Circulaire economie in Nederland

6. Conclusie

Hoe ontwikkelt de circulaire economie zich in Nederland in de periode 2000-2018 en vergeleken met EU-28?

Aangezien er niet een enkele indicator is voor het monitoren van de circulaire economie, leveren de deelantwoorden op deze vragen een gemengd beeld op.

Materiaal en grondstoffen

De materiaalinzet in de Nederlandse economie is sinds 2000 gestegen en relatief meer grondstoffen komen uit het buitenland, wat erop duidt dat de afhankelijkheid van andere landen is toegenomen. Toch is er vooruitgang op het gebied van materiaal- en grondstofgebruik. De materiaalproductiviteit is de hoogste van alle EU-landen. Nederland gaat efficiënt om met grondstoffen.

Bovendien is het gebruik van abiotische materialen sinds 2010 met ruim 20 procent afgenomen, waardoor Nederland in de richting van de doelstelling van 50 procent reductie in 2030 beweegt. 

Afval en recycling

De Nederlandse afvalproductie is de afgelopen jaren per inwoner gedaald, maar binnen de EU staat Nederland in de top 5 als het gaat om afvalproductie per hoofd van de bevolking.

De verwerking van afval is wel iets meer circulair geworden, bijvoorbeeld doordat de afvalstort is sterk afgenomen. Hoewel de recycling min of meer gelijk bleef, behoort Nederland daarnaast tot de landen in Europa waar het meest wordt gerecycled. Het beschikbaar maken van secundaire materialen voor productieprocessen door Nederland is de hoogste van de EU. 

Ontwikkeling circulaire sector

In internationaal perspectief is de werkgelegenheid in de circulaire sector laag. Een grote circulaire economie sector is echter niet per definitie positief, veel afval betekent ook veel werkgelegenheid in de afvalverwerking. De toename van activiteiten gericht op reparatie en hergebruik van producten en materialen in Nederland, duidt wel op toenemende aandacht voor de circulaire economie.