers die een ransomware-aanval gehad hebben schakelt 39 procent de hulp in van een cybersecuritybedrijf en 13 procent stapt naar de politie. Uiteraard kan een bedrijf ook zowel naar de politie stappen als een cybersecuritybedrijf inschakelen. Het is wel opvallend dat met name kleine bedrijven minder vaak naar de politie stappen, zo’n 5 procent van de bedrijven met 2 tot 10 werknemers die een ransomware-aanval gehad hebben, tegen 33 procent die naar een cybersecuritybedrijf stapt. Bij grote bedrijven wordt nog steeds meestal de hulp van een cybersecuritybedrijf ingeroepen, maar gaat ook een groot percentage alsnog naar de politie. De verdeling per bedrijfstak zoals in figuur 3.1.13(b) getoond laat ook zien dat bedrijfstakken andere strategieën gebruiken: in de ‘Energie water/afval’ wordt even vaak naar de politie gegaan als dat er een cybersecuritybedrijf ingeschakeld wordt, terwijl in de horeca en financiële dienstverlening bijna nooit naar de politie gegaan wordt.

Grote bedrijven zijn vaker verzekerd tegen ICT-veiligheidsincidenten

3.1.14(a) Percentage van bedrijven met die een verzekering voor ICT-veiligheidsincidenten hebben per grootteklasse.
populatieBedrijf verzekerd voor ICT-veiligheidsincidenten (% van bedrijven)
1 (ZZP'ers)4,8
2 - (Totaal)16,7
2 - 913,6
10 - 4929,1
50 - 24937,3
250 -44,2

3.1.14(b) Percentage van bedrijven die een verzekering voor ICT-veiligheidsincidenten hebben per bedrijfstak met 2 of meer werknemers.
populatieBedrijf verzekerd voor ICT-veiligheidsincidenten (% van bedrijven)
Financ. dnstverl.40,8
Spc.Zakelk. dnstverl.22,8
Industrie16,6
Vervoer/ opslag 12,9
Energie water/afval13,6
Horeca4,9
Gezondheid/ welzijnsz.29,8

Ten slotte zien we in figuren 3.1.14(a) en 3.1.14(b) hoeveel bedrijven per grootteklasse en bedrijfstak een verzekering tegen ICT-veiligheidsincidenten afgesloten hebben. Van alle bedrijven met 2 of meer werknemers heeft 17 procent van de bedrijven een verzekering afgesloten tegen ICT-veiligheidsincidenten. Hoe groter het bedrijf is, hoe groter dit percentage is: slechts 5 procent van de ZZP’ers is verzekerd, terwijl van de bedrijven met 250 of meer werknemers 44 procent een verzekering tegen ICT-veiligheidsincidenten afgesloten heeft. Van de bedrijfstakken in figuur 3.1.14(b) is te zien dat voornamelijk de financiële sector met 41 procent van de bedrijven met een verzekering goed verzekerd is.

3.1.7 Meldingen datalekken bij Autoriteit Persoonsgegevens

Uit het voorgaande is gebleken dat met name grotere bedrijven melden dat ze ICT-veiligheidsincidenten meemaakten in de vorm van dataonthullingen, zowel door eigen toedoen (bijvoorbeeld door het verliezen van een USB-stick) als door cybercrime. In Nederland zijn bedrijven verplicht melding te doen van onthulling van persoonsgegevens bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

De meldplicht van datalekken geldt in Nederland sinds 2016 en is in EU-verband verder geformaliseerd en gepreciseerd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) die sinds 25 mei 2018 van toepassing is. Van een datalek is sprake als privacygevoelige gegevens mogelijk in handen van derden zijn gevallen of waar derden toegang tot hebben gehad. Ook hierbij geldt dat de oorzaak van dit soort datalekken soms onbedoeld en terug te voeren is op slordige omgang door de houder van de gegevens. Echter, aan de andere kant van het spectrum staat het moedwillig hacken van dit soort gegevens om te illustreren hoe slecht deze gegevens beveiligd zijn, of om er daadwerkelijk iets mee te gaan doen, bijvoorbeeld te verkopen.

Ruim 20 duizend meldingen van datalekken in 2022

3.1.15 Top-3 bedrijfstakken met meldingen van datalekken bij de Autoriteit Persoonsgegevens naar bedrijfstak en organisatie
 Financiële dienstverlening (Aantal gemelde datalekken)Gezondheid en welzijn (Aantal gemelde datalekken)Openbaar bestuur (Aantal gemelde datalekken)Overige sectoren (Aantal gemelde datalekken)
20171902300319023203
20185429605535505847
20198087754845836739
20205275719352756234
20212735920057197211
20221904867248655711
Bron: Autoriteit Persoonsgegevens (2022)

In 2022 zijn 21 151 datalekken gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat betekent een afname van 14,9 procent  ten opzichte van het jaar ervoor en een afname van 21,5 procent ten opzichte van 2019 waarin het aantal meldingen piekte op 26 956 datalekken.

De gezondheids- en welzijnssector (waaronder ziekenhuizen, apotheken en GGZ-instellingen) had het hoogste aandeel in het aantal meldingen van datalekken in 2022, namelijk 41 procent. In absolute aantallen is het aantal meldingen daar wel afgenomen van ongeveer 9 200 naar 8 670. Ook bij het openbaar bestuur (zoals Rijksoverheid en gemeenten) en in de financiële sector kwamen relatief veel meldingen van datalekken voor (respectievelijk 23 en 9 procent). Bij de financiële sector is het aantal datalekmeldingen sinds 2019 wel fors afgenomen. Gezamenlijk waren deze drie sectoren dus goed voor 73 procentvan alle gemelde datalekken in 2021 (figuur 3.1.15).

In eerdere jaren vormden deze drie bedrijfstakken ook al de top-3 van sectoren met de meeste gerapporteerde datalekken. In bijna alle eerdere jaren kwamen de meeste meldingen uit de gezondheids- en welzijnssector. Alleen in 2019 was het aantal gerapporteerde datalekken nog hoger binnen de financiële sector.

In de genoemde sectoren worden veel en ‘gevoelige’ persoonsgegevens verwerkt en opgeslagen. Ook het aantal bedrijven en instellingen en organisaties in een sector speelt een rol bij de hoeveelheid meldingen.

Datalek vaak door persoonsgegevens bij verkeerde ontvanger

In 2022 was verreweg de meest gemelde oorzaak van het ontstaan van een datalek een brief, postpakket of email met persoonsgegevens die verstuurd of afgegeven werd aan de verkeerde ontvanger(s) (10 192 meldingen per post en 3 347 meldingen per e-mail) Daarna was de meest voorkomende oorzaak is ‘Hacking, malware en/of phishing’ (cyberaanvallen) en omvatte 11 procentvan het aantal meldingen in 2022 (1 825 meldingen). In 2021 was deze categorie incidenten goed voor 9 procent(2210 meldingen) van het totaal aantal meldingen. Overige oorzaken waren persoonsgegevens die toegevoegd werden aan een verkeerd dossier, verloren of gestolen gegevensdragers (zoals usb-sticks) en persoonsgegevens die in het klantportaal aan de verkeerde klant getoond werden.

3.1.8 DDoS-aanvallen

3.1.16(a) DDoS-aanvallen per kwartaal¹⁾
KwartaalAanvallen (Aantal DDoS aanvallen)
2021-Q1871
2021-Q2715
2021-Q3510
2021-Q4700
2022-Q1666
2022-Q2514
2022-Q3442
2022-Q4379
Bron: CBS, Bron: NBIB 2021
¹⁾Van de bij NaWas aangesloten organisaties.

3.1.16(b) DDoS-aanvallen per kwartaal¹⁾
Kwartaal> 4 uur (Aantal DDoS aanvallen langer dan 4 uur)
2021-Q112
2021-Q212
2021-Q318
2021-Q412
2022-Q16
2022-Q218
2022-Q312
2022-Q438
Bron: CBS, Bron: NBIB 2021
¹⁾Van de bij NaWas aangesloten organisaties.

Bij de Nationale anti-DDoS-Wasstraat (NaWas) werden 2 001 DDoS-aanvallen (Distributed Denial of Service aanvallen) geteld in 2022 tegenover 2 796 in het jaar daarvoor (NBIP (2023)). Het gaat hier om aanvallen waarbij een aanvallende partij een server tijdelijk of langdurig onbeschikbaar probeert te maken door deze vanaf meerdere kanten te overspoelen met aanvragen. Bij de NaWas zijn rond de 100 deelnemers aangesloten, waaronder voornamelijk internetproviders. Figuur 3.1.16(a) geeft het aantal DDoS-aanvallen zoals per kwartaal door de NaWas gemeten is; figuur 3.1.16(b) geeft het aantal intensieve DDoS-aanvallen met een duur van langer dan 4 uur. Het aantal DDoS-aanvallen is gedurende het jaar afgenomen, terwijl er tegelijkertijd een toename in de duur en intensiviteit heeft plaatsgevonden. In het eerste kwartaal vonden er nog 666 aanvallen plaatsvonden, in het 4e kwartaal waren dit er 379. Tegelijkertijd neemt de duur (tijd) en de omvang van de aanvallen toe. In het eerste kwartaal waren er 6 aanvallen die langer duurden dan 4 uur, maar er in het laatste kwartaal waren dit er 38. In totaal waren er in 2022 74 aanvallen die langer duurden dan 4 uur, terwijl dit er in 2021 54 waren. Dit is een toename van bijna 50 procent. De meest krachtige aanval gemeten vond plaats in het vierde kwartaal en had een capaciteit van 381 Gbps. In 2021 was de krachtigste aanval 308 Gbps.